Hardenberg, Sportboulevard

3.5 Beeldkwaliteit

De ontwikkeling van de Sportboulevard is een nieuwe ontwikkeling in het gebied dat nu nog onbebouwd is. De Welstandsnota van de gemeente is hierop niet ingericht. Voor een ontwikkeling als deze is dus geen welstandsregime aanwezig.

Om toch grip te houden op de beeldkwaliteit van de gebouwen en de beeldkwaliteit van de ontwikkeling als geheel, is voor de verdere ontwikkeling een aantal kwaliteitscriteria opgesteld. Deze worden in deze paragraaf benoemd. Deze criteria worden door de gemeenteraad vastgesteld en treden vervolgens in de plaats van de welstandsregels die in de vigerende Welstandsnota gelden voor het plangebied.

• Het hoofdsport- en schoolgebouw maakt integraal onderdeel uit van het onderwijs- en sportlandschap.
• Het ontwerp is te faseren, elke fase is een "af-product". Maar ook alle fases zijn als een geheel ontworpen.
• Schaal en maatvoering worden bereikt door middel van inkepingen en/of incisies in de gevel en het daklandschap.
• Het dak is als 5e gevel mee-ontworpen. Bij voorkeur als een groen daklandschap;
• Functieduiding wordt gerealiseerd door variaties in rasters, profilering, plastiek in de gevellijn, maar ook volume, ritmiek van stijlen/rasters, verdichting-verdunning door de kozijndetailleringen en kleur in de 2e lijn (dus achter de overwegend glazen gevel).
• Gevels zo transparant mogelijk (glas). Alle gevels hebben een voorgevelkwaliteit vanwege de positie en grootte van het totale complex.
• Principe van "ogen op het maaiveld" en "ogen naar elkaar", geldt voor alle gebouwen op deze locatie. Het betekent geen anonieme plint, geen restgebieden en geen anonieme plekken, die als hangplek gebruikt kunnen worden.
• Aandacht aan de positie van entrees en routing, in relatie tot het sportlandschap en verblijfskwaliteiten van het openbaar gebied.
• Duurzaamheid integraal geintegreerd, waarbij het bewustwordingsproces van de gebruikers geprikkeld dient te worden.

De overige gebouwen op de sportboulevard zijn ondergeschikt aan het hoofdcomplex en kunnen een combinatie van functies zijn. Bijvoorbeeld:

• gebouw gecombineerd met tribune of;
• gebouw gecombineerd met sportveld of;
• gebouw en landschap geintegreerd.

Deze gebouwen zijn gepositioneerd als objecten in het landschap, zoals zwerfkeien op het land of in het bos. En ook hier geldt: orientatie naar het maaiveld, geen blokkering van zichtlijnen en geen restgebieden of anonieme plekken door zorgvuldige orientatie en situering. De gebouwen moeten qua materiaalgebruik en uitstraling aansluiten op de kwaliteit en uitstraling die bovenstaand voor de hoofdgebouwen is geformuleerd. Kortom, geen 'dichte dozen', loodsachtige gebouwen.