direct naar inhoud van Regels
Plan: Onzelfstandige bewoning Enschede 2022
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00227-0003

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Onzelfstandige bewoning Enschede 2022 met identificatienummer NL.IMRO.0153.BP00227-0003 van de gemeente Enschede.

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels van het plan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 appartement:

een woning / zelfstandige wooneenheid:

  • a. op de verdieping van een gebouw met op de begane grond een andere functie dan wonen, en/of;
  • b. in een gebouw met meerdere woningen / zelfstandige wooneenheden en waarvan de hoofdtoegang uitsluitend bereikbaar is via een gemeenschappelijke verkeersruimte, of;
  • c. in een gebouw met meerdere gestapelde woningen / zelfstandige wooneenheden en waarvan de hoofdtoegang rechtstreeks toegankelijk is vanaf straatniveau.
1.5 bestaande bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet zijnde een tijdelijk toegestaan bouwwerk, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan volgens het geldende recht aanwezig of in uitvoering zijn dan wel na dat tijdstip zijn of mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning.

1.6 bestaand kamerverhuurpand

een kamerverhuurpand dat voor 24 december 2016 (het tijdstip van inwerkingtreding van het Voorbereidingsbesluit "Onzelfstandige Bewoning 2017") onzelfstandig werd bewoond en waarvan dit gebruik niet voor een periode langer dan een jaar is onderbroken.

1.7 (Bouw)perceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.8 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.9 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voor zover het plan die inrichting niet verbiedt.

1.10 Gebruiksoppervlakte

Gebruiksoppervlak zoals genoemd in het Bouwbesluit 2012 waarvan de oppervlakte aan bergruimte en inpandige berging wordt afgetrokken.

1.11 gemeenschappelijke verkeersruimte:

verkeersruimte bestemd voor het bereiken van een andere ruimte als bedoeld in het Bouwbesluit 2012 (en na inwerkingtreding van de Omgevingswet in het Besluit bouwwerken leefomgeving), niet zijnde een toiletruimte, een badruimte of een technische ruimte.

1.12 grondgebonden appartement

een appartement als bedoeld in artikel 1.4, onder c.

1.13 Huishouden

een verzameling van één of meerdere personen die samen één zelfstandige huishouding voeren die zich kenmerkt door continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.

1.14 kamerverhuurpand:

een woning / wooneenheid die wordt gebruikt door drie of meer personen die ieder afzonderlijk één huishouden vormen dan wel in totaal drie of meer afzonderlijke huishoudens vormen. De woning/wooneenheid kenmerkt zich doordat één of meer van de voorzieningen (keuken, toilet, badkamer) niet uitsluitend voor privé-gebruik (dus voor gezamenlijk gebruik) is, en/of één of meer van de voorzieningen (keuken, toilet, badkamer) bereikt kunnen of moeten worden door het verlaten van de eigen privé-ruimte.

In afwijking van deze definitie wordt een kamer in een verzorgings- of verpleeghuis niet aangemerkt als onzelfstandige bewoning in een kamerverhuurpand.

1.15 omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (en na inwerkingtreding van de Omgevingswet in afdeling 5.1 van die wet).

1.16 perceelsgrens:

de grens van een (bouw)perceel.

1.17 splitsen van een woning / zelfstandige wooneenheid

het door bouwkundige activiteiten, ongeacht of daarvoor een omgevingsvergunning vereist is, of gebruiksactiviteiten opdelen van een woning / zelfstandige wooneenheid in twee of meer afzonderlijke appartementen.

1.18 woning / zelfstandige wooneenheid:

een (gedeelte van een) gebouw / een complex van ruimten met woonfunctie, dat door zijn indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van en het gebruik door één afzonderlijk huishouden. Waarbij alle voorzieningen (keuken, badkamer en toilet) aanwezig en direct bereikbaar zijn zonder daarvoor eerst een gemeenschappelijke verkeersruimte te moeten betreden.

1.19 woongebouw:

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen appartementen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

1.20 wonen

Daar waar op grond van de geldende bestemming, functieaanduiding of omgevingsvergunning het gebruik als wonen is toegestaan.

Onder deze definitie vallen geen locaties waar enkel een gebruik is toegestaan als bedrijfswoning, dienstwoning, zorgwoning, mantelzorgwoning, recreatiewoning, gastenverblijf of vergelijkbare woningen met de hiervoor genoemde soorten woningen.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tussen kamerverhuurpanden

De afstand van een kamerverhuurpand tot een bestaand kamerverhuurpand, zoals genoemd in artikel 5.1.2 lid 3 wordt als volgt gemeten:

  • a. De afstand wordt gemeten tussen ieder mogelijk punt op de perceelsgrenzen van het (bouw)perceel waarop het beoogde kamerverhuurpand gelegen is en ieder mogelijk punt op de perceelsgrenzen van het (bouw)perceel waarop de panden genoemd in artikel 5.1.2 lid 3 gelegen zijn;
  • b. Bij een beoogd kamerverhuurpand in een woongebouw wordt, ongeacht de locatie van het beoogde kamerverhuurpand in het woongebouw, de afstand ook gemeten vanaf ieder mogelijk punt vanaf de perceelsgrenzen van het (bouw)perceel waarop het woongebouw gelegen is;
2.2 gebruiksoppervlak van een woning / wooneenheid of appartement:

gebruiksoppervlakte zoals genoemd in het Bouwbesluit 2012 en na inwerkingtreding van de Omgevingswet zoals genoemd in bijlage 1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, waarvan de oppervlakte aan bergruimte en inpandige berging wordt afgetrokken.

Artikel 3 Reikwijdte

  • a. In geldende bestemmingsplannen die nog geen regels bevatten zoals opgenomen in dit plan: de regels in dit plan gelden in aanvulling op de begripsbepalingen, de wijze van meten en de bouw- en gebruiksregels van de geldende bestemmingsplannen voor zover het gaat omhet realiseren van onzelfstandige bewoning op gronden waar volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan het wonen is toegestaan, met inbegrip van de bouwlagen waar wonen niet is toegestaan.
  • b. In geldende bestemmingsplannen die wel regels bevatten zoals opgenomen in dit plan: de regels in dit plan treden in de plaats van de gelijknamige begripsbepalingen, de wijze van meten en de bouw- en gebruiksregels van de geldende bestemmingsplannen voor zover het gaat het realiseren van onzelfstandige bewoning op gronden waar volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan het wonen is toegestaan.
  • c. De regels in dit bestemmingsplan treden eveneens in de plaats van de regels in geldende bestemmingsplannen op grond waarvan het verboden is om bestaande woningen/zelfstandige wooneenheden te gaan gebruiken voor onzelfstandige bewoning, met inbegrip van eventuele binnenplanse bevoegdheden om bij een omgevingsvergunning af te kunnen wijken van dat verbod.
  • d. Uitsluitend het bepaalde in artikel 5.1.1, 5.1.6 en de daarbij op van toepassing zijnde definities gelden voor het bestemmingsplan “Aanvulling wonen Havengebied” (NL.IMRO.0153.BP00233-0003) en voor het bestemmingsplan "Hengelosestraat 381" (NL.IMRO.0153.BP00228-0003).
  • e. De overige regels van de geldende bestemmingsplannen als bedoeld onder a, b, c en d blijven ongewijzigd en onverminderd van kracht.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

5.1 overige zone - verbod onzelfstandige bewoning
5.1.1 Verbod
  • a. Ter plaatse van de aanduiding “overige zone – verbod onzelfstandige bewoning" is, daar waar ter plaatse het gebruik als wonen is toegestaan, het verboden zonder omgevingsvergunning woningen/wooneenheden of andere gebouwen te gebruiken of in gebruik te geven als kamerverhuurpand.
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is onzelfstandige bewoning toegestaan bij een bestaand kamerverhuurpand.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding “overige zone – verbod onzelfstandige bewoning" is het verboden zonder omgevingsvergunning het aantal kamers te vergroten binnen een bestaand kamerverhuurdpand.
5.1.2 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1.1 onder a en het gebruik voor kamerverhuur toestaan, mits wordt voldaan aan de hieronder genoemde voorwaarden:

    • 1. Het aantal afzonderlijk te verhuren kamers bedraagt niet meer dan 7;
    • 2. Het aangevraagde kamerverhuurpand voldoet aan de volgende minimale gebruiksoppervlaktes:
      - minimaal 75 m2 bij 3 kamers
      - minimaal 100 m2 bij 4 kamers
      - minimaal 120 m2 bij 5 kamers
      - minimaal 140 m2 bij 6 kamers
      - minimaal 160 m2 bij 7 kamers
    • 3. De omgevingsvergunning moet worden geweigerd als er:
      • Binnen een afstand van 50 meter van het aangevraagde kamerverhuurpand een bestaand kamerverhuurpand aanwezig is.
      • Binnen een afstand van 50 meter van het aangevraagde kamerverhuurpand reeds een omgevingsvergunningaanvraag is ingediend voor het realiseren van een kamerverhuurpand.
      • Binnen een afstand van 50 meter van het aangevraagde kamerverhuurpand een rechtens aanwezig woning/wooneenheid/appartement/woongebouw aanwezig is met een oppervlakte van kleiner of gelijk aan 50 m².
      • Een bestaand kamerverhuurpand aanwezig in het woongebouw waar de omgevingsvergunning wordt aangevraagd;
    • 4. Op eigen terrein is een bereikbare in- of uitpandige bergingsruimte aanwezig voor de stalling van fietsen, afvalcontainer(s) of afvalzakken met een oppervlakte van:
      • Bij 4 kamers of minder: Tenminste 6 m² bergruimte;
      • Bij 5 kamers of meer: Tenminste 7 m² bergruimte en 1m² extra bergruimte voor iedere extra kamer.
    • 5. Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van:
      • het woon- en leefklimaat;
      • het straat- en bebouwingsbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de parkeersituatie in de openbare ruimte;
      • de sociale veiligheid;
      • de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
      • de milieusituatie;
      • de cultuurhistorische waarde;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.1.3 Kwetsbaar woon- en leefklimaat omgeving

Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1.2 niet indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders er sprake is van een kwetsbaar beeld van het woon- en leefklimaat in de omgeving. De beoordeling hiervan vindt plaats aan de hand van de beleidsregel 'Onzelfstandige bewoning Enschede 2022' dan wel, als deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregel.

5.1.4 Vergroten bestaande kamerverhuurpand

Bij het vergroten van het aantal kamers in een kamerverhuurpand gelden de voorwaarden zoals bedoeld onder artikel 5.1.2 en 5.1.3.

5.1.5 Beperking afwijkingsbevoegdheid
  • a. In afwijking van het bepaalde onder artikel 5.1.2 wordt indien voor het pand op grond van het bestemmingsplan 'Kwalitatief sturen op appartementen 2022' een omgevingsvergunning is verleend voor één of meer appartementen, geen omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een kamerverhuurpand;
  • b. Het bepaalde onder lid a geldt niet indien er reeds een termijn van van 10 jaar is verstreken na verlenen van de omgevingsvergunning die op grond van het bestemmingsplan 'Kwalitatief sturen op appartementen 2022' voor één of meer appartementen is verleend.
5.1.6 Onderbroken gebruik

Het is verboden een bestaand kamerverhuurpand of een kamerverhuurpand dat vergund is middels artikel 5.1.2 opnieuw te gebruiken als kamerverhuurpand als het gebruik als kamerverhuurpand één jaar of meer is onderbroken.

5.1.7 Afwijkingsbevoegdheid doelgroepen woonvisie
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.1 voor het toestaan van aantoonbare huisvesting van een doelgroep van beleid uit de gemeentelijke Woonvisie door woningbouwcorporaties waarmee prestatieafspraken zijn gemaakt.
  • 2. Bij een omgevingsvergunning als genoemd onder lid 1 zijn de onder artikel 5.1.2 genoemde toepassingscriteria van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat burgemeester en wethouders daarbij gemotiveerd kunnen afwijken van het bepaalde onder:

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, te laten gebruiken of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemmingen, tenzij voor dit afwijkende gebruik een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met ruimtelijke regelgeving is verleend.

Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.

 

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 7.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

7.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Onzelfstandige bewoning Enschede 2022".