Plan: | Lonneker Molenweg 82 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0153.BP00221-0003 |
het bestemmingsplan Lonneker Molenweg 82 met identificatienummer NL.IMRO.0153.BP00221-0003 van de gemeente Enschede.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels van het plan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een op de verbeelding van het plan of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bestemmingsvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd binnen een bouwvlak.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet zijnde een tijdelijk toegestaan bouwwerk, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan volgens het geldende recht aanwezig of in uitvoering zijn dan wel na dat tijdstip zijn of mogen worden opgericht krachtens een omgevingsvergunning, die vóór dat tijdstip is aangevraagd.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het gedeelte van een gebouw of bijbehorend bouwwerk dat, voor zover van wanden voorzien, van buitenaf zichtbaar is. Voor gebouwen en bijbehorende bouwwerken die niet of niet aan alle zijden door wanden omsloten worden, wordt de loodrechte projectie van de dakrand op het maaiveld als buitenzijde van de gevel aangemerkt.
de aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
een vorm van vrijetijdsbesteding met een verblijf buiten de woning zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voor zover het plan die inrichting niet verbiedt.
Een evenement is elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Het betreft een georganiseerde activiteit die gedurende een korte periode relatief veel bezoekers trekt. Kunst, cultuur, sport, religie, wetenschap of een combinatie daarvan moet centraal staan.
Open Monumentendag en de Molendag worden niet gezien als evenement indien het enkel betreft dat monumenten gratis voor het publiek open worden gesteld, om zo de publieke belangstelling voor monumenten en het draagvlak voor monumentenzorg te vergroten.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het zorgen dat de molen blijft bestaan; het treffen van maatregelen en het uitvoeren van werkzaamheden die de molen aan het gestelde doel doet blijven beantwoorden. Instandhouding van de molen is (mede) gericht op het ontvangen van bezoekers van de molen en het molenterrein, het houden van educatieve en cultuurhistorische activiteiten zoals het geven van rondleidingen, ondersteunende horeca t.b.v. bezoekers van de molen en het molenterrein, ondersteunende detailhandel van aan de molen gerelateerde producten en niet-belastende evenementen. Onder instandhouding van een molen wordt niet verstaan de instandhouding van de bijbehorende bebouwing en het molenerf.
Een molenbelt is een kunstmatige heuvel of berg, opgeworpen rondom een molen om het voor de molenaar mogelijk te maken om buiten de molen om de molen en de wieken te kunnen bereiken en te bedienen. De molenbelt van de Lonneker Molen heeft een gemiddelde hoogte van 3 meter boven maaiveld.
evenementen met een klein effect op de omgeving, zoals buurt- en straatfeesten, braderieën, wandel- en fietsactiviteiten, markt, etc. Het betreft niet-belastende evenementen die gerelateerd zijn aan de hoofdfunctie waaronder de reeds eerder gehouden evenementen met Pasen, het 'Graan malen', het Oogstfeest en de Midwinterhoornwandeling.
gebouwde dan wel ongebouwde en/of ondergrondse infrastructurele voorzieningen, met uitzondering van hoogspanningsverbindingen en hoge druk aardgastransportleidingen, ten behoeve van algemene nutsdoeleinden zoals de watervoorziening, afval, energievoorziening, warmte-koude opslag of het (tele)communicatie-verkeer.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf waarbij het gaat om detailhandel die niet zelfstandig functioneert maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de hoofdfunctie dient. Het betreft detailhandel die ten dienste staat van de hoofdfunctie en de daaraan gerelateerde en ondergeschikte functies.
Horeca welke een functionele relatie en een ondersteunende functie heeft met het beheer, de instandhouding en de exploitatie van de molen en de daaraan gerelateerde en ondergeschikte functies. De openingstijden zijn gekoppeld aan de toegestane openingstijden van de molen en evenementen. Het betreft aan de hoofdfunctie naar aard, omvang en openingstijden ondergeschikte horeca. Het gaat niet om zelfstandige horeca. Tot de horeca-activiteit worden de keuken (bereiding/verkoop), ontvangstruimte (nuttigen), toiletten en eventuele speelruimte gerekend.
bouwwerk, geen gebouw en/of bijbehorend bouwwerk zijnde.
de grens van een (bouw)perceel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Het gedeelte van het bouwwerk dat, voorzover van wanden voorzien, van buitenaf zichtbaar is. Voor bouwwerken die niet of niet aan alle zijden door wanden omsloten worden, wordt de loodrechte projectie van de dakrand op het maaiveld als buitenwerks gevelvlak aangemerkt.
het aangegeven bebouwingspercentage moet worden berekend over het gehele bestemmingsvlak, met inbegrip van de buiten de bouwgrens gelegen gronden;
de totale en buitenwerks gemeten vloeroppervlakte van de ruimten van een gebouw met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige ruimten.
de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van de bouwwerken en bijbehorende bouwwerken.
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor Cultuur en ontspanning - Molen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan gerelateerd en ondergeschikt:
met de hierbij behorende bouwwerken, erven, terreinen en voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van warmte-koude-opslag, groenvoorzieningen en (openbare) nutsvoorzieningen.
Op de voor Cultuur en ontspanning - Molen aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 3.1;
ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - a gelden voor het bouwen van bouwwerken, in aanvulling op het bepaalde in lid 3.2.1, de volgende voorwaarden:
ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-b gelden voor het bouwen van bouwwerken, in aanvulling op het bepaalde in lid 3.2.1, de volgende voorwaarden:
ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-c gelden voor het bouwen van bouwwerken, in aanvulling op het bepaalde in lid 3.2.1, de volgende voorwaarden:
Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak en buiten een specifieke bouwaanduiding gelden, in aanvulling op het bepaalde in lid 3.2.1, de volgende voorwaarden;
In afwijking van het bepaalde in de leden 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3, 3.2.4, 3.2.5 en 3.2.7 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde in lid 3.2.1 en in aanvulling op het bepaalde in de leden 3.2.2, 3.2.3, 3.2.4 en 3.2.5 gelden voor het bouwen van overige, niet eerder genoemde, bouwwerken, geen gebouwen zijnde de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikelen:
Artikel 3.1.1a wordt gezien als de hoofdfunctie binnen de bestemming "Cultuur en ontspanning-molen".
Dagrecreatie is enkel toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende gebruiksregels.
Educatieve en cultuurhistorische activiteiten zijn enkel toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende regels.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, te laten gebruiken of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemmingen, tenzij voor dit afwijkende gebruik een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met ruimtelijke regelgeving is verleend.
Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1:
Bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in de leden 7.1.1 en 7.1.2 wordt getoetst aan de beleidsregel 'Parkeernormennota Enschede 2017' dan wel, in het geval deze tussentijds wordt gewijzigd of vervangen door een andere beleidsregel, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende beleidsregel.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen zoals verordeningen en dergelijke of beleidsregels, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals ze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan dan wel, in het geval deze tussentijds worden gewijzigd of vervangen door andere (beleids)regels, aan deze gewijzigde respectievelijk vervangende (beleids)regels.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 9.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Lid 9.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 9.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Lonneker Molenweg 82".