Plan: | Bedrijventerrein Westermaat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0020-0302 |
De voor "Leiding - Water" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van hoofdtransportleidingen voor drinkwater.
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.2 en toestaan dat mag worden gebouwd ten behoeve van de basisbestemming, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast.
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1. eerste lid onder c Wabo wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van opslag van goederen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.4voor het toestaan van de opslag van goederen. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 21.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 21.6.1 genoemde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in 21.6.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Overtreding van het verbod dat is gesteld onder 21.6.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.