Plan: | IJsselmuiden Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0166.00991003-VB01 |
Cultuurhistorie - Monumenten
Er zijn in de gemeente Kampen bijna 800 monumenten te vinden. In het plangebied zijn geen monumenten aanwezig en er zijn dus geen zodanige aanduidingen opgenomen.
Archeologie
In het Europese Verdrag van Malta, in 1992 ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder Nederland, is de veiligstelling van het (Europese) archeologisch erfgoed als doelstelling opgenomen. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid.
Wettelijke kaders
Als gevolg van het Verdrag van Malta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd, stellen rijk en provincies zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologisch erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reƫle verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee is de Monumentenwet 1988 gewijzigd op het onderdeel archeologie. De kern van de nieuwe wetgeving is dat wanneer de bodem met verstoring wordt bedreigd door planvorming, eventuele archeologische resten behouden moeten worden. Dit wordt gerealiseerd door waardevolle delen van de bodem, het bodemarchief, intact te laten of het te onderzoeken. In het laatste geval blijven de gegevens van het bodemarchief behouden in gedocumenteerde vorm. De wet verplicht gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden.
Plangebied en archeologische waarden
Volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) zijn er in het plangebied geen archeologische monumenten aanwezig. Op de gemeentelijke archeologische waardenkaart heeft het plangebied een hoge verwachtingswaarde in de zone van de Oosterholtseweg waar een relatief hooggelegen rivierduin is gelegen. Op de noordelijke en zuidelijke flank aansluitend op het duin strekt zich een lager gelegen dekzandplateau uit, af en toe onderbroken door hooggelegen zandkoppen. Het flankerend dekzandplateau kent overwegend een middelmatige verwachting, maar de hogere zandkoppen hebben dezelfde verwachtingswaarde als het rivierduin. Het noordelijk deel van het plangebied kent overwegend een lage verwachting. Oorspronkelijk bevond zich hier een veenpakket afgedekt door een kleilaag. Door de aanleg van woonwijken is veel van het oorspronkelijke veen afgegraven.
Bepalingen
Als gevolg van wetgeving is het bij ruimtelijke planontwikkeling noodzakelijk om te bezien of in het plangebied sprake is van te verwachten oudheidkundige waarden. Van gemeenten wordt verlangd dat zij de bescherming van archeologische waarden vroegtijdig en op een passende wijze bij de voorbereiding van hun ruimtelijk beleid zullen betrekken. Het is een gemeentelijk belang om geen archeologische waarden ongemerkt verloren te laten gaan.
Bij archeologische monumentenzorg wordt gewerkt met een verwachtingsmodel. Locaties met een middelmatige of hoge verwachting in onderhavig plangebied krijgen een dubbelbestemming (Waarde - archeologie) in het bestemmingsplan. Ingrepen worden gekoppeld aan een aanlegvergunningenstelsel. Het uitgangspunt is dat eventuele waardevolle resten ter plaatse behouden blijven. Bij een plan met bodemverstoring kan de initiatiefnemer, via het vergunningenstelsel, worden opgedragen archeologisch onderzoek uit te voeren.
Afhankelijk van de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling en de planregels voor het plangebied wordt al dan niet archeologisch onderzoek verplicht gesteld. Dit onderzoek dient primair om archeologische resten op te sporen. Op basis van de uitkomst van dit onderzoek wordt besloten om eventuele resten te behouden (door bijvoorbeeld planaanpassing), te documenteren (door verder onderzoek) of vrij te geven. De beslissingsbevoegdheid berust bij het bevoegd gezag. In veel gevallen is dit de gemeente.
De archeologische meldingsplicht, op grond van de Monumentenwet, blijft onverminderd voor het volledige plangebied van kracht.
Aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen in het plangebied plaatsvinden aan de hand van dit bestemmingsplan, is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.