Plan: | Buitengebied herstel verbeelding |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0153.R20190019-0003 |
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
een verzameling van één of meerdere personen die samen één zelfstandig huishouding voeren die zich kenmerkt door continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid, waarbij één of meerdere personen zich dagelijks bezighoudt met de agrarische bedrijfsvoering.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op een (zakelijk) toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woning of een daarbij behorend gebouw en wordt gerund door de bewoners van de betreffende woning.
Een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een (bedrijven-)terrein bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
Een bergruimte of bijgebouw met een algemene bergfunctie, al dan niet op een apart perceel of met een eigen adres, alleen staand of in een aaneengesloten rij met andere berghokken of bijgebouwen.
Een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of technisch gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten of een kleinschalig bedrijf dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarvan:
de grens van een bestemmingsvlak.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Een grondgebonden agrarisch bedrijf dat specifiek is gericht op het telen van houtige gewassen en planten voor tuinen en groenvoorzieningen en / of een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het telen van steenfruit (zoals kers, pruim, perzik) en grootfruit (zoals appel, peer, pruim, kers, hazelaar, walnoot).
Plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Het doorlopende gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het gedeelte van een gebouw of bijbehorend bouwwerk dat, voorzover van wanden voorzien, van buitenaf zichtbaar is. Voor gebouwen en bijbehorende bouwwerken die niet of niet aan alle zijden door wanden omsloten worden, wordt de loodrechte projectie van de dakrand op het maaiveld als buitenzijde van de gevel aangemerkt.
Aanhangwagen van een auto ingericht om tijdelijk in te verblijven en te overnachten.
een co-vergistingsinstallatie die valt onder SBI-code (2008) 35, B1: co-vergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie.
de aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
Vrijetijdsbesteding buitenshuis zonder overnachting.
1.26 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van afhaalzaken.
Diensten verricht door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kapsalons, pedicures, schoonheidsinstituten, reis- en uitzendbureau's, bureaus in teamcoaching en -trainingen, belwinkels en internetcafe's, met uitzonderingen van seksinrichtingen.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
Georganiseerde gebeurtenis, (openlucht-)manifestatie, (thema-)dag of week, die niet rechtstreeks terug te voeren is op de aan de grond toegekende bestemming.
Ondergeschikt medegebruik van grond, gericht op ontspanning, waarvoor weinig voorzieningen nodig zijn en waaraan weinig mensen tegelijkertijd en op dezelfde plek deelnemen, zoals fietsen en wandelen.
Een specifieke functie die is aangegeven met een aanduidingsvlak op de verbeelding.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Bedrijf met een niet-publieksgericht karakter, dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen, alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's in de vorm van een paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar.
De totale vloeroppervlakte van die delen van een gebouw met eenzelfde gebruiksbestemming.
Een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, zoals een melkrundveehouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, waaronder het telen van kleinfruit (zoals aardbei, bosbes, rode bes, witte bes, zwarte bes, kruisbes, braam, framboos), een productiegerichte paardenhouderij, biologische bedrijven, waarbij dieren worden gehouden overeenkomstig de regels die krachtens artikel 2 van de bestaande Landbouwkwaliteitswet zijn gesteld ten aanzien van de biologische productiemethoden, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven.
Een bedrijf, dat in zijn algemeenheid is gericht op het verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, discotheek, feestzaal en partyboerderij; met een horecabedrijf wordt een afhaalzaak gelijkgesteld.
Het hobbymatig houden van paarden dat veelal plaatsvindt bij of in de buurt van agrarische bedrijfswoningen of burgerwoningen in het buitengebied, dat zich kenmerkt o.a. door het ontbreken van een winstoogmerk en de beperkte omvang van het aantal paarden en is ten behoeve van de bewoners. In algemene zin wordt een bovengrens van 5 paarden aangehouden voor hobbymatig gebruik.
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een verzameling van één of meerdere personen die samen één zelfstandige huishouding voeren die zich kenmerkt door continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie tenminste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van die woning.
Tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
Een gebouw of een gedeelte daarvan, dat door zijn indeling en inrichting bedoeld is om uitsluitend of in hoofdzaak te worden gebruikt voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden, die verband houden met het doen functioneren van (semi-) overheidsinstellingen, het bank- en verzekeringswezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen overige zakelijke dienstverlening.
Een kelder is het onder het maaiveld gelegen gedeelte van een gebouw.
Dieren die bedrijfsmatig gehouden worden, zoals varkens, pluimvee, rundvee, schapen en geiten.
Bedrijf met een publieksgericht educatief karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen).
Vorm van inwoning die gecombineerd wordt met met het bieden van zorg aan iemand die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
Een kleinschalige camping bij of in de nabijheid van een (voormalig) agrarisch bedrijf, met een capaciteit van maximaal 25 toeristische standplaatsen.
Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals deze luidde ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Horeca welke een functionele relatie en een ondersteunende functie heeft met de in de bestemmingsomschrijving genoemde hoofdfunctie, inclusief toiletten, keukengedeelte en eventuele speelruimte.
Gebouwde dan wel ongebouwde voorzieningen ten behoeve van algemene nutsdoeleinden zoals de watervoorziening, afval, energievoorziening of het (tele)communicatie-verkeer.
Een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden. Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland, het verzorgen van paarden en de mogelijkheid voor derden om hun ter plaatse gestalde paarden te berijden. Onder een paardenpension wordt geen manege verstaan.
Een paardrijbak is een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining.
Bewoning door een persoon of groepen van personen van een ruimte/gebouw als hoofdverblijf, c.q. vaste woon- of verblijfplaats.
het bestemmingsplan Buitengebied herstel verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0153.R20190019-0003 van de gemeente Enschede.
Tot de productiegerichte paardenhouderij worden gerekend:
Een gebouw dat periodiek dient voor recreatieve bewoning door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
Het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.
Een tijdelijk onderdak voor dieren met een open karakter (maximaal drie wanden) tegen weersinvloeden.
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Geheel of gedeeltelijk afbreken.
Een kampeermiddel met de verschijningsvorm van een caravan die, mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen –ook over grotere afstanden– als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
Een gebied, direct rondom de stedelijke bebouwing welke op de verbeelding is aangegeven als Overig-Stadsrandzone, ook wel genoemd Groene zoom.
Een gelegenheid van beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief verblijf voor passanten.
Een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar tenminste een nacht in het recreatiegebied of de toeristische plaats verblijft. Het gebied is daartoe ingericht met faciliteiten, zoals bed and breakfast-gelegenheden en kampeerterreinen.
Terrein bestaande uit afzonderlijke volkstuinen voor particuliere sier- en groenteteelt die niet bij de eigen woning liggen.
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
Een gebouw, dat aantoonbaar tenminste 5 jaar voor bedrijfsdoeleinden in gebruik is geweest, en tenminste voldoet aan de volgende criteria:
Als monument aangewezen voormalige bedrijfsgebouwen worden in ieder geval als waardevol aangemerkt.
Het opslaan van warmte en/of koude in de bodem waarbij gebruik wordt gemaakt van de temperatuur van het grondwater om gebouwen te verwarmen in de winter en/of af te koelen in de zomer.
Een gebouw of een gedeelte daarvan dat door zijn indeling en inrichting bedoeld is als ruimte voor detailhandel, eventueel met bijbehorende kantoorruimte, en/of ambacht en/of magazijn.
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Een gebouw, dat één of twee woningen bevat (waarbij voor twee woningen geldt dat de inhoud van het gebouw minimaal 1000 m3 bedraagt) en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie, en de werkzaamheden niet ten dienste staan van en verbonden zijn aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormen.
een antenne-installatie, bestaande uit een mast met toebehoren, ten behoeve van mobiele telecommunicatie, met de daarbij behorende technische ruimten (gebouwen). Hieronder wordt niet begrepen een installatie ten behoeve van zendamateurs.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het hart van de grens van het bouwvlak tot aan het hart van de grens van het bouwvlak.
Het aangegeven bebouwingspercentage moet worden berekend over het gehele bouwperceel, met inbegrip van de buiten de bouwgrens gelegen gronden.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf de onderkant van de vloer tot aan het hoogste punt van een stacaravan, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor het weiden van vee en de exploitatie van een grondgebonden agrarisch bedrijf, alsmede het behoud van landschapselementen, met daaraan ondergeschikt:
In afwijking van het bepaalde in de leden 3.2.2 en 3.2.4 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.4.1 sub b tot en met f worden de volgende voorwaarden gesteld:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen:
Aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.7.1 sub a tot en met h worden de volgende voorwaarden gesteld:
De voor Agrarisch met waarden - Agrarische functie met landschapswaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor het weiden van vee en de exploitatie van een grondgebonden agrarisch bedrijf, alsmede voor het behoud, herstel en verbetering van de aanwezige landschappelijke, geomorfologische en cultuurhistorische waarde, zoals opgenomen in de koesteransichten die zijn opgesteld voor de verschillende landschapstypen en als bijlage 2 onderdeel uitmaken van deze regels, met daaraan ondergeschikt:
In afwijking van het bepaalde in de leden 4.2.2 en 4.2.4 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 4.4.1 sub b, e en f worden de volgende voorwaarden gesteld:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen:
Aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 4.7.1 sub a tot en met h worden de volgende voorwaarden gesteld:
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven, die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 uit de hoofdgroep Bedrijven van de bij deze regels behorende lijst van bedrijfstypen (bijlage 1), met uitzondering van: garagebedrijven, risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven, geluidzoneringsplichtige inrichtingen en benzineservicestations,
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende
In afwijking van het bepaalde in de leden 5.2.2 en 5.2.4 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van overige, niet eerder genoemde, bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 5.3.1 sub a worden de volgende voorwaarden gesteld:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 5.5.1 sub a en b worden de volgende voorwaarden gesteld:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen door:
Aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 5.6.1 sub a en c worden de volgende voorwaarden gesteld:
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor de houtproductie en voor de bescherming, instandhouding en verbetering van de landschappelijke, cultuurhistorische, geomorfologische en natuurlijke waarden, met daaraan ondergeschikt:
In afwijking van het bepaalde in de leden 6.2.2 en 6.2.4 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
Voor overige, niet eerder genoemde, bouwwerken zoals erf- en terreinafscheidingen geldt een maximale bouwhoogte van 1 meter.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
a.2. In afwijking van het bepaalde in a.1 is permanente bewoning toegestaan in de opstal met de functieaanduiding 'recreatiewoning' gelegen aan de Molenveld 101. Indien de permanente bewoning wordt onderbroken gedurende een jaar dan wel wordt beëindigd, is permanente bewoning niet langer toegestaan en is het bepaalde onder a.1 weer van toepassing.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van bovengrondse hoogspanningsverbindingen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2, onder a en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bebouwing wordt gebouwd, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze dubbelbestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4 onder a en het gebruik van onbebouwde gronden als permanente opslag-, stort-, of bergplaats van goederen toestaan.
De in lid 7.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Extensieve recreatie is toegestaan, voorzover de onder a genoemde waarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Terreinafscheidingen mogen ten hoogste 1 meter bedragen.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor Recreatie - Volkstuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in 9.2.2. gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2., onder a, voor de bouw van een centrale voorziening, bestaande uit een gezamenlijke berging en/of sanitaire voorziening, met dien verstande dat:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 9.3.1. worden de volgende voorwaarden gesteld:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatie of bewoning.
De voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden:
met de bijbehorende:
De (bouw)hoogte van overige, niet eerder genoemde, bouwwerken mag ten hoogste bedragen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 ten behoeve van:
Onder gebruik in strijd met de bestemming 'Sport - Golfbaan' is in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 10.5.1 sub a en b worden de volgende voorwaarden gesteld:
De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de karakteristieke openheid, de bodemgesteldheid, archeologische waarden en het reliëf van essen.
In afwijking van het bepaalde elders in deze planregels mag op gronden met de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bebouwing wordt gebouwd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden en aan de karakteristiek van de es (openheid) geen onevenredige afbreuk wordt gedaan.
Binnen de voor Waterstaat - Intrekgebied aangewezen gronden is het niet toegestaan -door middel van in dit plan opgenomen flexibiliteitsbepalingen- wijzigingen aan te brengen in het toegestane gebruik van gronden, voorzover het vormen van gebruik betreft die niet harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening.
Burgemeester en wethouders zijn -bij de toepassing van flexibiliteitsbepalingen elders in dit plan, waarmee het toegestane gebruik van gronden als bedoeld in lid 12.1, onder b, van deze planregels, wordt verruimd ten behoeve van nieuwe grotere of grootschalige risicovolle functies- bevoegd af te wijken van het verbod als bedoeld in lid 12.2, indien:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in één woning door één huishouden, met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde in de leden 13.2.2 en 13.2.5 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
De (bouw)hoogte van overige, niet eerder genoemde, bouwwerken mag ten hoogste bedragen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.2 ten behoeve van:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 13.3.1 sub c tot en met h worden de volgende voorwaarden gesteld:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 13.5.1 sub a en b worden de volgende voorwaarden gesteld:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen:
Aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 13.6.1 sub a, b c en d worden de volgende voorwaarden gesteld:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.1,
Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften geven met het oog op de landschappelijke inpassing, de cultuurhistorische waarde en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen .
Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de situering van de zonnepanelen nadere eisen stellen met het oog op:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, te laten gebruiken of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemmingen, tenzij voor dit afwijkende gebruik een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met ruimtelijke regelgeving is verleend.
Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Binnen de op de verbeelding door middel van de gebiedsaanduiding "overig - bodemdalingsgebied" aangegeven gronden mag niet worden gebouwd, tenzij het bevoegd gezag advies heeft ingewonnen bij het Staatstoezicht op de Mijnen over de te verwachten veiligheidsrisico's als gevolg van bodeminstabiliteit in relatie tot de perceelslocatie en verwachte levensduur van het gebouw.
De voor “overig-stadsrandzone" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.3.2 onder a, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan:
Bij de beoordeling van een verzoek om bij een omgevingsvergunning een afwijking als bedoeld in lid 18.1 toe te staan wordt verwezen naar bijlage 2.
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, zijn burgemeester en wethouders op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen:
Bij de beoordeling van een verzoek om bij een omgevingsvergunning een afwijking als bedoeld in lid 19.1 toe te staan wordt verwezen naar bijlage 2.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals bedoeld in deze regels, gelden de procedureregels zoals voorgeschreven in artikel 3.9a, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1.1:
Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in de leden 21.1.1 en 21.1.2 wordt getoetst aan de beleidsregel 'Parkeernormennota Enschede 2017' dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregel.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen zoals verordeningen en dergelijke of beleidsregels, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals ze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan dan wel, in het geval deze tussentijds worden gewijzigd of vervangen door andere (beleids)regels, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende (beleids)regels.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen, in afwijking van lid 23.1, eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van het in dat lid bedoelde bouwwerk met maximaal 10%.
Lid 23.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 23.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 23.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Voor zover van toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Lid 23.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Buitengebied herstel verbeelding".