direct naar inhoud van 4.5 Bodem
Plan: Wilsum en Nieuwstad 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991074-VB01

4.5 Bodem

Het voorliggend bestemmingsplan betreft een consoliderend plan, het is in beginsel gericht op het regelen van de bestaande functies in het plangebied. Er hoeft dan ook geen onderzoek verricht te worden naar de mogelijke bodem- of grondwaterverontreiniging in het kader van dit bestemmingsplan.

Als er sprake is van uitbreidingsmogelijkheden binnen aangegeven bebouwingsvlakken (die ook al in het vigerende bestemmingsplan zijn opgenomen) zal het bedoelde onderzoek in het kader van de verlening van de bouwvergunning moeten worden uitgevoerd.

Bij eerdere bestemmingsplanwijzigingen en/of bouwaanvragen zijn bodemonderzoeken uitgevoerd om de te bepalen of de huidige kwaliteit van de grond en het grondwater wel voldoet aan het beoogd gebruik van perceel. Middels deze onderzoeken kan globaal de algemene bodemkwaliteit van het gebied worden beschreven.

Algemene bodemkwaliteit

De bodemkwaliteit binnen een gebied wordt sterk bepaald door de aanwezige activiteiten en dan met name historische activiteiten. Vanaf 1987 geldt de Zorgplicht dat onder ander inhoudt dat na 1987 ontstane bodemverontreiniging (meestal) direct moet worden opgeruimd.

Van het gebied zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd die nodig waren voor het wijzigen van een bestemmingsplan of aanvragen van een bouwaanvraag. Hiermee is de algemene bodemkwaliteit van het plangebied vastgesteld.

Globaal kan gesteld geworden dat in de bodem en in het grondwater maximaal licht verhoogde gehalten aan zware metalen en PAK worden aangetoond.

Gevallen van ernstige bodemverontreiniging

Conform het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties moeten potentieel verdachte locaties die mogelijk zijn verontreinigd als gevolg van historische activiteiten worden onderzocht op bodem- en/of grondwaterverontreiniging.

Daarom zijn in 2010 op een aantal locaties in het plangebied onderzoek verricht om vast te stellen of de voor de bodemverontreiniging verdachte activiteit (bijvoorbeeld benzineservicestation) een verontreiniging heeft veroorzaakt en of deze met spoed moet worden gesaneerd.

Uit de resultaten van deze onderzoeken blijkt dat de verdachte activiteiten geen geval van ernstige bodemverontreiniging heeft veroorzaakt welke met spoed dient te worden gesaneerd.

Samenvattend

Samenvattend kan geconcludeerd worden dat voor het plangebied Wilsum de bodemkwaliteit voldoet aan de functie wonen maar dat door historische activiteiten een locatie mogelijk in meer of mindere mate verontreinigd kan zijn. Hiermee worden locaties bedoeld waar de bodemkwaliteit door het uitvoeren van een bodemonderzoek (nog) niet is vastgesteld.