Plan: | Dedemsvaart, Bransveen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00012-VG01 |
De Wet op de archeologische Monumentenzorg leidt tot de verplichting om bij ruimtelijke ingrepen, waarbij grondwerkzaamheden verricht worden, de archeologische waarde van het betreffende terrein te onderzoeken. Dit voordat tot deze grondwerkzaamheden wordt overgegaan. Voor het plangebied is een archeologisch Inventariserend Veldonderzoek (IVO) uitgevoerd. Onderstaand de conclusies hieruit.
Op de indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) heeft het plangebied deels een middelhoge en deels een lage kans op het aantreffen van archeologische waarden. Op basis hiervan is een archeologisch inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 5 Inventariserend archeologisch veldonderzoek).
In het plangebied en in de directe omgeving (studiegebied) komen geen AMK-terreinen voor. In het plangebied zijn geen waarnemingen in Archis II opgenomen. In het studiegebied is 1 waarneming in Archis II vermeld (405513).
Er zijn tijdens het veldwerk geen archeologische indicatoren aangetroffen. De bodem laat overwegend een verstoorde opbouw zien. Her en der verspreid liggen kleine zones met een redelijk intact boorprofiel. Vanwege de kleine omvang is de wetenschappelijke waarde van eventueel aanwezige archeologische resten zeer beperkt. De archeologische verwachting voor het plangebied is laag. Het gebied wordt daarom niet-behoudenswaardig geacht. Archeologisch vervolgonderzoek hoeft dan ook niet te worden uitgevoerd. Mochten er tijdens de uitvoering van de civiele werkzaamheden onverhoopt archeologische resten worden aangetroffen, dan geldt volgens de Wet op de archeologische monumentenzorg een meldingsplicht bij het bevoegd gezag.
Met betrekking tot cultuurhistorie kan worden opgemerkt dat de in het verleden in het plangebied gedempte wijken (ontginningssloten) worden teruggebracht in de vorm van een wadi. Zo wordt een deel van de cultuurhistorie hersteld.