direct naar inhoud van Artikel 18 Maatschappelijk - Begraafplaats
Plan: Buitengebied Haaksbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1036-0011

Artikel 18 Maatschappelijk - Begraafplaats

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een begraafplaats;
  • b. een urnenmuur;
  • c. een urnentuin;

met daarbijbehorende:

  • d. gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen;
  • e. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • f. andere-werken;
  • g. erven;
  • h. terreinen;
  • i. paden;
  • j. waterhuishouding en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  • k. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;
  • l. parkeervoorzieningen.
18.2 Bouwregels

Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

18.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel 37 (Algemene bouwregels);
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 4,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 8,00 m bedragen;
  • d. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, met dien verstande dat voor een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 de dakhelling 0° mag bedragen;
  • e. de afstand van gebouwen tot de perceelgrens mag niet minder dan 3,00 m bedragen.
  • f. de oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de in onderstaande tabel vermelde bestaande oppervlakte:
adres   bestaande oppervlakte   maximale
oppervlakte  
Alsteedseweg   0   250 m2  
Waarveldweg   125 m2   250 m2  

18.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen op tenminste 1,00 m achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 1,00 m bedragen.
18.2.3 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 18.2.1 en 18.2.2 , geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen.
18.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 18.2.1 onder e om toe te staan dat de afstand van de gebouwen tot de perceelgrens wordt verkleind tot 0 m;
  • b. 18.2.1 onder f om toe te staan dat de bestaande oppervlakte wordt vergroot tot niet meer dan de in de tabel van 18.2.1 onder f opgenomen maximale oppervlakte, met dien verstande dat:
    • 1. de uitbreiding ten behoeve van de begraafplaats landschappelijk wordt ingepast, wat blijkt uit een in te dienen beplantingsplan/inrichtingsplan, met dien verstande dat er sprake is van de versterking van de ruimtelijke kwaliteit conform de gebiedskenmerken zoals deze zijn opgenomen in de Omgevingsvisie van de provincie Overijssel (van juli 2009);
  • c. 18.2.2 onder b om toe te staan dat erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 2,00 m tot aan en voor de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat:
    • 1. daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen; en
    • 2. de erf- of perceelafscheidingen overwegend doorzichtig worden gebouwd.
18.4.1 Afwegingskader

Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien een evenredige belangenafweging plaatsvindt, waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de externe veiligheid, de milieutechnische, de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische toelaatbaarheid.