Plan: | Hengelo Zuid - Veldwijk e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0044-0302 |
Hengelo was tot 1868, toen Charles Stork zijn ijzer- en metaalgieterij en draaierij van Borne naar Hengelo verplaatste, een boerendorp met hier en daar een textielfabriekje. Vanuit het kleine centrum waaierden landwegen uit in het ommeland. De Twekkelerweg, Berfloweg en Langelermaatweg ontsloten de Berflo Es. Deze es is in de middeleeuwen ontstaan. Toen gingen boeren over tot intensievere bemesting en zetten zij gemeenschappelijke akkers om in permanent akkerland. Dat deden zij op plekken die niet te nat en niet te droog waren. De Berflo Es, gelegen op een lichte glooiing, was in dat opzicht ideaal. De Berflobeek en Waarbeek garandeerden een continue aan- en afvoer van water, terwijl het natte 'veld' ten oosten van de Twekkelerweg geschikt was om vee te laten grazen. De Kuipersdijk illustreert de pogingen om ook dit gebied te ontginnen. Samen met de Breemarsweg- Pruisische Veldweg vormt het een oude structuur die 'aan het centrum voorbijgaat'.
De Berflo Es speelde een bijrol in de daarop volgende industrialisering. Ten noorden van het gebied werd, vanaf 1865, een internationaal spoorwegknooppunt aangelegd. Ten westen van de wijk vlogen de fabriekscomplexen van Stork uit de grond. De Berflo Es kreeg slechts afgeleide functies toebedeeld. Het waterwingebied aan de Kuipersdijk produceerde schoon drinkwater voor de stad. Kort na de opening in 1896, vestigde de Hengelose brouwerij zich in de wijk. De brouwerij lag ingeklemd tussen de spoorlijn Hengelo-Enschede en de lokaalspoorweg Hengelo-Haaksbergen-Winterswijk. De huidige Parallelweg ligt op de plek van het vroegere tracé. Het lokaalspoor liep vervolgens achter de Twekkelerweg langs, dwars door wat nu Veldwijk Noord heet. In Veldwijk Noord is de lijn verdwenen; het AKZO-lijntje volgt ten zuiden van de Pruisische Veldweg nog altijd het historische tracé. Intussen eiste Stork alle aandacht op. Niet alleen de onderneming was een succes, maar ook Tuindorp 't Lansink zette alle andere Hengelose wijken in de schaduw. Dat is weleens ten koste gegaan van de waardering voor iets eenvoudiger vooroorlogse buurten, zoals de oude kern van Berflo Es Noord. Deze buurt bestaat uit een netwerk van no-nonsense straten, waarlangs vrijstaande of twee-onder-een-kap woningen strak in het gelid staan. De afstand tussen de woningen bedraagt vaak niet meer dan 1,0 meter, net voldoende om met een kruiwagen rondom de woning te lopen. De steegjes bleken in de praktijk van onschatbare waarde voor de ontsluiting van bedrijfjes die her en der op het achtererf ontstonden. Deze typologie is niet uniek voor de Berflo Es. De Afrikaanderbuurt heeft ongeveer dezelfde opbouw. Het is het Hengelose Type: stad en dorp op een steenworp van het centrum. Na de Tweede Wereldoorlog verliest de stedenbouw haar regionale 'fingerspitzengefühl'. Het witte dorp met haar noodwoningen op riante kavels appelleert nog aan het Twentse 'mijn huis op mijn kavel', maar de uniforme bouwblokken in de Berflo Es Zuid doen dat al een stuk minder.
De echte breuk met het verleden doet zich in Veldwijk Noord en Veldwijk Zuid voor. De jaren '50 verkaveling bestaat hier uit een herhaling van 'licht, lucht en ruimte' stempels, waarin nagenoeg identieke portieketageflats en eengezinswoningen elkaar afwisselen. Bijna alle ruimte is semiopenbaar; het aandeel 'privé' is tot een minimum teruggebracht. Hoewel Veldwijk Noord en Veldwijk Zuid op het eerste gezicht sterk op elkaar lijken, zijn er ook verschillen. Veldwijk Zuid is, net als de Berflo Es Zuid, tamelijk in zichzelf gekeerd.
Het gebied wordt in het noorden begrensd door de Enschedsestraat en de Spoorlijn Hengelo-Enschede, de belangerijkste vervoersas tussen beide steden. in het westen wordt het plangebied begrensd door de Twekkelerweg, een invalsweg vanuit het zuiden met historische betekenis, In het zuiden en oosten ligt de grens langs de rand van het stedelijk bebouwde gebied.