Plan: | `t Weusthag |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0008-0301 |
Het plangebied `t Weusthag is een beeldbepalend en een ontwikkelingsgericht gebied. Alhoewel het gebied een goede ruimtelijke kwaliteit heeft, zijn ontwikkelingen mogelijk. Aangezien de ontwikkelingen op het moment van opstellen van het bestemmingsplan niet voldoende concreet zijn of gezien de doorlooptijd het niet wenselijk is deze in het actualisatieplan mee te nemen, kan voorliggend bestemmingsplan deze ontwikkelingen niet faciliteren. Uitgangspunt is derhalve dat het bestemmingsplan conserverend van karakter is en de geldende regelingen voor het plangebied actualiseert.
Qua bebouwingsvoorschriften (bijvoorbeeld goot- en nokhoogten) wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande situatie en ook de bebouwingsgrenzen volgen zoveel mogelijk de bestaande bebouwing, of volgen de lijn evenwijdig aan de straat. Om het bestemmingsplan niet te star te maken wordt in veel gevallen alleen gewerkt met een maximale goot- en bouwhoogte en wordt er bijvoorbeeld een uitzondering gemaakt voor die bouwwerken die al hoger zijn dan de maximale hoogte. Om nog verdere flexibiliteit te bewerkstelligen zal met een algemene afwijkingsbepaling worden gewerkt.
Maatschappelijke en economische veranderingen hebben de laatste jaren de rol van de gemeente bij de ruimtelijke inrichting echter gewijzigd. Onder maatschappelijke organisaties, private partijen en burgers is de belangstelling voor ruimtelijke vraagstukken sterk toegenomen. De samenleving genereert een ononderbroken stroom van ideeën, visies en plannen voor de ruimtelijke inrichting van met name de binnenstad van de gemeente. Dit alles overstijgt tegenwoordig in toenemende mate de kaders van het klassieke instrumentarium van (vaak passief en star) planologisch beleid. Het globaliseren en flexibiliseren van het bestemmingsplan `t Weusthag is daarom een wenselijke ontwikkeling.
Het ruimtelijk beleid in de gemeente Hengelo moet in een dynamische omgeving kunnen omgaan met onzekerheid en zich wijzigende omstandigheden. Het moet bijtijds mogelijkheden scheppen voor gevarieerde initiatieven en inzichten. Daarbij dienen als uitgangspunten te gelden: globaliteit en flexibiliteit in planvormen, en een gedegen en herkenbaar beleid op sociaal-planologisch gebied. Doel moet zijn het goed op elkaar doen aansluiten van de gewenste maatschappelijke functies (productie, wonen, recreatie, verkeer en vervoer) en het bevorderen van ruimtelijke kwaliteit.