Plan: | 's-Heerenbroek 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0166.00991075-VA01 |
Cultuurhistorie - Monumenten
In het plangebied zijn geen rijksmonumenten. Wel zijn er de volgende gemeentelijke monumenten te vinden binnen het plangebied.
Straat | Nummers | |
Bisschopswetering | 3 | Woning/ smederij GM 40 |
Bisschopswetering | 53 | Woonhuis GM 41 |
Bisschopswetering | 55 | VM Zuivelfabriek GM 42 |
Zowel gemeentelijke- als rijksmonumenten hebben een officiële status. De gemeentelijke via de gemeentelijke monumentenverordening en de rijksmonumenten via de monumentenwet. De aanwijzing als monument heeft tot doel de betreffende objecten in stand te houden en de daaraan verbonden vergunningprocedures dwingen een zorgvuldige afweging van belangen af bij plannen voor verbouw of afbraak.
Zowel de rijksmonumenten als de gemeentelijke monumenten hebben daarom in het plan "als signaalfunctie" de aanduiding "karakteristiek" gekregen.
Een aanduiding "karakteristiek" is tevens opgenomen voor bebouwing met een dusdanige naar de openbare ruimte gekeerd cultuurhistorisch waardevol gevelbeeld. Het gaat om de bescherming van het bestaande gevel- en straatbeeld. Er vindt geen bescherming plaats van de gevels die niet naar de openbare ruimte gericht zijn, vaak achterkantsituaties. In deze gevallen kan uitgebreid worden door dakkapellen en dergelijke. De panden met een karakteristieke aanduiding zijn grotendeels overgenomen uit de geldende bestemmingsplannen en het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) (onder meer 'Boerderijwoningen').
Cultuurhistorie
De dorpskern van 's-Heerenbroek ligt binnen de grenzen van het Nationaal Landschap IJsseldelta en wordt ook in de nota Belvedère genoemd, met nadruk op de volgende cultuurhistorische waarden:
Naast de boerderijen op huisterpen zijn de lintdorpen langs de omringende dijken kenmerkend. Belangrijk zijn verder de oude Zuiderzeedijk en de Marken- grenzen (ten zuiden van Wilsum en Zwarte Water). De grootste concentraties historische bouwkunst zijn te vinden in de plaatsen IJsselmuiden, Genemuiden, Grafhorst en Wilsum. Ook vanuit archeologisch oogpunt zijn de vele huisterpen interessant. De grotendeels met veen en kleiafzettingen bedekte pleistocene zandkoppen en de rivierduinen langs de IJssel zijn naar verwachting rijk aan goed geconserveerde resten van Mesolithicum tot bronstijd.
In het uitvoeringsprogramma (van Nationaal Landschap IJsseldelta) worden de volgende cultuurhistorische waarden vermeld: de IJsseldelta is één van de Nationale Landschappen. Zij dankt die status aan enkele specifieke kenmerken, de zogenaamde kernkwaliteiten. Dit zijn volgens de Nota Ruimte grofweg:
In het landschap zijn verder de volgende ruimtelijk waardevolle elementen van belang:
Archeologie
In het Europese Verdrag van Malta, ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder Nederland, is de veiligstelling van het (Europese) archeologische erfgoed als doelstelling opgenomen.
In 1998 is dit verdrag goedgekeurd door het Nederlandse parlement. Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de 'Wet op de archeologische Monumentenzorg' in werking getreden. Dit is een aanpassingswet waarmee de Monumentenwet 1988 gewijzigd is op het onderdeel archeologie. Door middel van de gewijzigde Monumentenwet moet het archeologisch erfgoed in de bodem bescherming krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid.
Als gevolg van Europese en nationale wetgeving stellen rijk en provincies zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologisch erfgoed moet worden omgegaan. De meeste ingrepen in de ruimtelijke ordening vinden plaats op gemeentelijk niveau. De Monumentenwet verplicht gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden.
Archeologie is het bestuderen van het bodemarchief. Dit zijn oude sporen en structuren die in bepaalde delen van de bodem achtergebleven zijn en informatiewaarde bevatten. Door correcte bestudering kunnen feiten en omstandigheden van vroeger achterhaald worden.
De betekenis van het gemeentelijke bodemarchief is variabel en bestaat uit waarden en verwachtingen. Een aantal locaties met bekende waarden is geregistreerd als monument op de Archeologische MonumentenKaart (AMK-terreinen). Hierop staan de stadskern van Kampen, de terpen en de locaties van voorname buitenplaatsen (bijv. Buckhorst te Zalk) enz. Voor het overige gemeentelijke grondgebied geldt een indeling op basis van hoge, middelmatige tot lage verwachtingen. Deze gegevens zijn genoteerd op de gemeentelijke archeologische waardenkaart, die tevens de AMK-registraties bevat.
Op plankaarten geeft de gemeente voor het eigen grondgebied aan waar zich bekende archeologische vindplaatsen en verwachtingswaarden bevinden. De kern van de huidige archeologiewetgeving behelst bescherming van waardevolle oudheidkundige resten in de bodem. Bij ruimtelijke ingrepen op locaties met vindplaatsen moeten de aanwezige resten intact blijven. Wanneer verstoring onvermijdelijk is, dient oudheidkundig bodemonderzoek plaats te vinden. De informatie van de bij bodemonderzoek onderzochte resten wordt vervolgens behouden door middel van documentatie.
Voor gebieden waar reële verwachtingen bestaan ten aanzien van archeologische waarden, die bedreigd worden door ruimtelijke ingrepen, moet, bij planvorming van een bepaalde omvang, inventariserend onderzoek plaatsvinden om uit te maken of daadwerkelijk waardevolle archeologische resten aanwezig zijn. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Op basis van dit onderzoek kan besloten worden tot behoud van de vindplaats, verder onderzoek of vrijgave van de locatie. De beslissingsbevoegdheid over archeologische monumentenzorg met betrekking tot het grondgebied van de gemeente Kampen berust bij de overheid als bevoegd gezag. In de meeste gevallen is dit de gemeente.
Het plangebied algemeen
's-Heerenbroek ligt ten noorden van de IJssel en kent een dynamische historie. De wortels van het buurtschap Veecaten gaan mogelijk terug tot de 11de eeuw omdat de plaats oorspronkelijk bij Zalk behoorde. Doordat de IJssel zijn bedding regelmatig verlegde is een fors deel van het Veecater grondgebied verdwenen. Het restant van Veecaten bevindt zich ten noorden van de Veecater Banderdijk, die in 1302 voor het eerst vermeld wordt. Deze dijk moet al in de 13de eeuw aangelegd zijn en beïnvloedde het stroomregime van de IJssel. De rivier meandert hier van oudsher in noordelijke richting waardoor veel overstromingen plaatsvonden. Als resultaat is hier een massief pakket riviersediment gedeponeerd in de vorm van overslaggronden, waardoor een oeverwal van klei en zand is ontstaan op een ondergrond van klei op veen. Na de aanleg van de Veecater Banderdijk stagneerde de vorming van de oeverwal.
Toen de eerste systematische ontginning van dit gebied plaatsvond vestigde men zich op deze oeverwal. De oudste nederzetting is ongetwijfeld Veecaten, maar het is onduidelijk of de huidige als Veecaten aangeduide buurschap ook de oorspronkelijke nederzetting betreft. Waarschijnlijk is de nederzetting deels opgegeven door werking van de IJssel. Op zowel de kadastrale kaart uit 1832 als de gemeentelijke kaart van Zalk en Veecaten uit 1867 is ter plaatse van Veecaten slechts weinig bebouwing aanwezig.
Het ontstaan van 's-Heerenbroek hangt samen met de ontginning van het grote veencomplex tussen IJsselmuiden, Hasselt en Zwolle. Dit veengebied dat in de prehistorie is ontstaan, verkreeg in de vroege middeleeuwen een moerasachtig karakter doordat de rivier de Vecht buiten zijn oevers trad. Tot de 14de eeuw werd dit moerasgebied marginaal benut als winplaats van rijshout (voor dijkversteviging), kienhout (voor verlichting), biezen (voor mandenvlechten), riet en turf. Op de wat drogere delen kon men op kleine schaal vee weiden. In de loop van de 14de eeuw kwam randontginning van het moeras op gang, maar volledige benutting van het gebied was niet mogelijk vanwege de drassige condities.
Om de waterhuishouding in het moeras te regelen was volledige inpoldering vereist, een onderneming die in 1364 plaatsvond onder leiding van bisschop van Utrecht Jan van Arkel. Het resultaat is een rationeel verkavelde polder, de eerste in Nederland die op deze manier is vormgegeven. De drooglegging maakte de polder in belangrijke mate beter geschikt voor veeteelt dan voorheen, en deze wijziging was bepalend voor de naamgeving van Mastenbroek; 'Masten' betekent namelijk weiden, en 'broek' is een aanduiding voor een tamelijk nat veengebied. Er waren diverse gegadigden om deel te nemen aan de ontginning: Zwolle, Hasselt, Kampen, IJsselmuiden enz., maar ook de bisschop zelf nam grond in eigendom dat hij bewerken liet door pachters. Voor deze boeren in bisschoppelijke dienst is gelijktijdig met de totstandkoming van de polder het dorp 's-Heerenbroek gesticht.
Uitsnede archeologische waardenkaart gemeente Kampen
Voor het plangebied geldt zowel een hoge, een middelmatige als een lage verwachtingswaarde.
Hoge verwachting, waarschijnlijk goede conservering (rood)
Hier kunnen archeologische resten liggen die afgedekt zijn door een minimaal 35 centimeter dikke conserverende laag (veendek, kleidek, stuifzand, afvallaag, plaggendek, etc.) en zijn daardoor waarschijnlijk goed geconserveerd.
Op 2 plaatsen aan de Stuurmansweg liggen terreinen van Hoge archeologische waarde (Monumentenkaart Overijssel).
Middelmatige verwachting (geel)
Hier kunnen archeologische resten liggen die afgedekt zijn door een minimaal 35 centimeter dikke conserverende laag (veendek, kleidek, stuifzand, afvallaag, plaggendek, etc.) en zijn daardoor waarschijnlijk goed geconserveerd. Nagenoeg het hele plangebied heeft een dergelijke verwachtingswaarde.
Lage verwachting (lichtgroen)
Hier kunnen archeologische resten liggen die afgedekt zijn door een minimaal 35 centimeter dikke conserverende laag (veendek, kleidek, stuifzand, afvallaag, plaggendek, etc.) en zijn daardoor waarschijnlijk goed geconserveerd. Voor de IJsseldelta geldt daarnaast een verhoogde kans op het aantreffen van goed geconserveerde afgedekte scheepswrakken uit de 11e tot en met de 18e eeuw. Onder meer de Zwolseweg hebben een dergelijke verwachting.
Opgehoogd (groene verticale arcering)
Voor een gedeelte van het plangebied ter hoogte van Nieuwstad geldt dat de bodem is opgehoogd. Er kan hier sprake zijn van een verstoring van de bodem door zetting, verplaatsing of vergraving.
Archeologische betekenis
Er is weinig van de historie van het plangebied bekend. Vanwege de geringe bebouwing kent de lay out van Veecaten in de 19de eeuw nauwelijks structuur. 's-Heerenbroek is een dorp met lintbebouwing. De aanwezigheid van overslaggronden betekent dat de zandondergrond in het plangebied en omgeving geërodeerd kan zijn. Niettemin is aanwezigheid van archeologische waarden in de zandondergrond niet uitgesloten. Aanwezigheid van rivierduinen is niet bekend. Wanneer deze aanwezig zijn geldt ook hiervoor dat de werking van de IJssel zeer stellig erosie heeft veroorzaakt.
De boeren waren gevestigd op de oeverwal en exploiteerden de flanken van de oeverwal en de randen van het moerascomplex van het latere Mastenbroek door middel van akkerbouw en veeteelt.
In de nederzettingsgebieden kunnen dus boerenerven verwacht worden. In 's-Heerenbroek zijn drie terplocaties aanwezig die in 1464 of daarna gesticht moeten zijn.
De pleistocene zandondergrond kan prehistorische resten bevatten, maar de kans hierop is, vanwege het geringe reliëf, niet groot. Archeologische waarden zijn zodoende niet uit te sluiten, maar algemeen geldt een lage archeologische verwachting.
Voor de middeleeuwse periode geldt voor Veecaten een hoge verwachting, al is het onbekend of het huidige Veecaten ook de ontginningskern van het historische Veecaten bevat. Voor 's-Heerenbroek geldt eveneens een hoge verwachting. Hier kunnen boerderijcomplexen vanaf de 14de eeuw aanwezig zijn.
Beheersmaatregelen
De gemeente heeft een archeologische zorgplicht. In dit bestemmingsplan moet de gemeente dan ook aangeven hoe wordt omgegaan met de archeologische waarden in het plangebied. Het beheer hiervan vindt plaats door de archeologische waarde(n) van de verschillende locaties te vermelden inclusief bepalingen (regels) voor grondgebruik. Hieruit vloeit een selectiebeleid voort.
De drie terpen in 's-Heerenbroek bezitten alle een monumentale status. Het gaat om: Stuurmansweg 2 (AMK 4506), Stuurmansweg 4 (AMK 4507) en Bisschopswetering 37 (AMK 4509). Het plangebied bevat verder geen bekende vindplaatsen en alleen hoge verwachtingswaarden.
De status van het terrein kan in een aantal gevallen een belemmering zijn voor een ruimtelijke ontwikkeling. Bij planontwikkeling dienen de locaties met archeologische waarden intact te blijven. Wanneer dat niet het geval is, kan de initiatiefnemer tot eventuele bodemverstoring in een aantal gevallen verplicht worden de kosten te dragen voor archeologisch onderzoek. De gemeente geeft in de vorm van planregels aan wanneer een onderzoeksplicht geldt. Pas wanneer een -mogelijk- waardevolle locatie naar het oordeel van de gemeente voldoende is onderzocht wordt vrijstelling van onderzoeksplicht verleend. De status van de locatie wordt opgeheven en archeologievrij verklaard. De gemeente doet dit door voor de deellocatie een selectiebesluit te verstrekken.
Bepalingen
Voor de drie AMK terreinen geldt dat bodemkundige ingrepen met een oppervlakte groter dan 100 m2 met een diepte van meer dan 30 cm onderzoeksplichtig zijn. Het huidige gemeentelijke beleid stelt voor het overige deel van het plangebied onderzoek verplicht bij ruimtelijke ontwikkelingen met een oppervlakte groter dan 2.500 ha. Bij het ontwerpen van toekomstig beleid zal voorgesteld worden een lagere ondergrens te hanteren, omdat aanwezige archeologische waarden in nederzettingen met een historische kern gewoonlijk op relatief kleine oppervlakten aanwezig zijn. Bij eventueel onderzoek is de gemeente minimaal als toezichthouder betrokken.
Voor alle bodemroerende ingrepen blijft de archeologische meldingsplicht, op grond van de Monumentenwet, onverminderd voor het volledige plangebied van kracht. Ook wanneer voor een plangebied, na een eventueel Inventariserend VeldOnderzoek (IVO), een vrijstelling is verleend, blijft de plicht tot melding van archeologische sporen of objecten, volgens de Monumentenwet, van kracht.