Plan: | Buitengebied Hardenberg, Reestdal en Bergentheim-Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00181-VG01 |
Bepalend voor de identiteit van het Reestdal is het riviertje De Reest. De Reest ontspringt in het veengebied ten oosten van Dedemsvaart en stroomt in westelijke richting. De Reest heeft door de jaren heen vrij door het gebied gemeanderd. De laagte waardoor de Reest meandert vormt het beekdal, de ernaast gelegen dekzandruggen vormen de basis voor het essen- en hoevenlandschap. Waar de beek dicht langs de zandkoppen loopt (of heeft gelopen), zijn stijlranden ontstaan. De zandgronden waren zeer geschikt als akker.
Bijzonder aan het Reestdal is de karakteristieke, streekeigen bebouwing, zoals de hallenhuistypen. In de loop der tijd zijn nieuwe woningen in diverse stijlen toegevoegd, al dan niet geclusterd in buurtschappen.
De rijksweg N48 (Ommen-Hoogeveen) en de provinciale weg N377 (Hasselt-Coevorden) vormen belangrijke verkeersverbindingen. Er zijn verschillende paden en wegen aanwezig. De verharde paden zijn voornamelijk voor intensief publiekelijk gebruik. De onverharde paden leiden meestal naar een erf of hebben een recreatieve functie (wandelen, fietsen). De onverharde wegen geven een "landelijke sfeer". De Reest is een barrière geweest voor het ontstaan van paden/routes van noord naar zuid en andersom. Daarom wordt de Reest relatief weinig overbrugd door wegen.
Afbeelding 3.1: Een onverharde weg in het Reestdal
Het verkavelingspatroon in het Reestdal is zeer divers. In het beekdal en het essen- en hoevenlandschap is deze onregelmatig en grillig, terwijl deze in de jongere ontginningsgebieden rationeel en rechthoekige is (wijkenstructuur).
Ook de hoeveelheid en type beplanting is sterk wisselend. Het beekdal kent plaatselijk (overblijfselen van) bosjes en houtwallen. In het essen- en hoevenlandschap werd de es vrij gehouden van beplanting, rondom de es liggen houtsingels- en -wallen als perceelsafscheiding. In het overige deel van het plangebied is sprake van bomenrijen langs de ontginningsassen, erfbeplanting en elzensingels op de kavelgrenzen.
Ter plaatse van de bovenloop van de Reest liggen de erven geclusterd op de hogere delen in het landschap. Modernere erven vormen linten door het plangebied, zoals Noord Stegeren. Deze jongere erven hebben een meer rationele opbouw. Meer stroomafwaarts liggen de erven (eveneens op de hogere koppen) meer verspreid in het landschap, zoals Oud-Avereest. Deze erven hebben in het verleden veel vernieuwing doorstaan, vanwege een toename van de welvarendheid door een groei van de landbouw. De beslotenheid van het vroegere erf heeft hier plaatsgemaakt voor een erf met een meer open karakter, gericht op de buitenwereld. Door de groei van de landbouw zijn hier grote schuren ontstaan. De erven in het veen- en heideontginningslandschap zijn relatief jong, smal, opstrekkend en rationeel ingedeeld.
Afbeelding 3.2: Beekdallandschap
Het beekdallandschap kent hoge ecologische waarden. Dit gebiedstype is waardevol door het voorkomen van bijzondere planten als de noordse zegge. De natte weiden en hooilanden zijn een broedgebied voor weidevogels als grutto, kievit en tureluur. Daarnaast is het beekdal een foerageergebied voor de das.
De overgang van de hooilanden uit het beekdal naar de hoger gelegen zandgronden van het essen- en hoevelandschap zorgt voor veel gradiënten (nat en droog, voedselarm en voedselrijk). Ook dit heeft tot geval dat hier hoge natuurwaarden voorkomen, waaronder diverse bijzondere plantensoorten. Binnen dit landschapstype zijn de schrale bermen en eiken-berkenbosjes kenmerkend. Het essen- en hoevenlandschap wordt door de das gebruikt als foerageergebied. In beide ontginningslandschappen zijn de natuurwaarden beperkt.
Het Reestdal kent een grote diversiteit aan functies, waaronder wonen, landbouw, niet-agrarische bedrijvigheid en recreatie.
Uit de LIK is gebleken dat er vier verschillende landschapstypen binnen het Reestdal aanwezig zijn (zie afbeelding 3.3), namelijk het:
Afbeelding 3.3: Kaart landschapstypen in het Reestdal
Beekdallandschap
Voor het beekdallandschap is het toekomstbeeld met name gericht op de ontwikkeling van de natuur en een duurzamer waterbeheer. Kernbegrippen hierbij zijn natuur, recreatie en water.
Veel van deze beoogde ontwikkelingen kunnen echter niet van het bestemmingsplan worden geregeld, maar vallen onder de verantwoordelijkheid van bijvoorbeeld Overijssels Landschap of het waterschap. Wel zal het bestemmingsplan zo min mogelijk beperkingen opleggen voor ontwikkelingen die binnen de ontwikkelingsvisie passen.
Essen- en hoevenlandschap
De visie voor dit landschapstype is gericht op natuur, recreatie, landbouw, landschap en cultuurhistorie. Echter, het essen- en hoevenlandschap is een waardevol, maar ook kwetsbaar gebied. Dit betekent dat de aanwezige en te ontwikkelen functies rekening met elkaar moeten houden.
Veenontginningslandschap
De visie richt zich op behoud en ontwikkeling van de landbouw en het landschap. Het gaat om twee deelgebieden: Sponturfwijk en Achterveld.
Heideontginningslandschap
De toekomstvisie richt zich met name op de landbouw en het landschap. Het toekomstbeeld voor het heideontginningslandschap bestaat uit een halfopen landschap met een variëteit aan functies.
Afbeelding 3.4: Visiekaart Reestdal