direct naar inhoud van Hoofdstuk 1 Inleiding
Plan: bestemmingsplan bedrijvenpark Haardijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0160.0000BP00167-VG01

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding

Elke gemeente dient op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) om de tien jaar haar bestemmingsplannen te herzien of zo mogelijk een verlengingsbesluit te nemen, dan wel een beheersverordening vast te stellen. Indien de gemeenteraad dit niet tijdig doet, vervalt haar bevoegdheid om leges te heffen voor diensten die verband houden met het bestemmingsplan (bijvoorbeeld in het kader van omgevingsvergunningen). Voor een bestemmingsplan dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wro (1 juli 2008) ten minste vijf jaar oud is, moet binnen vijf jaar (vóór 1 juli 2013) een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld1. De gemeente Hardenberg maakt daarom haast met de actualisering van haar bestemmingsplannen.

Voor een aantal kernen zijn recentelijk bestemmingsplannen vastgesteld of in voorbereiding genomen. Dat geldt niet voor het bedrijvenpark Haardijk, waar op dit moment diverse (bestemmings)plannen van kracht zijn. De gemeente wil terug naar één actueel bestemmingsplan met ruimere gebruiks- en bouwmogelijkheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0160.0000BP00167-VG01_0001.jpg"

Perifere detailhandel

De gemeente laat gelijktijdig met dit bestemmingsplan voor bedrijvenpark Haardijk een nieuw bestemmingsplan voor de woonwijk Marslanden en voor het centrumgebied van Hardenberg kern opstellen. Deze drie bestemmingsplannen gelden als 'model' voor toekomstige actualiseringen. Met deze plannen beschikt de gemeente over een actuele systematiek en voorbeelduitwerking voor drie verschillende gebiedstypen: bedrijventerreinen, woonwijken en centrumgebieden. Daarmee kunnen ook de overige bestemmingsplannen van de gemeente op snelle en adequate wijze worden herzien.

De gemeente zet qua juridische systematiek in op globale bestemmingsplannen. Er is flexibiliteit nodig om maatschappelijke en economische ontwikkelingen te kunnen faciliteren. Uiteraard zal een gezonde balans tussen ontwikkelingen en bestaande waarden moeten worden gevonden. Ook de rechtszekerheid van burgers en bedrijven mag niet uit het oog worden verloren. Op deze aspecten zal in de planbeschrijving nader worden ingegaan.

Huidige juridische systematiek

De ligging en globale begrenzing van het plangebied 'Haardijk' zijn aangegeven op het overzichtskaartje voorin deze toelichting. Hiervoor zijn de volgende (bestemmings)plannen van kracht:

  • uitwerking artikel 11 WRO, bestemmingsplan Marslanden op- en afrit N34;
  • uitwerking artikel 11 WRO, bestemmingsplan Marslanden bedrijventerrein Haardijk;
  • bestemmingsplan Marslanden (gedeeltelijk);
  • bestemmingsplan Marslanden, Bedrijventerrein Haardijk fase Ia;
  • bestemmingsplan Herziening ex artikel 30 WRO bestemmingsplan Marslanden, bedrijventerrein Haardijk fase 1a;
  • bestemmingsplan Marslanden, Bedrijventerrein Haardijk fase II (gedeeltelijk).

Het westelijk deel van 'Haardijk fase II' is buiten het plangebied gelaten. Binnen dit gebied zal in de komende jaren nog een aantal ontwikkelingen plaatsvinden. Zodra dit gebied is uitontwikkeld, zal hiervoor eveneens een actualiseringsplan worden opgesteld.

Het nieuwe bestemmingsplan heeft ten opzichte van deze vigerende plannen een ruimere regeling ten aanzien van het gebruik en de bebouwingsmogelijkheden van gronden. Dit wordt in de planbeschrijving toegelicht.

Leeswijzer

Het volgende hoofdstuk geeft het beleidskader voor het plangebied weer. Daarbij wordt alleen ingegaan op beleidsdocumenten die van invloed zijn op de juridische regeling van dit bestemmingsplan. Voor het overige beleid zal worden verwezen naar relevante provinciale en gemeentelijke webpagina's. In hoofdstuk 3, de planbeschrijving, gaat het om de huidige situatie binnen het plangebied en de juridische regeling voor de toekomst. Ook de verhouding tussen de vigerende en de nieuwe regeling komt aan bod. Hoofdstuk 4 betreft de toets aan wet- en regelgeving op het gebied van natuur, milieu, archeologie en dergelijke. De laatste twee hoofdstukken gaan achtereenvolgens in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.

  • 1. Zie artikel 3.1, lid 4 Wro en het overgangsrecht Invoeringswet Wro.