direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Veldwijk Noord - Winkelcentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0164.BP0051-0301

4.4 Gemeentelijk beleid

4.4.1 Detailhandel Hengelo 2006 - 2016 (2006)

November 2006 is de Beleidsvisie Detailhandel Hengelo 2006 - 2016 vastgesteld. Hierin wordt het ambitieniveau van de gemeente Hengelo op het gebied van detailhandel aangegeven. De binnenstad is het belangrijkste recreatief winkelgebied van Hengelo. Hengelo zet hierbij in op de verbetering van de lokale en de regionale positie van de binnenstad. Daarnaast zet Hengelo in op eigentijdse wijk- en buurtvoorzieningen voor de dagelijkse boodschappen. Hiertoe moeten de winkels in de dagelijkse goederen zo veel mogelijk geclusterd worden. Nieuwvestiging van solitaire supermarkten is derhalve niet toegestaan. De winkels voor gerichte non-food aankopen (perifere/volumineuze detailhandel) kunnen zich vestigen in de clusters Plein Westermaat, Westermaat Zuidwest en Noordelijke Spoorzone.

4.4.2 Gemeentelijk GroenPlan Hengelo 2010 (GGP)

In het Gemeentelijk GroenPlan Hengelo 2010 (GGP) is de groene hoofdstructuur voor de gemeente Hengelo vastgelegd. "Groen" dient hierbij breed opgevat te worden als landschap, stedelijk groen, natuur, water en recreatief medegebruik. Hoofduitgangspunt is de stad-èn-landbenadering, waarbij gestreefd wordt naar zowel een krachtige stad als een vitaal platteland.

In het groenplan is de samenhang tussen regio, buitengebied, stadsrand, stad en wijk in beeld gebracht. Het GGP richt zich op het hoofdgroen in de stadsrand, stad en wijk. De totale hoofdstructuur in de stad en omgeving bestaat uit een samenhangend netwerk van stadsrandzones, geledingszones tussen de kernen, groene wiggen, groene eilanden, lanen, groene stapstenen (boomgroepen), beken met begeleidend groen en spoordijken.

Het grondwaterbeschermingsgebied Hasselo wordt ingericht als stadspark Weusthag. Dit groenrecreatieve hart van Hengelo staat via een krans van wiggen in verbinding met het buitengebied. Vanuit het noordelijk buitengebied is een wig langs de Beneluxlaan gereserveerd. Een derde wig loopt vanaf de groene Deurningerstraat langs de Binnenveldweg. Deze wig is opgebouwd uit een bos, plas, grote erven en park. In het oosten tenslotte vormt de groenzones langs rijksweg A1 de verbinding tussen Lonnekermeer en Weusthag.

4.4.3 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) (2009-2013)

In het door de raad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan worden de uitgangspunten met betrekking tot de waterhuishouding en de riolering beschreven. Voor alle in- en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels:

  • Het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering;
  • Lokale zuivering van dit afvalwater wordt niet duurzaam geacht vanwege de hoge kosten, het grote ruimtebeslag en de te grote risico's voor volksgezondheid en milieu;
  • Het hemelwater wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem. Daarbij heeft zichtbare oppervlakkige afvoer de voorkeur boven afvoer door buizen, vanwege het grotere risico op ongewenst lozingsgedrag en foutieve aansluitingen bij buizen;
  • Infiltratie van hemelwater in de bodem via een graspassage is de beste optie omdat hiermee zuivering, retentie en grondwateraanvulling worden gerealiseerd;
  • Bij het ontwerp van het bouwwerk een zodanig samenspel van dakvlakken, dakgoten, regenpijpen en perceelsgoten kiezen dat het water niet in riolen onder de grond hoeft;
  • Bij stedenbouwkundige plannen moet notie worden genomen van het feit dat het water van hoog naar laag stroomt, waarmee water dan een ordenend principe voor het plan is;
  • Goede alternatieven in geval van nauwelijks verontreinigd hemelwater zijn: regenwaterhergebruik op individuele schaal en directe oppervlakkige afvoer naar sloten of vijvers met retentievoorzieningen;
  • Een goed alternatief in geval van bedrijventerreinen met risico op vervuiling is een verbeterd gescheiden rioolstelsel met retentievijvers;
  • Het grondwater wordt zoveel mogelijk aangevuld met schoon infiltrerend water. Te hoge grondwaterstanden in natte winterperioden worden beteugeld met drainage in de openbare weg en eventueel op de kavels zelf. De drainage voert af naar een wadi of naar oppervlaktewater dus niet naar een RWZI. In de bouwwerken wordt vochtoverlast door hoge grondwaterstanden geminimaliseerd door te bouwen zonder kruipruimten en door eventuele kelders waterdicht te maken;
  • Het oppervlaktewater wordt liefst op fraaie wijze geïntegreerd in het stedenbouwkundige plan, zodanig dat het water beleefbaar is en goed te beheren;
  • Per project moet in overleg met de afdeling Wegen, Groen en Water van de gemeente en met het Waterschap Regge en Dinkel worden gezocht naar maatwerk.
4.4.4 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) (2003)

In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) zijn de hoofdnetwerken voor de fiets, openbaar vervoer en auto vastgelegd. Het doel is een situatie te creëren waarbij de drie vervoerswijzen op een volwaardige wijze met elkaar functioneren en elkaar aanvullen, om zo ook in de toekomst de bereikbaarheid van veiligheid te waarborgen en zelfs te verbeteren. Voor de verkeersstructuur voor het autoverkeer zijn in het GVVP de volgende onderdelen vastgelegd:

  • Doseren van de verkeersstromen die van buiten de stad naar binnen de wijkring gaan; niet meer verkeer toelaten dan in het gebied binnen de wijkring verwerkt kan worden. Dit is mede noodzakelijk voor een vlotte doorstroom van de bussen, zodat er van HOV (hoogwaardig openbaar vervoer) gesproken kan worden;
  • Invoering van een tangentensysteem waardoor onder andere de centrumring oost en de Breemarsweg worden ontlast. De Oosttangent wordt gerealiseerd met de Verlengde Laan van Driene (in de periode 2010-2015), een tunnel in de Kuipersdijk onder het spoor en een eventuele doortrekking van de Kuipersdijk via het tracé van de huidige Akzo-spoorlijn naar de Diamantstraat. De Westtangent is de huidige route Europalaan, Bornsestraat, Weideweg, Geerdinksweg, Oelerweg en Haaksbergerstraat;
  • Categorisering van wegen volgens het Duurzaam Veilig principe, zie ook het Verkeersveiligheidsplan Duurzaam Veilig (2001).

De gemeente Hengelo wil het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren, met name op de doorstroomassen. Zo wordt op regionaal niveau een reëel alternatief voor de auto geboden. De doorstroomassen voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer naar Westermaat en Vossenbelt/Hasseler Es zijn gereed. Aan andere HOV-assen (naar Enschede en door Hart van Zuid) wordt nog gewerkt. Op alle kruispunten met het overige verkeer krijgt het openbaar vervoer prioriteit in de verkeersafwikkeling ten opzichte van de overige verkeersdeelnemers.

Het dagelijks bestuur van Regio Twente is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer per bus en de treinverbinding Zutphen - Hengelo - Oldenzaal in de regio. Regio Twente maakt het beleid en stelt concessie/contractvoorwaarden op die de vervoerders (nu Connexxion en Syntus) moeten prikkelen om een zo goed mogelijk vervoersproduct te leveren. De vervoerder zorgt voor de uitvoering, de gemeente Hengelo is alleen verantwoordelijk voor de infrastructuur en probeert zo optimaal mogelijke voorwaarden te scheppen voor goed functionerend openbaar vervoer.

Centrumontwikkelingen vinden plaats bij bestaande en mogelijk nieuwe knooppunten van openbaar vervoer onderling en met de hoofdwegen. Binnen de invloedsgebieden van de vervoersknooppunten is sprake van een verdere verdichting door intensivering, herstructurering en stedelijke vernieuwing. In het GVVP zijn vijf knooppunten van openbaar vervoer genoemd waarvan momenteel twee in ontwikkeling zijn:

  • 1. Centraal station Hengelo: opstellen Nota van Uitgangspunten;
  • 2. Regionale openbaar vervoerhalte Gezondheidspark (spoorlijn Zutphen-Hengelo-Oldenzaal):concreet project voor realisatie.
4.4.5 Gemeentelijk waterplan (2006)

Het Waterplan Hengelo "Kleurrijk waterbeheer" is in 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Het waterplan beschrijft hoe de gemeente in de komende 25 jaar haar verantwoordelijkheid neemt in het regionale watersysteem en geeft richting aan de ontwikkeling van stedelijk water in Hengelo. Het waterplan onderscheidt 3 sporen waarlangs de gemeente en het waterschap Regge en Dinkel invulling gaan geven aan deze verantwoordelijkheid;

  • 1. Het herstel van de Hengelose beken;
  • 2. Het gescheiden houden van schone en vuile waterstromen ( afkoppelen van hemelwater);
  • 3. Het oplossen van grondwateroverlast.

Ad. 1 Grote delen van de Hengelose beken zijn niet meer zichtbaar omdat ze verduikerd zijn. Met name herstructureringsprojecten bieden kansen deze beken weer zichtbaar te maken en weer integraal onderdeel te laten uitmaken van de openbare ruimte.

Ad. 2 Schoon hemelwater wordt niet meer op de gemengde riolering geloosd maar wordt zichtbaar afgevoerd naar oppervlaktewater. In het gebied wordt voldoende waterberging aangelegd, het liefst in de vorm van wadi's omdat deze tevens een zuiverende werking hebben.

Ad. 3 In het kader van de Wet Gemeentelijke Watertaken (per 1/1/2008) heeft de gemeente een verbrede zorgplicht t.a.v. het oplossen van structurele grondwateroverlast.

Naast deze drie manieren is een belangrijke rol weggelegd voor communicatie en educatie. De nadruk ligt hierbij op kijken en doen. Te denken valt aan het uitzetten van fiets- en wandelroutes langs de beken en het aanleggen van een waterspeelplaats of waterkunstwerk. Ook is een lespakket over water aan de basisscholen aangeboden.

Het waterplan is door de besturen van het waterschap Regge en Dinkel en de gemeente Hengelo vastgesteld.

4.4.6 Horecavisie en beleid Hengelo 2005 - 2015 (2005)

December 2005 is de Horecavisie en beleid Hengelo 2005 - 2015 vastgesteld. Hengelo kiest hierin voor versterking van het centrum. Waarbij er geen nieuwe clusters van horeca buiten het centrum worden toegestaan. Het Burgemeester Jansenplein wordt het nieuwe horecaplein van Hengelo voor de dag- en avondhoreca. Wijkverzorgende horeca zal zich in of nabij een winkelcentrum kunnen vestigen in de wijken. Bovenwijkse (nieuwe) voorzieningen kunnen alleen als het een bijzondere locatie of gebouw betreft. Hierbij kan gedacht worden aan horeca in bijvoorbeeld een monument. Discotheken worden niet toegestaan op perifere locaties, zoals de rand van de stad of het bedrijventerrein. Functiegerelateerde horeca is wel mogelijk, bijvoorbeeld een koffiecorner in een museum.

4.4.7 Monumentenbeleid (2004)

Monumenten zijn om redenen van esthetische, cultuurhistorische en wetenschappelijke aard tot monument aangewezen. Om te voorkomen dat deze monumentale waarden verloren gaan is het verboden om zonder of in afwijking van een vergunning een monument af te breken, te vernielen, te verstoren, te verplaatsen, in enig opzicht te wijzigen, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waarop het ontsierd of in gevaar wordt gebracht. Men is dus verplicht de plannen door de gemeente te laten toetsen en een omgevingsvergunning aan te vragen. In geval van een beeldbepalend karakteristiek pand of een gemeentelijk monument worden de plannen beoordeeld door de technische commissie van de monumentencommissie. Bij een rijksmonument beoordeelt naast de technische commissie ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg de plannen.

4.4.8 Nota Duurzaam Veilig (2001)

Op het gebied van verkeersveiligheid conformeert de gemeente Hengelo zich aan de afspraken die de gezamenlijke wegbeheerders in 1997 hebben gemaakt, welke zijn vastgelegd in het "Startprogramma Duurzaam Veilig". In de gemeentelijke nota Duurzaam Veilig (2001) zijn de maatregelen vertaald naar de Hengelose situatie.

Fase I van deze nota wordt gekenmerkt door het realiseren van een duurzaam veilig wegennet en is zo goed als afgerond. Verder is de aanpak van VerkeersOngevallen Concentraties (VOC) een belangrijk middel in de strijd tegen de verkeersonveiligheid. Verkeersongevalpunten in de stad worden bij deze aanpak onderzocht en aangepakt. Jaarlijks worden de VOC's geactualiseerd.

In Fase II zijn verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding terugkerende onderwerpen. De verkeerseducatieprogramma's die in de regio en in Hengelo worden uitgevoerd, staan beschreven in het rapport "RUP gedragsbeïnvloeding: op weg naar een permanente verkeerseducatie in Zuid-Twente (periode 2004-2006)". De programma's zijn onderverdeeld naar de verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën en worden jaarlijks opnieuw vastgesteld.

Een belangrijke bijdrage in de uitvoering van verkeersveiligheidscampagnes wordt in Hengelo al jaren achtereen geleverd door de vrijwilligers van VVN. In hun werkplan worden jaarlijks activiteiten en projecten beschreven die de afdeling Hengelo wil initiëren en uitvoeren. De nadruk van de projecten is gericht op educatie en gedragsbeïnvloeding.

Omdat verkeersveiligheid duurzaam dient te zijn, vereist het een integrale benadering. Andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, infrastructuur, voorlichting, onderwijs en welzijn beïnvloeden de verkeersveiligheid.

4.4.9 Nota Economisch beleid (2003)

November 2003 is de nota Economisch beleid vastgesteld. Hierin worden strategische keuzen gemaakt inzake de rol die de gemeente en ook de regio kan spelen met betrekking tot het creëren van zo optimaal mogelijke randvoorwaarden en condities voor het locale en regionale bedrijfsleven. Hengelo kiest daarin voor een krachtige economische ontwikkeling en werkgelegenheidsgroei. Ook voor de toekomst koestert Hengelo de industrie als belangrijke pijler van de economie. Naast een gezonde, technologische hoogwaardige industrie wenst Hengelo haar economische basis te verbreden door versterking van de sectoren zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme. Daarbij streeft Hengelo naar een gevarieerd aanbod van bestaande en nieuwe bedrijvenlocaties, vanuit het vertrekpunt dat bestaande ruimte voor bedrijvigheid behouden blijft en indien nodig wordt vernieuwd voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Waar mogelijk wordt intensief ruimtegebruik gestimuleerd. Ook de wijkeconomie is van wezenlijk belang.

4.4.10 Nota kunst en cultuur, "Vrij spel voor verbeelding" (2007)

De missie voor de komende jaren is:

  • 1. de culturele identiteit van Hengelo verder versterken;
  • 2. zorgdragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur;
  • 3. het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren;
  • 4. kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.

De strategie verloopt via investeringen in de culturele basisinfrastructuur, in de deelname aan kunst en cultuur en in de productie en presentatie van kunst. Uitgangspunt daarbij is dat Hengelo zich cultureel profileert op drie dimensies: beeldende kunst, theater en amateurkunst en cultuureducatie. Belangrijke beleidsvoornemens zijn onder meer:

  • 1. transformatie van het Kunstcentrum tot Centrum Beeldende Kunst binnen de ontwikkeling van De Creatieve Fabriek op het voormalig Holec-Hazemeyerterrein;
  • 2. planvorming voor een nieuw centrum voor kunsteducatie in Hart van Zuid;
  • 3. ontwikkeling van integraal beleid op het gebied van cultuur, diversiteit, onderwijs en welzijn.

Het college van B&W verwacht dat de kunst- en cultuurvisie een goed ijkpunt is bij het maken van creatieve keuzes, maar ook voldoende ruimte geeft aan spontane ontwikkelingen voor de verdere versterking van de culturele identiteit van Hengelo.

4.4.11 Nota Wonen (2004)

De rol van de gemeente wordt ingevuld op drie niveaus:

  • bovenlokale afstemming van woonbeleid (bijvoorbeeld in de Netwerkstad en de Regio);
  • stedelijk beleid, stedelijke vernieuwing, stedelijke programmering, herstructurering en andere interventies;
  • wijkgerichte programmering van projecten en maatregelen binnen beleidskaders en visies op de wijk.

Het woonbeleid van de gemeente verschuift van sturen naar stimuleren, faciliteren en committeren. De woningbouwwoningcorporaties en hulp-/zorginstellingen zijn onze partners waarmee we samenwerken om de gestelde doelstellingen te bereiken.

  • 1. Bereiken van een betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen.
  • 2. Ontwikkelen van de stad en de woongebieden met een zorgvuldig ruimtegebruik.
  • 3. Ontwikkelen van woongebieden met een eigen identiteit en kwaliteit, een complementair woningbouwprogramma, hoge ruimtelijke en milieu kwaliteit en veiligheid.
  • 4. Toename van het aandeel koopwoningen in de woningvoorraad tot 55% in 2010.
  • 5. Herstructurering van (naoorlogse) wijken met een grote fysieke en sociale achterstand.
  • 6. Het bevorderen van het wonen in de binnenstad.
  • 7. Het waarborgen van het aanbod betaalbare huurwoningen in de woningvoorraad; met name in herstructureringswijken.
  • 8. Voldoende aanbod aan kavels voor particulier opdrachtgeverschap (individueel en collectief).
  • 9. Ontwikkelen van woonservicegebieden
  • 10. Zorgen voor voldoende beschermde woonvormen voor kwetsbare groepen i.v.m. extramuralisering.
  • 11. Vergroten aan fysieke toegankelijkheid van woningen en woonomgeving
4.4.12 Notitie "Een wijk voor iedereen" (2007)

De gemeente Hengelo streeft ernaar een aantrekkelijke stad te zijn voor iedereen, ook voor mensen met een handicap en de steeds groter wordende groep ouderen. Bovendien moet iedereen kunnen meedoen aan de Hengelose samenleving. 'Een zo gewoon mogelijk leven leiden ondanks beperkingen door ouderdom of handicap', vormt de kern van de vermaatschappelijking van de zorg. Dit betekent dat het burgers mogelijk moet worden gemaakt om zelfstandig thuis te (blijven) wonen, ook als zij zorg nodig hebben.

In de notitie "Een wijk voor iedereen" is de visie van de gemeente verwoord over deze ontwikkelingen. De notitie gaat nader in op het begrippenkader, de gemeentelijke ambities en formuleert de uitgangspunten voor de ontwikkeling van zogenaamde woonzorgzones in onze stad. Geformuleerde ambities zijn in steekwoorden: gewoon leven, zorg thuis, scheiden wonen en zorg, voor iedereen en samenwerken.

4.4.13 Nota Autoparkeren (2008-2012)

In december 2008 heeft de gemeenteraad de nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 vastgesteld. Dit is de visie op het nieuwe parkeerbeleid zoals deze nu is vastgesteld geldt voor heel Hengelo, dus voor het centrum én in de schil- en overige (buiten)gebieden rondom het centrum.

De gemeente Hengelo probeert evenwicht te bereiken tussen enerzijds de parkeervraag en anderzijds de optimale combinatie van bereikbaarheid en leefbaarheid. Uitgangspunt hierbij is een leefbare en bereikbare (binnen)stad door middel van sturend (minder blik op straat), vraagvolgend parkeerbeleid (bewoners), locatie beleid en bevorderen van andere (duurzame) vervoerswijzen zoals openbaar vervoer en fiets (verschuiving in de modal split).

De nieuwe Nota Autoparkeren 2008-2012 heeft de volgende doelen:

  • Bewoners, bezoekers van bewoners en ondernemers en werknemers laten parkeren op de gewenste plaatsen;
  • Een betaalbare en eerlijke verdeling van de schaarse beschikbare openbare ruimte voor elke categorie parkeerder (in de volgorde: bewoner, bezoeker/klant en werknemer);
  • Streven naar geconcentreerde grote parkeerlocaties en dubbel ruimtegebruik waar mogelijk (de juiste plaats voor de juiste prijs voor alle groepen);
  • Oplossingen bieden voor huidige en toekomstige parkeer- en bereikbaarheidsproblemen;
  • Betere geleiding automobiliteit en parkeerdruk beter spreiden;
  • Verminderde groei van de automobiliteit en autogebruik.

Om deze doelen te realiseren is aan deze Nota voor de komende vijf jaar een groot pakket van maatregelen gekoppeld.

Nieuwe parkeernormen behoren ook tot het door de raad vastgestelde parkeerbeleid. De nieuwe parkeernormering is gebaseerd op de parkeerkencijfers zoals deze landelijk zijn uitgegeven door het kennis instituut CROW. De parkeerkencijfers zijn gedifferentieerd naar stedelijkheidsgraad en stadsomvang. Binnen de beschikbare bandbreedte van deze kencijfers is voor de Hengelose situatie een keuze gemaakt tot parkeernormen per stedelijke zone, functie en aandeel bezoekers.

4.4.14 Prostitutiebeleid (2004)

Als algemeen uitgangspunt wordt aangegeven dat het regionaal afgestemde lokale prostitutiebeleid in Twente vanuit een integrale benadering wordt opgezet. De trekkersrol voor wat betreft de regulering en de handhaving ligt bij het lokale bestuur. Aspecten van volksgezondheid, veiligheid, leefbaarheid en handhaving spelen daarbij zeker een rol. Met betrekking tot de handhaving spitst het beleid zich vooral toe op de (te verwachten) mate van overlast bij de verschillende vormen van prostitutie en de kans op het plegen van strafbare feiten.

De thans aanwezige seksinrichtingen in Hengelo worden positief bestemd waarbij verdere uitbreiding van het aantal seksinrichtingen wordt uitgesloten. In het plangebied Veldwijk Noord - Winkelcentrum is geen seksinrichting aanwezig.

4.4.15 Startersbeleid

In de nota "Startersstad Hengelo" heeft de gemeente haar beleid ten aanzien van startende ondernemers uiteengezet. Het startersbeleid kent zowel een fysieke als een sociale component. Voor het bestemmingsplan is met name de fysieke component van belang. De fysieke component heeft op haar beurt weer vooral betrekking op huisvesting.


Veel starters beginnen vanuit huis, maar veelal ontstaat na enige tijd de behoefte aan andere huisvesting. Starters blijken vooral behoefte te hebben aan laagdrempelige huisvesting met aantrekkelijke huurprijzen en easy- in / easy - out contracten.


Het investeren in het creëren van goedkope, kleinschalige huisvestingsmogelijkheden voor starters is een speerpunt voor de komende jaren. Bedrijfsverzamelgebouwen spelen daarbij een belangrijke rol. Starters kunnen zich daarin vestigen, kunnen gebruik maken van een aantal gemeenschappelijke voorzieningen en profiteren van de nabijheid van andere jonge ondernemingen. Gebleken is dat er in Hengelo een grote behoefte bestaat aan dergelijke faciliteiten voor starters. De vraag naar dergelijke locaties overstijgt momenteel het aanbod.


Door de Kamer van Koophandel is uitgezocht dat in Hengelo een groot deel van de startende ondernemingen zit de detailhandel, adviesdiensten, facilitaire diensten en persoonlijke diensten. Het aandeel starters in sectoren als industrie en bouw ligt aanmerkelijk lager.


De vraag naar starterslocaties is groter dan het aanbod aan locaties. Daarbij blijkt uit onderzoek dat een groot deel van de startende ondernemingen zit in de sectoren detailhandel, adviesdiensten, facilitaire diensten en persoonlijke diensten. Om invulling te geven aan de doelstelling van het startersbeleid wil de gemeente de vraag naar starterslocaties beter af stemmen op het beschikbare aanbod.


In het profiel is vastgelegd dat op Westermaat Campus ruimte wordt geboden aan kennisgebonden/ gerelateerde industrie, de zogenoemde "New technology". Het doelgroepenbeleid is omwille van een doelmatige invulling verruimd met "technische zakelijke dienstverlening". Met deze verruiming blijft het oorspronkelijke concept overeind, maar wordt tegemoetgekomen aan de wensen vanuit de markt. Starters die zich willen vestigen in het "Campus Business Center" (CBC) dienen te passen binnen het verruimde doelgroepenprofiel zoals dat voor Westermaat Campus is vastgesteld. Starters die niet passen binnen het doelgroepenprofiel kunnen zich buiten Westermaat Campus vestigen.


Om uitvoering te geven aan de doelstellingen van het startersbeleid is ondermeer in Westermaat Campus het CBC ontwikkeld. Het CBC is een initiatief van het ROC van Twente.

4.4.16 Structuurvisie Hengelo 2030 (2007)

Op 3 juli 2007 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Hengelo 2030 vastgesteld. Het bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo voor de lange termijn. In de structuurvisie Hengelo 2030 wordt op basis van een beschrijving van de kernkwaliteiten, de historie, de maatschappelijke tendensen en de ambities een samenhangende en integrale uitwerking van een nieuwe koers voor Hengelo naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. Dat betekent nauwelijks meer uitbreiding, maar inbreiding en functiemenging in bestaand stedelijk gebied en het investeren in het omringende landschap. Deze koers brengt een vijftal kernopgaven met zich mee:

  • 1. Versterking van de economische structuur;
  • 2. Een binnenstad voor ontmoetingen;
  • 3. De sociale opgave;
  • 4. Het landschap de stad in;
  • 5. Ruimtelijke kwaliteit;

Om deze opgaven uit te voeren is een viertal kernprojecten geformuleerd. Eén van de kernprojecten is Vitale Wijken:Hengelo Zuid. Berflo Es is hierin als een van de Vitale Wijken aangegeven. De herstructurering van de Veldwijk Noord, waarvan Veldwijk Noord Winkelcentrum deel van uitmaakt, wordt hier met name genoemd.

Uitgangspunt bij de herstructurering van de Berflo Es is naast fysieke herstructurering, de sociale infrastructuur van de wijk te verbeteren, waarbij wordt ingezet op de volgende acht thema's:

- onderwijs en opvang;

- sport;

- spelen en ontmoeten;

- cultuur;

- welzijn;

- gezondheid en zorg;

- wonen;

- economie en werk

4.4.17 Toegankelijkheid

Het te hanteren beleid aangaande toegankelijkheid is weergegeven in de nota Verleiden, verplichten en voorthelpen. Bevordering toegankelijkheid gebouwen en omgeving (2007). Dat is een verdieping van het Bouwbesluit. Dit beleid is gebaseerd op toepassing van de NEN 1814 en de meest recente uitgave CROW (richtlijn integrale toegankelijkheid openbare ruimte).

Voor het waarborgen van dit beleid dient dit in alle fasen van bouw en ontwikkeling van gebouwen, waaronder woningen, en buitenruimte te worden meegenomen.

4.4.18 Uitvoeringsnota Fietsen (2003-2006)

Het bevorderen van het fietsgebruik heeft een hoge prioriteit binnen het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid. In de beleidsnota Fietsen (1993) staat het gemeentelijke fietsbeleid nader omschreven. In de "Uitvoeringsnota Fietsen 2003-2006" zijn beleidsvoornemens nader uitgewerkt tot een breed pakket van concrete maatregelen met als doel het fietsklimaat in Hengelo te verbeteren. Speerpunten hierin zijn: het verbeteren van de belangrijkste fietsroutes naar het centrum van de stad (stadsfietsroutes), het fietsvriendelijker maken van verkeersregelinstallaties en de verbetering van het fietsparkeren.

4.4.19 Woonbeleid
4.4.19.1 Gemeente en partners

Gemeente en corporatie zijn en blijven natuurlijke partners van elkaar in de ontwikkeling
en het beheer van de wijken van Hengelo. Samenwerking tussen gemeente en Welbions
leidt ook tot een hoger maatschappelijk rendement aangezien de revenuen van de
corporatie bij de ontwikkeling van vastgoed weer in de (sociale) huisvesting in de brede zin
des woord worden geïnvesteerd. Als eindverantwoordelijke voor het woonbeleid zal de
gemeente echter altijd moeten nagaan met welke partners de gestelde doelen kunnen
worden gerealiseerd. In sommige projecten zal Welbions in concurrentie met
commerciële ontwikkelaars meedingen naar de ontwikkelingsrechten. In andere gevallen,
zoals bij de vernieuwing van bestaande woonwijken, ligt het voor de hand, dat Welbions
en gemeente samen plannen ontwikkelen en uitvoeren. Zij zijn immers de belangrijkste
vastgoedeigenaren. Met andere woorden: de aard van de opgave bepaalt de wijze waarop
partijen samenwerken.

Gemeente
De gemeente heeft als organisatie van oudsher een brede rol. Op het gebied van wonen en
wijkontwikkeling is zij verantwoordelijk voor het vormen van goede en gedragen
strategische kaders binnen deze beleidsvelden. De rollen die hiermee samenhangen zijn
o.a.:

  • publiekrechtelijke autoriteit (toezien op het algemeen belang, vaststellen
    beleidskaders zoals de Woonvisie en notitie Planning en Programmering
    woningbouw), opsteller van bestemmingsplannen, vergunningverlener)
  • risicodragend investeerder in (grond)exploitaties
  • investeerder in maatschappelijk vastgoed en sociaal- en economisch wijkkapitaal
  • partner op het gebied van wonen, zorg, werken en leren;
    beheerder van de openbare ruimte.

Bovenstaande rollen betreffen de rolverdeling op hoofdlijnen. In individuele wijken en
projecten zullen afspraken worden gemaakt over rol- en taakverdeling.

4.4.19.2 Bouwen van kwantiteit naar kwaliteit

De gemeente is zich bewust van de veranderingen in de woningmarkt in Twente. Uit het
Twents Woningmarktonderzoek 2006 blijkt dat de vraag naar woningen slechts licht zal
toenemen en dat er een forse vervangingsopgave is. Dit betekent een verschuiving van kwantiteit (veel en snel bouwen in de uitleggebieden) naar kwaliteit (herstructurering en wijkvernieuwing). Deze verschuiving gaat gepaard met een intensivering van de wijkaanpak. Het streven is
om het tempo van sloop-nieuwbouw hoog te houden om de vervangingsopgave het
hoofd te kunnen bieden.

4.4.19.3 Projectenboek

In april 2008 heeft de gemeente Hengelo het Convenant Wonen 2008-2013 met Welbions afgesloten. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over wat samen te bereiken en hoe dit samen te bereiken. Voor het resultaatgebied "Bouwen: van kwantiteit naar kwaliteit" is specifiek afgesproken dat in het kader van de bedrijfsmatige én beleidsmatige afstemming tussen de gemeente en Welbions het projectenboek als instrument ingezet gaat worden.

De gemeente heeft in 2009 aangegeven welke woningbouwprojecten in Hengelo de komende jaren prioriteit krijgen. Dit is met name van belang in het licht van de geconstateerde veranderingen op de Twentse woningmarkt. Herstructureringsprojecten hebben binnen deze programmering een bijzondere positie en worden in de programmering opgenomen.

Het projectenboek gaat over de investeringen in vijf deelterreinen:

  • Nieuwbouw (nieuwe locaties in of uitbreiding)
  • Herstructurering (bestaand bezit)
  • Wonen voor kwetsbare groepen
  • Maatschappelijk vastgoed (klaverblad)
  • Overige projecten (klaverblad)
4.4.19.4 Kernvoorraad

De gemeente hecht groot belang aan het creëren van een ongedeelde stad en het bereiken van sociaal gedifferentieerde wijken. In Hengelo als geheel moeten voldoende woningen beschikbaar zijn voor de aandachtsgroep. Een ongedeelde stad betekent echter ook dat het aandeel woningen in de kernvoorraad gelijkmatig over de stad is verdeeld. Hengelo streeft ernaar dat er geen concentraties van goedkope of dure woningen zijn in individuele wijken.

Uitgaande van een verwachte ontwikkeling van krimp van de aandachtsgroep geldt voor
de woningvoorraad van de Hengelose corporatie in 2015 het volgende:

  • Het in standhouden van minimaal 8.500 woningen in de kernvoorraad
  • Het in standhouden van minimaal 10.000 woningen in de bereikbare huurklasse

De gemeente volgt eens per twee jaar de inkomensontwikkeling en waarschuwt zodra de
verhouding tussen omvang aandachtsgroep en afgesproken omvang kernvoorraad uit
balans dreigt te raken. Menging van sociale groepen is belangrijk voor de leefbaarheid, integratie en tolerantie. Wensbeeld op wijkniveau is het in stand houden van een kernvoorraad van voldoende omvang met als resultaat een gevarieerde woningvoorraad naar prijsniveau in alle wijken.

Corporaties houden bij verkoop en sloop van huurwoningen rekening met een voldoende omvang van de kernvoorraad per wijk. Dit betekent het volgende:

Wijkpercentage kernvoorraad   Verkoop en sloop kernvoorraad  
> 50%   Extra inzet  
30% - 50%   Regulier, zonder voorwaarden  
20% - 30%   Beperkt, nader motiveren  
< 20%   In principe geen (nader motiveren)  

Ten slotte geldt dat verkoop van corporatiewoningen (middels Te Woon of regulier) alleen gebeurt wanneer de omstandigheden hiervoor geschikt zijn (technische staat woning, financiële draagkracht koper etc.): het gezonde verstand prevaleert.

4.4.19.5 Te woon

Welbions biedt haar klanten zoveel mogelijk keuzemogelijkheden op het gebied van wonen. Ook als het gaat om de keuze tussen het huren of kopen van een woning. Welbions biedt daarom verschillende woningen 'Te Woon' aan. Dat betekent dat u zelf mag kiezen of u een woning wilt kopen of huren. Op die manier kunt u de wijze waarop u wilt wonen zoveel mogelijk afstemmen op uw eigen wensen en mogelijkheden. Deze vorm is aantrekkelijk omdat het voor veel doelgroepen bereikbaar is.

4.4.19.6 Woonruimteverdeling

Na ruim tien jaar volgens de afspraken uit 1994 te hebben gewerkt zijn betrokkenen van
mening dat het gekozen aanbodmodel op zich nog voldoet, maar dat het niet op alle vraagstukken een antwoord biedt. Ook het publiekrechtelijk kader en de daaraan verbonden administratieve verplichtingen, met name het vergunningenstelsel, maakt dat aan de uitvoering van de woonruimteverdeling veel administratieve eisen worden gesteld. Deze eisen verhouden zich niet met een moderne decentrale uitvoering met een lage administratieve druk en een moderne verantwoordingsstructuur.

Uitgangspunten woonruimteverdeling zijn:

  • continuering samenwerking verhuurders
  • handhaven inzichtelijk, transparant en eenvoud binnen het systeem centraal
  • inspelen op de voorkeuren van woningzoekenden en waar mogelijk verruimen
    keuzevrijheid
  • rechtvaardige en doelmatige verdeling van schaarse woningen
  • zorgen voor passende huisvesting voor urgent woningzoekenden
  • optimaal gebruik bestaande woningvoorraad
  • efficiëntie en effectiviteit: eenvoud van regels en regels alleen indien nodig.
4.4.20 Beleid kamerbewoning

Om daadwerkelijk een woning in gebruik te mogen nemen voor kamerverhuur moet het pand allereerst beschikken over de juiste bestemming. Daarnaast moet de eigenaar van een pand op grond van de regionale Huisvestingsverordening een omzettingsvergunning aanvragen voordat hij een pand mag omzetten van zelfstandige bewoning naar onzelfstandige bewoning (lees: kamerverhuur of pension). Hiermee kan worden voorkomen, dat op sommige zwakkere plekken in de stad overlast ontstaat door kamerverhuur. Het is bekend dat in sommige delen van de stad juist in deze kamerverhuurpanden overlast ontstaat bijvoorbeeld door studenten, maar vooral ook door drugscriminaliteit en andere criminele activiteiten.

De Huisvestingsverordening geeft het college de bevoegdheid nadere regels te stellen aan het verlenen van de omzettingsvergunning. Bij de beoordeling van een ingediende aanvraag voor een omzettingsvergunning zal worden getoets aan het beleid kamerbewoning. In deze beleidsregels komen naast aspecten als leefbaarheid en andere omgevingsfactoren ook technische aspecten, met name voor wat betreft brandveiligheid, aan de orde. Voor wat betreft de brandveiligheid zal in veel gevallen moeten worden voldaan aan de rechtstreeks werkende bepalingen uit het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksbesluit).

4.4.21 Welstandsnota

Per 1 juni 2004 is de welstandsnota in de gemeente Hengelo in werking getreden. Deze nota biedt het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling van bouwaanvragen met het doel de welstandsaspecten
voor de burger inzichtelijker te maken. In de nota worden voor heel Hengelo algemene criteria genoemd. Daarnaast vindt concretisering plaats door gebiedsgerichte criteria en objectieve criteria.
Omdat de criteria enkel betrekking hebben op materiaalkeuze, kleur e.d., beperkt het bestemmingsplan zich tot het regelen van de massa.
Binnen het plangebied Veldwijk Noord - Winkelcentrum zijn de volgende gebieden aanwezig: Stempelwijken.

Voor het bestemmingsplan Veldwijk Noord Winkelcentrum worden beeldkwaliteitseisen, in de vorm van een beeldkwaliteitsplan, opgesteld waaraan de nieuwbouw moet voldoen. Deze beeldkwaliteitseisen worden gezamelijk met het bestemmingsplan vastgesteld.

4.4.22 Kadernota Spelen (2007)

De uitgangspunten voor het spelen en de voorzieningen werden sinds 1979 bepaald met behulp van de Nota Speelgelegenheden. Het speelbeleid is echter in 2007 vernieuwd en vastgelegd in de Kadernota Spelen, onder het motto "Samen spelen is leren samen leven".

Speelgelegenheden omvatten zowel informele speelruimte met speelaanleidingen als formele speelruimte met speeltoestellen. Het gebied Veldwijk Noord krijgt een uitstekend aanbod aan speelmogelijkheden / speelvoorzieningen.

4.4.22.1 Informele speelruimte


Informele speelruimte is bereikbaar, toegankelijk en uitdagend. Educatief ligt voor het spelen de nadruk op het openbaar groen. Spelen in de natuur en het aanleggen van speelaanleidingen in groenvoorzieningen is essentieel (bv. speelbossen met 'scharrelkinderen') en is gekoppeld aan de hoofdgroenstructuur, zoals verwoord in het Gemeentelijk Groen Plan.

  • 1. Parken
    Parken zijn grote recreatieve plekken in het openbaar groen. Hadden parken, plantsoenen en perken vroeger voornamelijk een ruimtelijke (visueel-esthetische) functie, tegenwoordig is de gebruiksfunctie voornaam als belevingsvorm. Parken zijn ontmoetingsplekken (o.a. groenvoorzieningen waar ruimte is om gebruikfuncties te realiseren, bv. hondenrenveld). Het Broekpark is als Jungle Park een dergelijk park.
  • 2. Plantsoenen
    Naast visueel-esthetisch, functioneren zij ook in geleding, geleiding en afscherming. In de nota Groenuitgifte wordt deze functie rondom speelvoorzieningen beschermd. Door de tijdsgeest
    worden aan plantsoenen meer natuurlijke en recreatieve functies toegekend zoals; biotoop,
    habitat of leef-/vertoefplek. Hieraan zijn taken gekoppeld als leefbaarheid, slaap-/rustplek en / of eet-/foerageerplek. Dit gebruik is voor plantsoenen een minder wenselijke ontwikkeling.
  • 3. Water

Gronden bestemd tot 'Water' zijn vaak gekoppeld aan de hoofdgroenstructuur uit het Gemeentelijk Groen Plan. Water heeft een grote speelwaarde, maar kent ook een speelrisico. Het is ideaal als informele speelruimte, maar vraagt als formele speelruimte een erg goede inrichting.

  • 4. Pleintjes

Naast gronden met de bestemming 'Groen' zijn gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijf' onontbeerlijk om de intensiteit van het speelgebruik op te vangen, zoals straatvoetbal. Tevens geeft het een andere speelfunctie. Woonstraten (30-km zone), hoven, voetpaden en pleintjes
zijn zeer geschikt als informele speelruimte (hinkelen / touwtjespringen). Ook zijn deze gronden geschikt te maken voor formele speelruimte.

  • 5. Schoolpleinen

Gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' zijn als wijkwelzijnsvoorziening bij uitstek
geschikt als formele speelruimte. Soms zijn ze openbaar toegankelijk, soms semi-openbaar en soms ook niet openbaar. Zij vormen een sociale ontmoetingsplek in de wijk waar vele activiteiten worden georganiseerd. In het plangebied ligt overigens geen school die openbaar
toegankelijk is.

4.4.22.2 Formele speelruimte

De formele speelruimte moet uitdagen, bereikbaar, toegankelijk en veilig zijn. De huidige verdeling van deze speelruimte c.q. speelplekken is per wijk bepaald. De aandacht zal de komende jaren vooral uitgaan naar deze formele speelruimte zoals speelvoorzieningen c.q. speelplekken. Daarnaast zal er voor de jongeren van 12 jaar en ouder meer aandacht komen voor voorzieningen op daarvoor geschikte plekken. Te denken valt aan terreinelementen c.q. bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals
een schuilhut, basketbalpaal, ballenvanger, pannakooi of voetbalkooi.

Ook sport- en spelvoorzieningen voor de oudere bewoners van de wijk kunnen worden opgenomen (jeu de boules banen, dam- en/of schaakpleintjes, zit- en ontmoetingsplekken en fitness- / beweegpleinen), evenals aangepaste speeltoestellen voor minder-validen. Een en ander kan sociaal als ontmoetingsplek voor de buurt gaan functioneren. Dit kan de leefbaarheid van de wijk verbeteren.

4.4.23 Beleid Duurzame Ontwikkeling 2006-2010

De beleidsnota Duurzame Ontwikkeling 2006-2010 heeft als doel om Duurzame Ontwikkeling expliciet op de agenda van de ontwikkeling van Hengelo te plaatsen, en daarmee een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsambitie van de gemeente. Het beleidsplan geeft het algemene kader weer voor duurzame ontwikkeling binnen de gemeente Hengelo. Jaarlijks wordt hier een uitvoeringsplan aangekoppeld.

4.4.24 Gemeentelijke Nota Geluid (2009)

De doelstellingen van het gemeentelijke geluidbeleid uit de nota zijn:

  • Bijdragen aan het realiseren van een goed woon- en leefklimaat in Hengelo.
  • Handvat voor omgevingsvergunningen, maatwerkvoorschriften, evenementen en
    APV-afwijkingen.
  • Handvat voor geluidambities bij ruimtelijke planvorming en het zonodig vaststellen van hogere geluidgrenswaarden.
  • Verantwoording van de inzet van middelen om de geluidsituatie positief te beïnvloeden.

De nota geluid geeft aan hoe de gemeente Hengelo dit gestructureerd, volgens een vaste systematiek, wil aanpakken:

  • Een zo integraal mogelijke gebiedsgerichte benadering. Hiertoe zijn in Hengelo vijf gebiedstypen onderscheiden: Wonen, Binnenstad en winkelgebieden, Industrie en bedrijven, Buitengebied en stadsparken en. Verkeerszones
  • Ambities per gebiedstype (ambitiewaarden) en maximaal toegestane waarden (plafondwaarden)
  • Geluidsaspecten worden zoveel mogelijk in de initiatieffase van de ruimtelijke planontwikkeling betrokken
  • Zoveel mogelijk aanhouden van de volgorde: eerst bronmaatregelen, dan overdrachtmaatregelen en dan pas maatregelen bij de ontvanger. Dit betekent o.a. dat waar nodig en mogelijk stillere wegdektypen worden toegepast. Als bronmaatregelen en/of overdrachtmaatregelen onvoldoende resultaat hebben kan geluidbelasting tot maximaal de plafondwaarde voor het betreffende gebiedstype worden toegestaan als er sprake is van voldoende (akoestische) compensatie.
  • Bij verkeersplannen wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met effecten van geluid.
  • Een eenduidige normstelling voor bedrijven.

In het betreffende plan is rekening gehouden met de nota geluid.

4.4.25 Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus

In de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) Berflo Es, gesloten in 2005, hebben de partijen (gemeente en de woningbouwcorporaties) uitgesproken de herstructurering van de wijk Berflo Es met elkaar ter hand te nemen. Ten behoeve van de herstructurering in het deelgebied Veldwijk Noord is een Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus opgesteld.

De Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus is vastgesteld door de gemeenteraad op 14 april 2009. De belangrijkste ambitie uit de Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus is het creëren van een wijk met als doel een aantrekkelijke, veilige en levensloopbestendige woon- en leefomgeving. Dat moet onder andere worden bereikt door het versterken van de interne groen- en waterstructuur, het laten uitgroeien van de omgeving van het FBK-stadion tot een toegankelijk en multifunctioneel sportpark, het vestigen van een maatschappelijke voorziening/multifunctionele accommodatie in het waterwinpark en een nieuw buurtwinkelcentrum.

Het deelgebied Waterpark uit de Nota van Uitgangspunten Veldwijk Noord Plus is reeds vertaald in het bestemmingsplan Waterpark Veldwijk Noord.