Plan: | Rheezerbelten, Rheezerweg 79 in Hardenberg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00164-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Rheezerbelten, Rheezerweg 79 in Hardenberg met identificatienummer NL.IMRO.0160.0000BP00164-VG01 van de gemeente Hardenberg;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, ten minste ouder dan 50 jaar;
in een schriftelijke rapportage vastgelegd bureau- en/of veldonderzoek naar de materiële neerslag van menselijke aanwezigheid en menselijk handelen in het verleden;
zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Nederland;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer of exploitatie, dat in de recreatieverblijven -recreatiewoningen en kampeermiddelen- daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt; van bedrijfsmatige exploitatie is sprake als het recreatieverblijf voor ten minste 140 dagen per jaar beschikbaar is voor verhuur;
de hoogte, afstand en vorm van het bouwwerk of het aantal dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien volgens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag omgevingsvergunning voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;
bouwwerk, oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, plaats, inhoud, afstand, object, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plegen van ingrepen die de bestemming van de grond veranderen, waardoor het grondwaterpeil verandert en/of het uitvoeren van grondbewerkingen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergoten van een bouwwerk;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter, zoals een stacaravan, trekkershut of recreatiewoning;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
een plan waaruit blijkt hoe het betreffende erf in het landschap ligt en op welke wijze de kenmerken van het landschapstype zijn doorvertaald in de (nieuw aan te leggen) inrichting van het erf;
Elke voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, die geheel of gedeeltelijk in de buitenlucht wordt gehouden, waaronder een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg; hieronder niet begrepen:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een recreatiewoning bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen van meer dan 10 personen;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat naar constructie en inrichting geschikt is voor de permanente huisvesting van één persoon, een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep personen;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
archeologische maatregel waarbij een aangetroffen en gewaardeerde vindplaats ex situ wordt behouden;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf, waarbij door betrokkene(n) niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief verblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die hun hoofdverblijf elders hebben; onder recreatief verblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel en parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en onderzoek vermoed wordt dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg.
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten en berekend:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; ondergeschikte bouwdelen worden hierbij buiten beschouwing gelaten;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- of bestemmingsgrens dan wel rooilijn met niet meer dan 1 meter wordt overschreden.
De voor 'recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2, sub a onder 1, voor bouwen van meer groepsrecreatiewoningen, mits de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een erfinrichtingsplan, waarbij de uitvoering van het erfinrichtingsplan als voorschrift aan de omgevingsvergunning wordt verbonden.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2, sub a onder 3, voor bouwen van meer twee aaneen gebouwde recreatiewoningen, mits de inpassing van de gebouwen in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een erfinrichtingsplan, waarbij de uitvoering van het erfinrichtingsplan als voorschrift aan de omgevingsvergunning wordt verbonden.
Gebruiksverbod permanente bewoning
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, of te laten uitvoeren:
Het in sublid 3.5.1 gestelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De vergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 3.5.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een afbreuk van de landschappelijke waarden van de stuifduinen.
De voor 'waarde - archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de verwachte archeologische waarden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor een of meerdere bouwwerken met een (gezamenlijk) oppervlakte groter dan 2.500 m² en een diepte van 50 cm of meer, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die volgens de aanvraag zullen worden verstoord, in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in lid 4.1 onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning over of met betrekking tot:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, of te laten uitvoeren:
Het in sublid 4.3.1 gestelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de bestemming 'Waarde Archeologie 5', als bedoeld in dit artikel geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Vormen van verboden gebruik
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan:
Een vergunning wordt niet verleend indien:
Dit bestemmingsplan/deze beheersverordening verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen en andere meerdaagse of regelmatig terugkerende activiteiten met een maximum van drie evenementen per jaar en een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, mits, voor zover noodzakelijk, een omgevingsvergunning op basis van de APV is verleend.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Rheezerbelten, Rheezerweg 79 in Hardenberg'.