Plan: | Bedrijventerrein Westermaat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0020-0302 |
In de Omgevingsvisie schetsen Provinciale Staten hun visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van onze provincie. Het vizier is daarbij gericht op 2030. Zij geven aan wat volgens hen de ambities en doelstellingen van provinciaal belang zijn en hoe zij Gedeputeerde Staten opdragen deze te realiseren. Provinciale Staten heeft de Omgevingsvisie op 1 juli 2009 vastgesteld.
De Omgevingsvisie heeft de status van:
Enkele belangrijke beleidskeuzes waarmee Provinciale staten hun ambities willen realiseren:
De provincie streeft naar vitale werklocaties die aansluiten bij de vraag van ondernemers. Ten aanzien van bestaande bedrijventerreinen zijn er verschillende strategieen. In het algemeen kan worden gesteld dat er behoefte bestaat aan diversiteit in vestigingsmilieus die bovendien een goede fysieke en virtuele bereikbaarheid kennen met een duurzaam gebruik van grond en energie. De manier waarop we omgaan met bedrijventerreinen moet veranderen. Bestaande bedrijventerreinen verouderen snel, terwijl er relatief makkelijk nieuwe terreinen worden aangelegd. Hierdoor hebben herstructurering en parkmanagement slechts beperkt succes. Om deze reden wordt een rem gezet op de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen en wordt ingezet op herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Het beleid voor nieuwe en bestaande niet (sterk) verouderde bedrijventerreinen is erop gericht minimaal het kwaliteitsniveau te handhaven, maar liever te verhogen.
Het plangebied valt deels onder het grondwaterbeschermingsgebied Hasselo. In beginsel bestaat het grondwaterbeschermingsgebied, zoals in beeld is gebracht, uit drie deelgebieden:
De bescherming van grondwatergebied is vastgelegd in het Beleidsplan Grondwaterbescherming Overijssel 2006. In het eigenlijke beschermingsgebied geldt de strengste bescherming en wordt, in tegenstelling tot de grondwaterbeschermingsgebied, geen enkele ontheffing op de verbodsbepalingen gegeven. In de intrekzone gelden geen verboden. Bescherming van intrekgebieden vinden plaats via de ruimtelijke ordening.
Het beleid met betrekking tot het grondwaterbeschermingsgebied is er in het algemeen op gericht verontreiniging te voorkomen. Afhankelijk van het gebied waar functiewijzigingen gaan plaatsvinden, moet er een stap vooruit, dan wel een stand still worden aangetoond van de nieuwe functie t.o.v. de "oude" functie met behulp van te nemen maatregelen of te stellen voorwaarden aan de ontwikkeling. Voorwaarden, die gesteld kunnen worden, zijn bijvoorbeeld het vloeistofdicht maken van verharde oppervlakten, het beperkt of niet gebruiken van bestrijdingsmiddelen en meststoffen of het toepassen van aanvullende voorzieningen bij rioleringen. Ruimtelijk gezien zijn alleen natuurontwikkeling, verblijf- en dagrecreatie, kleine ontgrondingen, beperkte woningbouw en parkeeraccommodatie onder voorwaarden mogelijk.