Plan: | Bestemmingsplan Balkbrug |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00006-VG01 |
Het archeologiebeleid van de gemeente Hardenberg is verwoord in het Beleidsplan Archeologie (Past2Present, vastgesteld d.d. 30 juni 2009). Hierin is aangegeven hoe bij ruimtelijke ingrepen met het bodemarchief moet worden omgegaan. Belangrijk onderdeel van het beleidsplan is de Archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Op basis van deze kaart kan bijvoorbeeld worden vastgesteld of belangrijke waarden binnen een bepaald gebied aanwezig zijn en/of archeologisch onderzoek is gewenst. Ook geeft het beleidsplan enkele aanwijzingen voor de wijze waarop archeologie binnen bestemmingsplannen kan worden meegenomen.
Uit de Archeologische waarden- en verwachtingenkaart blijkt dat het plangebied een trefkans heeft op archeologische waarden, variƫrend van laag tot hoog. Tevens is in een deel van het plangebied de waarde onbekend.
Op het navolgend kaartje is een uitsnede van de waarden- en verwachtingskaart weergegeven.
De verschillende voorkomende waarden zijn vertaald in enkele dubbelbestemmingen. In de regels (en juridische vormgeving) is aangegeven welke dubbelbestemmingen het betreffen en welke onderzoeksverplichtingen voor de diverse gebieden gelden.
Als gevolg van het rijksbeleid ten aanzien van de monumentenzorg, is per 1 januari 2012 een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening van kracht. De wijziging betreft artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a, als gevolg waarvan alle cultuurhistorische waarden uitdrukkelijk dienen te worden mee gewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Dit betekent dat in aanvulling op de archeologische aspecten nu ook de overige cultuurhistorische waarden moeten worden betrokken in het onderzoek. Hiernavolgend wordt daar aandacht aan besteed.
Het onderhavige bestemmingsplan bevat een deel van het beschermd dorpsgezicht Ommerschans-Balkbrug. In het aanwijzingsbesluit wordt uitgebreid ingegaan op de specifieke cultuurhistorische waarden van het totale beschermde dorpsgezicht. In paragraaf 2.1 en paragraaf 4.2 wordt beschreven welke waarden relevant zijn voor het onderhavige bestemmingsplan, waarbij in paragraaf 2.1 wordt ingezoomd op de ontstaansgeschiedenis en in paragraaf 4.2 de vertaling van de waarden in de regels wordt benoemd.
Gelet op de geaardheid van het plan dat als conserverend kan worden getypeerd en de wijze van bestemmen (zie paragraaf 4.2) komen deze waarden niet in het geding en mag het plan op dit onderdeel uitvoerbaar worden geacht.