6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de parkeervoorzieningen;
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
a. lid 6.2, sub a, onder 1 of 2:
met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m dient te bedragen;
-
b. lid 6.2, sub a, onder 2 en 3:
indien dit in overeenstemming is met het gemeentelijk woonbeleid of er aanleiding is om het aantal woningen in een gebouw of op een bouwperceel te wijzigen vanwege andere marktomstandigheden en/of het voorkomen van leegstand;
-
c. lid 6.2, sub a, onder 4, 5 of 6:
voor het bouwen van gebouwen in een andere hoofdvorm, indien dit in overeenstemming is met het gemeentelijk woonbeleid of er aanleiding is om de hoofdvorm te wijzigen vanwege andere marktomstandigheden en/of het voorkomen van leegstand;
-
d. lid 6.2, sub a, onder 8:
met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt;
-
e. lid 6.2, sub a, onder 9:
voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%;
-
f. lid 6.2, sub a, onder 10:
voor het bouwen van een gebouw met twee bouwlagen met of zonder kap indien ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' is aangeven dat één bouwlaag is toegestaan;
-
g. lid 6.2, sub a, onder 11:
voor het verhogen van het percentage, met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de woonfunctie ter plekke, dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte;
-
h. lid 6.2, sub c, onder 1en 2:
mits de bouwhoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de goothoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de goothoogte van het hoofdgebouw;
-
i. lid 6.2, sub c, onder 4:
tot een oppervlakte van 100 m² voor aan huis gebonden beroepen, mits niet meer dan 60% van het bouwperceel wordt bebouwd.
tot een bouwhoogte van 3 m voor erf- en terreinafscheidingen en 15 m voor overige bouwwerken.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
a. wonen in een woning, anders dan ten behoeve van een huishouding, met dien verstande dat een huishouden wel mag worden aangevuld met een huishouding ten behoeve van dringende sociale, verzorgings- of sociaal-economische redenen;
-
b. het gebruik van gronden en bouwwerken in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een aan huis gebonden beroep;
-
c. opslag voor de voorgevel van het hoofdgebouw.
6.4.1 Aan huis gebonden beroep
De uitoefening van aan huis gebonden beroepen is alleen toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. de aan huis gebonden activiteiten voor het beroep mogen uitsluitend inpandig worden verricht;
-
b. de vloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m²;
-
c. degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis gebonden beroep uitoefent;
-
d. er mag geen detailhandel plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis gebonden beroep;
-
e. het parkeren dient binnen het erf op eigen terrein plaats te vinden, dan wel in alternatieve ruimte waarin in de nabijheid wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en/of onderhouden van alternatieve parkeer- en of stallingsruimte.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Kleinschalige bedrijfsactiviteiten
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4 sub b ten behoeve van kleinschalige bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
-
a. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten behoren tot maximaal categorie 1 van de in de bijlage opgenomen Staat van Bedrijven met inachtneming van de in de Handreiking bedrijven en milieuzonering van de VNG genoemde richtlijnen voor onder meer afstanden;
-
b. niet is toegestaan:
- een horeca-inrichting, met uitzondering van een bed- and breakfastvoorziening;
- detailhandel, behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met de kleinschalige bedrijfsactiviteit en internetwinkels;
- groothandel;
- reparatiewerkzaamheden voor particulieren van motoren, motorvoertuigen, vaartuigen, caravans, landbouwvoertuigen of bromfietsen;
-
c. kleinschalige bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in categorie 1, van de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijven eveneens zijn toegestaan nadat door aanvrager is aangetoond dat deze activiteiten wat betreft geur, stof en geluid en gevaar en wat betreft ruimtelijke uitstraling, omvang en intensiteit, met een bedrijf uit categorie 1 van de Staat van bedrijven gelijk kunnen worden gesteld;
-
d. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten naar ruimtelijke uitstraling, omvang en intensiteit ondergeschikt dienen te zijn en te blijven aan de bestemming voor de woning, waarbij het bedrijfsvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan maximaal 30% van de bruto vloeroppervlakte van de woning, met inbegrip van de bijgebouwen;
-
e. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten:
- geen onevenredige hinder mogen opleveren voor de omgeving;
- geen onevenredige afbreuk mogen doen aan het ruimtelijk (woon)karakter van de buurt;
- de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen aantasten;
- geen onevenredige nadelige invloed mogen hebben op de afwikkeling van het verkeer en mogen niet leiden tot onaanvaardbare parkeerdruk;
- geen publieksgericht karakter mogen hebben, uitsluitend bezoek op afspraak is toegestaan;
-
f. opslag van goederen of stalling van motorrijtuigen, aanhangwagens en fietsen die verband houden met de kleinschalige bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan in gebouwen;
-
g. degene die gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die de kleinschalige bedrijfsactiviteiten uitoefent;
-
h. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend inpandig worden verricht.
6.5.2 Zorgfuncties bij het wonen
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4, sub a voor het in één of meerdere woningen wonen in groepsverband voor speciale doelgroepen, zoals hulpbehoevenden met daarbij behorende speciale woonzorgfuncties, met dien verstande dat de vestiging geen onevenredige afbreuk ten aanzien van het woon- en leefklimaat (waaronder geluidhinder) voor omwonenden zal opleveren. De aanvraag om een omgevingsvergunning dient in te gaan op de mogelijkheid van verstoring van het woon- en leefklimaat en eventueel noodzakelijke maatregelen die nodig zijn om hinder voor omwonenden te voorkomen.