Plan: | bestemmingsplan bedrijvenpark Haardijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00167-VG01 |
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) verplicht gemeenten en provincies die omgevingsvergunningen verlenen of een bestemmingsplan maken, rekening te houden met externe veiligheid. Doel van het Besluit externe veiligheid inrichtingen is individuele en groepen burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen.
In het rapport 'Hardenberg: bewust veilig' heeft de gemeente Hardenberg haar externe veiligheidsbeleid voor de periode 2011-2014 uitgewerkt. Daarin zijn onder meer hindercontouren van Bevi-inrichtingen aangegeven. Op 31 mei 2011 heeft de gemeente de (herziene versie van de) Opleg-Notitie externe veiligheid vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe binnen actualiseringsplannen met externe veiligheid moet worden omgegaan. Onderhavig bestemmingsplan volgt de systematiek van de oplegnotitie. Dit betekent: het vastleggen van de externe veiligheidssituatie en het, daar waar noodzakelijk, opnemen van regels die de ontwikkelingsmogelijkheden vastleggen.
In de directe nabijheid van het plangebied is één bedrijf gelegen dat onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen valt (bron: Risicokaart Overijssel). Het gaat om de lpg-installatie van het tankstation aan Haardijk 1. Aangezien binnen deze op de verbeelding aangeduide zone geen (beperkt) kwetsbare objecten zijn gelegen, kan een risicoberekening achterwege blijven.
Binnen het plangebied zijn drie vuurwerkopslagen aanwezig, namelijk ter plaatse van De Spil 1, 3 en 11. Het gaat hier om inrichtingen die niet onder het Bevi, maar onder het Vuurwerkbesluit vallen. De risicozones van deze inrichtingen vallen binnen de betreffende terreingrenzen, zodat er op dit punt geen sprake is van knelpunten.
Het plangebied valt ruim buiten de effectafstand van aardgastransportleidingen (bron: Risicokaart Overijssel).
De N34 en de Haardijk zijn aangewezen voor het transport van gevaarlijke stoffen. Aangezien dit bestemmingsplan niet leidt tot een toename van het groepsrisico - anders dan al is voorzien in de vigerende bestemmingsplannen - is een onderzoek op dit punt eveneens niet noodzakelijk.