Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0164.BP0007-0301 |
Het buitengebied wordt gekenmerkt door een toenemende multifunctionaliteit. In het verleden was het vooral de agrarische sector die het gezicht van het buitengebied bepaalde. Nu zijn het in toenemende mate de niet-agrarische functies die mede het beeld van het buitengebied bepalen.
Het bestemmingsplan Buitengebied is conserverend van aard. Incidenteel zijn kleinschalige ontwikkelingen mogelijk in de vorm van een woning of bedrijfsactiviteiten met geringe milieubelasting. Bestaande niet-agrarische bedrijven zijn al langer aanwezig en bevinden zich verspreid over het buitengebied veelal op ruime afstand van woningen van derden en vormen geen knelpunt. Bij nieuwe gevoelige bestemmingen (woningen) zal getoetst worden aan de zoneringsafstanden uit de VNG-brochure bedrijven en milieuzonering.
Voor agrarische bedrijvigheid geldt specifieke milieuregelgeving. Regels voor agrarische bedrijvigheid zijn onder meer geformuleerd in de Wet ammoniak en veehouderij, de Wet geurhinder en veehouderij en de Wet milieubeheer. In het kader van milieuvergunningverlening zal aan deze regels worden getoetst.
Het bestemmingsplan Buitengebied heeft voornamelijk betrekking op het conserveren van een bestaande situatie. Voor de bestaande situatie is in principe geen bodemonderzoek noodzakelijk. Wanneer binnen het conserverend bestemmingsplan (incidenteel) nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn dient een onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemgesteldheid. De ontwikkellocaties zijn nader beschreven in hoofdstuk 7 van de MAS (zie bijlage 3 bij de toelichting).
De normstelling voor geluid is geregeld in de Wet geluidhinder. Deze geeft de normen voor industrielawaai, wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai. Regels ter uitvoering van de Wet geluidhinder zijn vastgelegd in het Besluit geluidhinder. Luchtvaartlawaai is niet in de Wet geluidhinder, maar in de Luchtvaartwet geregeld. In het buitengebied kan de geluidsbelasting door wegverkeer, railverkeer en luchtvaartlawaai een rol spelen. Hierna worden deze vormen van geluidsbelasting achtereenvolgens behandeld.
Industrielawaai
Een deel van het bestemmingsplan Buitengebied ligt binnen de geluidzone van de geluidgezoneerde industrieterreinen Westermaat en Twentekanaal. Binnen de geluidzone vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Het aspect industrielawaai hoeft voor het plan Buitengebied niet nader onderzocht te worden.
Wegverkeerslawaai
In de Wet geluidhinder is aangegeven dat er wettelijke zones zijn langs wegen. De zone wordt bepaald door een binnen- of buitenstedelijke ligging en het aantal rijbanen. Wegen met een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur of lager zijn niet zoneringsplichtig. Deze wegen hoeven verder niet onderzocht te worden.
Aangezien de actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied in hoofdzaak een conserverend karakter heeft, is uitsluitend akoestisch onderzoek gedaan naar de geluidsbelasting ter plekke van de ontwikkellocaties. Uit de berekeningen blijkt dat wegverkeerslawaai geen belemmering vormt voor de te realiseren woningen.
Railverkeerslawaai
In het Besluit geluidhinder is opgenomen dat binnen de zone van het spoor een akoestisch onderzoek uitgevoerd dient te worden. Verschillende delen van het plangebied liggen binnen de zone van een spoorlijn. Aangezien de actualisatie in hoofdzaak een conserverend karakter heeft, met uitzondering van de ontwikkellocaties, en de ontwikkellocaties niet zijn gelegen binnen de zone van een spoorweg is het aspect railverkeersgeluid niet van belang.
Luchtvaartlawaai
Op 5 juni 1992 is de geluidzone van het Vliegveld Twente vastgesteld door de Staatssecretaris van Defensie.
De vastgestelde zone is op de verbeelding aangegeven. Het bestemmingsplan Buitengebied ligt gedeeltelijk binnen de 35 KE-contour tot en met globaal de 55 KE-contour. Binnen deze contouren gelden beperkingen met betrekking tot nieuw te projecteren geluidgevoelige bestemmingen. Aangezien er echter binnen de 35-KE-contour, binnen het bestemmingsplan Buitengebied, geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen worden geprojecteerd is dit aspect niet van belang.
Door de Staatssecretaris van Defensie is de vliegbasis Twenthe 1 januari 2007 gesloten voor het militaire vliegverkeer. Het zonebesluit is echter nog niet ingetrokken. Dit betekent dat de momenteel vastgestelde geluidszone nog van kracht is.
Bovendien speelt op dit moment de discussie of na sluiting van het militaire vliegveld een doorstart van de burgerluchtvaart zal gaan plaatsvinden.
Er zijn geen nieuwe (beperkt)kwetsbare objecten geprojecteerd binnen het invloedsgebied van inrichtingen die vallen onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen. Toetsing aan het BEVI is daarom niet noodzakelijk.
Door en langs het plangebied lopen het spoortraject Hengelo-Oldenzaal, Hengelo–Enschede, Hengelo-Almelo en Hengelo-Zutphen. Met uitzondering van het traject Hengelo-Enschede worden over deze spoortrajecten gevaarlijke stoffen vervoerd. Daarnaast ligt het plangebied gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van enkele wegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd: de A1, de A35 en de N18 (Haaksbergerstraat). In het kader van het basisnet vervoer gevaarlijke stoffen is onderzoek gedaan naar het risico van het gevaarlijke stoffenvervoer over deze transportassen. Langs geen van de transportassen wordt een plaatsgebonden risicocontour berekend. Daarnaast is langs deze trajecten in het plangebied, mede vanwege de lage bevolkingsdichtheden, het groeprisico nu en in de toekomstige situatie gering. Bovendien vindt door voorliggend plan geen verdichting van de bebouwing plaatst en zal het groepsrisico niet toenemen.
In het buitengebied liggen diverse hogedruk aardgasleidingen en een brandstofleiding. Het tracé van de leidingen is op de verbeelding vastgelegd. Aan weerszijden van hoofdtransportleidingen moet een belemmerde strook in acht worden genomen van 2x5 meter. Voor regionale transportleidingen voor aardgas geldt een strook van 2x4 meter. Deze belemmerde stroken zijn op de verbeelding aangegeven. Binnen deze strook geldt, behoudens ontheffingen, een verbod tot het oprichten van bouwwerken en geldt een aanlegvergunningstelsel voor werken of werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de buisleiding. Binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 worden geen nieuwe kwetsbare objecten gerealiseerd. Alle ontwikkellocaties liggen ruimschoots buiten het invloedsgebied van de leidingen. Een verantwoording van het groepsrisico is niet noodzakelijk.
Op 15 november 2007 is Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen (Wet luchtkwaliteit) aan de Wet milieubeheer toegevoegd en van kracht geworden. De wet is enerzijds bedoelt om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.
De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen.
Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet Luchtkwaliteit onder andere geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
Het bestemmingsplan Buitengebied is een zogenaamd conserverend plan. Dit betekent dat bestaande functies worden bestemd. Het opnieuw vastleggen van de bestaande functies heeft geen negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit. Kleinschalige ontwikkelingen zoals het incidenteel bouwen van een woning is mogelijk. Deze ontwikkelingen vallen onder het begrip niet in betekenende mate. Luchtkwaliteit is daarom geen belemmering voor deze ontwikkelingen.
Met behulp van de rapportagetool is voor het jaar 2008 en 2009 een berekening uitgevoerd ter plaatse van de maatgevende wegen in en rondom Hengelo. Berekend is of er binnen de gemeente Hengelo in 2008 en 2009 knelpunten waren met betrekking tot de luchtkwaliteit langs wegen. Uit deze rapportage blijkt dat in 2008 en 2009 nergens in Hengelo de grenswaarden voor PM10 en NO2 werden overschreden.
In het bestemmingsplan wordt geen ruimte gemaakt voor m.e.r.(-beoordelings)plichtige activiteiten.