38.1 Algemene wijzigingsbevoegheid
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd krachtens het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten aanzien van:
-
a. het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 5 meter mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding;
-
b. de lijst van bedrijfsactiviteiten te wijzigen, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
-
c. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, worden gewijzigd;
-
d. het wijzigen van de bestemming van een perceel, teneinde deelname aan de rood voor rood regeling toe te staan, mits voldaan wordt aan de Rood voor Rood criteria, zoals opgenomen in bijlage 5;
-
e. het wijzigen van de bestemming van een perceel, teneinde hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen en het bijbehorende erf toe te staan, mits voldaan wordt aan de VAB-criteria zoals opgenomen in bijlage 6;
-
f. het wijzigen van de bestemming van een perceel, teneinde deelname aan de nieuwe landgoederen regeling toe te staan, mits voldaan wordt aan de Nieuwe Landgoederen criteria, zoals opgenomen in bijlage 7.