Plan: | Stationsomgeving Hanzelijn |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0166.00991005-OH01 |
Op 28 mei 2009 heeft de gemeenteraad van Kampen de Structuurvisie Kampen 2030 vastgesteld. De structuurvisie spreekt zich uit over de ruimtelijke ontwikkeling van de gehele gemeente. Doel is om de verschillende belangen, bijvoorbeeld tussen stad, landschap, water en gemeenschap zorgvuldig af te wegen en de neuzen in dezelfde richting te krijgen. De structuurvisie is niet sectoraal, maar een integraal document. Zij beschrijft de huidige en gewenste waarden en kwaliteiten voor de landschappen, de kleine kernen en de stad en kijkt daarbij tevens vooruit naar 2030. De integrale structuurvisie biedt een kader, waarin aanspraken op de ruimte kunnen worden afgestemd en gecombineerd. De visie is niet primair gericht op uitbreiding, maar net zo goed op behoud en verbetering van de bestaande ruimtelijke en sociale kwaliteiten.
In de structuurvisie wordt een beeld geschetst van zowel de samenleving als de ruimtelijke omgeving van Kampen. De structuurvisie is een richtinggevend document, om voor de langere termijn de ruimtelijke samenhang tot stand te brengen en bezit daarom een zekere mate van globaliteit en abstractie. Het vormt de basis voor het toekomstig beleid. Ter uitwerking van de structuurvisie zullen masterplannen, uitwerkingsplannen en bestemmingsplannen worden opgesteld.
In de "Structuurvisie Kampen 2030" is de stationslocatie Hanzelijn opgenomen.
De gemeenteraad heeft op 3 juni 2010 de "Woonvisie Kampen 2010-2020" vastgesteld. De Woonvisie geeft richting aan het woonbeleid voor doelgroepen (senioren/starters/zorgbehoevenden et cetera) en aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwprogramma. Met deze Woonvisie voldoet de gemeente aan de bepaling uit de Omgevingsverordening van de provincie Overijssel dat iedere gemeente in Overijssel een vastgestelde Woonvisie moet hebben. De Woonvisie vormt tevens het kader voor de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties en de provincie Overijssel.
Het gemeentebestuur van Kampen wil met deze nieuwe woonvisie een vervolg bieden op het lokaal Woonplan uit 2005 en daarmee een antwoord geven op de vele vraagstukken vanuit de woningmarkt. De verschillende woonbelangen worden in balans gebracht. De visie is daarom niet alleen gericht op de kwantiteit en kwaliteit van nieuw te bouwen woningen, maar ook op de bestaande voorraad. Niet alleen gericht op een passende sociale huurvoorraad, maar ook bijvoorbeeld op het stimuleren van particuliere bouw met vrije bouwkavels. Daarnaast wordt gestreefd naar maatwerk voor diverse doelgroepen. Het bevorderen van samenhang tussen wonen, welzijn en zorg is daarvan een voorbeeld.
In de Woonvisie worden bepaalde doelen nagestreefd, zoals bijvoorbeeld dat er in de gemeente Kampen met het woningbouwprogramma naar een duurzame kwaliteitsverdeling tussen wijken, buurten en dorpskernen wordt gestreefd, met een variatie aan woningtypen en bewoners. De 30-40-30%-regeling wordt op gemeentelijk niveau gehandhaafd.
In het voorliggende plangebied wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de Woonvisie 2010-2020.
Samen met de (voormalige) afdeling bouwen en wonen is er een weloverwogen woningbouwprogrammering opgesteld waarbij een totaal aantal van circa 740 woningen haalbaar is. De precieze uitwerking wordt weergegeven in de notitie "woningbouwprogrammering Stationslocatie" (zie Bijlage 2 Woningbouwprogrammering Stationslocatie).
Er is voor de Stationslocatie in ieder geval uitgegaan van een stedelijk woonmilieu met 30-40 woningen/ha. De hoofdfunctie is wonen en werken in de nabijheid van voorzieningen en een station. Het accent ligt op de doelgroepen jongeren, ouderen en kleine huishoudens. Belangrijk aandachtspunt is om de voorzieningen zoveel mogelijk te clusteren rondom het station.
De Stec groep heeft in december 2006 een onderzoek gedaan naar wat de totale vraag naar kantoorruimte is binnen de gemeente Kampen tot 2030. Hierbij heeft zij vooral gekeken naar de ontwikkelingspotentie van de nieuwe stationslocatie.
De uitkomst van het onderzoek geeft aan dat er na 2012 ruimte is voor de ontwikkeling van gemiddeld 5.000 à 6.000 m2 per jaar tot een maximum tussen de 85.000 m2 en 110.000 m2 (zie Bijlage 4 Onderzoek Kantoorruimtebehoefte).
Het rapport werd door de tijd enigszins ingehaald en dat kwam tot uiting in een nieuw Stec-rapport uit 2009 naar aanleiding van mogelijke ontwikkelingen aan de Europa Allee. Daaruit kwam naar voren dat na aftrek van de harde voorraad van Melmerpark en Flevopoort-Zuid (12.000 m2 bvo) er nog uitbreidingsruimte overbleef voor circa 20.000 m2 bvo in de periode tot 2020. Zie ook Bijlage 5 Tweede Stec-rapport.
Op 25-10-2010 heeft de gemeenteraad ingestemd met een Informatienota voor de raad over de stand van zaken met betrekking tot het onderhavige bestemmingsplan waarin rekening werd gehouden met een nog geringere hoeveelheid. In deze nota wordt namelijk aangegeven dat van een nieuw programma wordt uitgegaan waarin voor te realiseren kantoren rekening wordt gehouden met ruim 6.000 m2. In dit plan wordt zodoende uitgegaan van niet meer dan 6.300 m2 bvo.
Het Hanzestation wordt een zeer aantrekkelijke Kampense kantorenlocatie van redelijke omvang. Er wordt gestreefd naar een kantorenlocatie die ook voor regionale en zelfs bovenregionale kantoorruimtegebruikers aantrekkelijk kan zijn. De gemeente Kampen streeft bij de nadere invulling van de plannen naar de ontwikkeling van een locatie die in Kampen en omgeving echt ‘state-of-the-art’ is voor doelgroepen uit Kampen, dan wel doelgroepen waarvoor vestiging in Kampen aantrekkelijk kan zijn.
BRO heeft in eerste instantie al in 2006 een detailhandelsstructuurvisie opgesteld en in februari 2007 is specifiek ingegaan op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de detailhandel in het gebied rond het Hanzestation. In 2010 was er behoefte aan een rapport dat specifiek in zou gaan op de ontwikkelingsmogelijkheden van buurt- en wijkwinkelcentra (waaronder het gebied nabij het Hanzestation). De dynamiek in de detailhandel staat immers niet stil en er dienen zich steeds nieuwe ontwikkelingen aan en daarmee ook kansen binnen de lokale detailhandelsstructuur. In dit onderzoek is rekening gehouden met gevoeligheden die er in Kampen zijn met betrekking tot detailhandel. Zie Bijlage 6 Ontwikkelingsmogelijkheden detailhandel.
In het rapport staat in paragraaf 7.2 het volgende te lezen.
Toegespitst op het onderhavige bestemmingsplan kan nog het volgende worden opgemerkt.
Wanneer de bovengenoemde hoeveelheid (winkelvloer)oppervlakte aan uitbreidingsruimte tot 2015 (circa 3.000 m2 in de dagelijkse artikelensector en circa 1.000 m2 in de niet-dagelijkse artikelensektor) wordt omgerekend naar bvo betekent dit voor de dagelijkse artikelensector een omvang van iets meer dan 3.750 m2 bvo en voor de niet-dagelijkse artikelensektor iets meer dan 1.250 m2 bvo. Tezamen gaat het om zo'n 5.100 m2 bvo (pagina 23 van het rapport). Hierbij is nog geen rekening gehouden met de meters voor horeca en (publieksgerichte) dienstverlening. (300 tot 500 m2 wvo ofwel 375 tot 600 m2 bvo).
Daarom wordt in het gedetailleerde deel van dit bestemmingsplan ruimte gereserveerd voor 5.700 m2 bvo voor zowel detailhandel, horeca als diensverlening.
In "Centrum - Uit te werken" kan nog eens 625 m2 bvo aan detailhandel worden toegevoegd. Dat kan eveneens op basis van het bovengenoemde rapport.
In het rapport van BRO is scenario 2 als meest wenselijke aangegeven. Ditscenario gaat uit van 2 wijkcentra (Dr. Damstraat en Hanzestation) met een primaire wijkverzorgende functie (en beperkte bovenwijkse toevloeiing) aangevuld met twee kleinere buurtcentra (Penningkruid en Lovinkstraat) bij voorkeur in combinatie met een herorëntatie op de solitaire supermarklocaties (vooral de Industrieweg). In dit geval functioneren Penningkruid en Lovinkstraat als ondersteunende buurtwinkelcentra van beperkte opmvang.
Voor een goede ontwikkeling van scenario 2 is het verplaatsen van het supermarktkoppel aan de Industrieweg wenselijk. Specifiek voor het Hanzestation is daarbij de wens uitgesproken voor één verplaatsende supermarkt. Dit vraagt om een gecoördineerde aanpak en de maximale inspanning van alle partijen.
Als er evenwel onverhoopt toch niet verplaatst gaat worden zal de marktruimte worden overschreden en zal in Kampen sprake zijn van verdringing bij de gevestigde supermarkten. Dit zal zeker gepaard gaan met omzeteffecten, maar niet in die mate dat sprake zal zijn van duurzame ontwrichting van de voorzieningenstructuur. Blijkens jurisprudentie zijn bij toetsing van plannen echter niet de marktruimte en de concurrentieverhoudingen leidend, maar gaat het vooral om de consumentverzorging. En juist vanuit deze invalshoek zijn er voldoende goede argumenten om de ontwikkeling van het winkelcentrum Hanzestation in de gevraagde omvang te onderbouwen.
De vestiging van detailhandel, horeca en dienstverlening in de as die loodrecht op het station staat is het meest logisch, omdat hier de hoogste bouwintensiteiten worden gerealiseerd en hiermee kan worden geprofiteerd van de bestedingen van alle doelgroepen (inwoners, werknemers en reizigers).