10.1 Algemene wijzigingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de bij wijziging betrokken grenzen mogen ten hoogste 25 m worden verschoven;
- de oppervlakte van de bij wijziging betrokken bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen mag ten hoogste 10% worden verkleind of vergroot ten opzichte van de oppervlakte vóór wijziging;
- door een wijziging mogen de belangen en waarden die het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden aangetast.