b. parkeervoorzieningen, mede in de vorm van overdekt parkeren;
c. groenvoorzieningen;
d. speelvoorzieningen;
e. water;
f. fietsenstalling;
g. openbare nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van parkeren gelden de volgende regels:
1. de gebouwen, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, verkeer en verblijf, en fietsenstallingen, dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 6 m.
b. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
1. de inhoud bedraagt per gebouwtje niet meer dan 30 m³;
2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
c. Voor het bouwen van fietsenstallingen, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
d. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 10 m bedraagt.