Voor het bouwen op de voor ‘Recreatie – Kampeerterrein’ aangewezen gronden gelden de volgende regels:
De gezamenlijke bebouwde oppervlakte van gebouwen ten behoeve van voorzieningen bedraagt maximaal 115 % van de bestaande situatie;
De goothoogte bedraagt ten hoogste 4 meter, dan wel de bestaande hoogte indien deze meer is;
De hoogste bedraagt ten hoogste 8 meter;
Op het terrein (binnen het bouwvlak) is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, waarvan de goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 4,0 m en 10,0 m bedragen en de inhoud bedraagt ten hoogste 660 m3, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt;
Op de gronden omschreven in lid 5.1 mogen geen recreatiewoningen worden gebouwd;
De oppervlakte van een stacaravan bedraagt ten hoogste 40 m2;
De onderlinge afstand tussen de stacaravans bedraagt ten minste 3 m;
De hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6,50 m, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte ten hoogste 2 m bedraagt.
Onder een strijdig gebruik met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van stacaravans en kampeermiddelen voor permanente bewoning.