Plan: | Wijzigingsplan Buitengebied Haaksbergen, locatie Olthuisweg 12 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0158.WP1012-0002 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Buitengebied Haaksbergen, locatie Olthuisweg 12" met identificatienummer NL.IMRO.0158.WP1012-0002 van de gemeente Haaksbergen.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
het bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen' met identificatienummer NL.IMRO.0158.BP1036-0011 van de gemeente Haaksbergen, vastgesteld op 2 juli 2013.
het bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1' met identificatienummer NL.IMRO.0158.BP1138-0003 van de gemeente Haaksbergen, vastgesteld op 1 november 2017.
elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
Onder evenement wordt mede verstaan:
geluidsgevoelig gebouw, geluidsgevoelige ruimte, of geluidsgevoelig terrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
De verbeelding van het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Buitengebied Haaksbergen, locatie Olthuisweg 12" met identificatienummer NL.IMRO.0158.WP1012-0002 van de gemeente Haaksbergen.
Voor het overige blijven de begrippen behorende bij
onverkort van toepassing.
Vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 1,00 m, respectievelijk overstekken van meer dan 1,00 m, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen op het dak en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken, zonnepanelen op het dak en overkragingen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De bestemmingsregels van 'Agrarisch met waarden - Landschap' behorende bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1' blijven onverkort van toepassing.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor het aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een woning gelden bovendien de volgende regels:
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in 4.2.1, 4.2.2, en 4.2.3, geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan en deze legaal tot stand is gekomen, deze maatvoering als maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen en nieuwbouw van dat gebouw.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien een evenredige belangenafweging plaatsvindt, waarbij betrokken worden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien een evenredige belangenafweging plaatsvindt, waarbij betrokken worden:
Burgemeester en wethouders kunnen:
met dien verstande dat voor het genoemde onder 9 geldt dat
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
in aanvulling van het bepaalde onder a tot en met d geldt voor 4.6 onder d:
De bestemmingsregels van 'Leiding' behorende bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1' blijven onverkort van toepassing.
De bestemmingsregels van 'Waarde - Hoge archeologische verwachting' behorende bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1' blijven onverkort van toepassing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het bepaalde in de overige regels dienen, wanneer gebouwen worden gebouwd op gronden grenzend aan de volgende bestemmingen, de volgende afstanden uit de as van de wegen in acht te worden genomen:
bestemming | afstand |
wegen binnen de gebiedsbestemming | 15 m |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1 ten behoeve van een kleinere afstand tot de as van de weg, indien dat uit stedenbouwkundig oogpunt ter plaatse aanvaardbaar is en uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daar uit oogpunt van het wegbeheer en de verkeersveiligheid geen bezwaar tegen bestaat.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag op en in gronden die grenzen aan de gronden met de bestemming 'Water' niet worden gebouwd binnen een afstand van 5,00 m, loodrecht gemeten op de bestemmingsgrens van die gronden.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.4 ten behoeve van het bouwen tot aan de bestemmingsgrens van die gronden, met dien verstande dat advies is ingewonnen bij de beheerder van de betreffende watergang omtrent de waterstaatkundige aanvaardbaarheid daarvan en de beheerder te kennen heeft gegeven dat bebouwing tot aan de perceelgrens mogelijk is.
Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan:
Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan:
Het gebruik van een woning, waaronder begrepen een bedrijfswoning, en daarbijbehorende bijgebouwen voor de uitoefening van een 'vrij' beroep is toegestaan, met dien verstande dat de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een 'vrij' beroep, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 9.4 niet meer bedraagt dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbijbehorende bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 50 m2.
Het gebruik van ruimten binnen de woning, waaronder begrepen een bedrijfswoning, en in de daarbijbehorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, andere dan een 'vrij' beroep, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding Luchtvaartverkeerzone geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens zijn bestemd voor de bescherming van de laagvliegroute van defensie.
De bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer dan 85 m bedragen.
Ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen en de bestemming wijzigen ten behoeve van een zoutwinlocatie, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
mits de bouwvlakgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden;
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
Het bepaalde in 14.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan: Wijzigingsplan Buitengebied Haaksbergen, locatie Olthuisweg 12.