direct naar inhoud van 4.2 Water
Plan: Schipholtstraat 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.BP00028-0003

4.2 Water

Op grond van artikel 3.1.6 van het Bro wordt in een bestemmingsplan een beschrijving opgenomen van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de waterhuishouding. De waterhuishouding is onder te verdelen in afvalwater, hemelwater, oppervlaktewater en grondwater.

Waterhuishouding algemeen

De gemeente Enschede zamelt al het stedelijke afvalwater in dat vrijkomt binnen het grondgebied van de gemeente en transporteert het naar de rioolwaterzuivering. Daar waar geen gescheiden riolering aanwezig is, wordt het afvalwater samen met het hemelwater aangeleverd. De Watervisie (vastgesteld op 27 mei 2013) geeft aan waarvoor een gescheiden en waar voor een gemengd systeem is gekozen. Op locaties waar nu een gemengd systeem is en straks een gescheiden systeem komt, is voorzien in de aanleg van een (stads)beek. Op deze locaties dient na renovaties en herinrichting het afvalwater gescheiden van het hemelwater aangeboden te worden en het hemelwater geborgen te worden om te snelle afvoer (en wateroverlast benedenstrooms) te voorkomen.

Watertoets

Op grond van artikel 3.1.1 van het Bro moet het plan voorgelegd worden aan onder andere het waterschap om te bepalen aan welke randvoorwaarden het plan vanuit waterhuishoudkundig perspectief moet voldoen. Het projectgebied ligt in het werkgebied van het waterschap Regge en Dinkel. Ten aanzien van de beoogde ontwikkeling is de watertoets (www.dewatertoets.nl) uitgevoerd. Hieruit is geconcludeerd dat de 'normale procedure' gevolgd moet worden. Hierbij dient in ieder geval rekening gehouden te worden met de uitgangspunten van het waterschap Regge en Dinkel. Het beleid van het waterschap Regge en Dinkel is vastgelegd in het vigerend Waterbeheerplan.

Afvalwater

Uitgangspunt in het gemeentelijk beleid is dat het afvalwater gescheiden van het hemelwater wordt aangeboden aan de perceelsgrens. De gemeente zorgt er voor dat het afvalwater vanaf de perceelsgrens wordt getransporteerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap Regge en Dinkel.

Hemelwater

Uitgangspunt in het gemeentelijk beleid is dat in bestaand stedelijk gebied hemelwater zo min mogelijk wordt afgevoerd via de riolering en in het buitengebied hemelwater niet wordt afgevoerd via de riolering. Hemelwater dient zoveel mogelijk te worden verwerkt op eigen terrein. Indien dat redelijkerwijs niet of onvoldoende mogelijk is moet het hemelwater vertraagd worden afgevoerd.

Bij een toename van verhard oppervlak komt meer hemelwater versneld tot afvoer, hierop is het oppervlaktewatersysteem niet berekend. Het extra afstromend hemelwater moet op eigen terrein worden verwerkt. Indien dit aantoonbaar niet mogelijk is, mag het hemelwater vertraagd worden afgevoerd.

Oppervlaktewater

Binnen en in de directe omgeving van het projectgebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Dit betekent dat er geen watervergunningsprocedure gevolgd hoeft te worden in het kader van de Keur van het waterschap.

Grondwater

Uitgangspunt in het gemeentelijk beleid voor de waterhuishouding is dat perceeleigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor het grondwater op hun perceel. De gemeente zorgt in voorkomende gevallen in de openbare ruimte voor passende maatregelen indien er in een gebied sprake is van structureel nadelige gevolgen voor de grondwaterstand en de te treffen maatregelen niet tot de zorg van de provincie of het waterschap

Ten opzichte van de huidige situatie is vooral van belang dat het schone water (dak en straat) gescheiden van het vuile water wordt aangeleverd aan de perceelgrens. Hierdoor kan het in de toekomst worden aangekoppeld aan de nieuwe waterstructuur. Zie hiervoor tevens figuur 3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00028-0003_0004.png"

Figuur 3: Systeemkeuzekaart uit de Watervisie 2013.

Waterhuishouding en het bestemmingsplan “Schipholtstraat 2011

Plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00028-0003_0005.png"

Figuur 3: plangebied 'Schipholtstraat 2011'

De locatie is momenteel deels als paardenwei in gebruik en deels als grasland.

Bodemopbouw en geohydrologie [bron: toelichting actualisatie bestemmingsplan Eschmarke deelplan 1 2011]

De keileemlaag tussen de Berkenven, de Broekheenseweg, de Heutinkbeek en de Glanerbeek komt tot ca. 0,5 m onder het maaiveld (voor aanleg van de wijk). Tijdens het bouwrijp maken zijn de oppervlakkige slecht doorlatende laagjes afgegraven en aangevuld met grondverbetering en is hier en daar minimaal opgehoogd. Dit heeft grofweg geleidt tot grondwaterstanden die variëren tussen 0,7 en ruim 1 meter onder het maaiveld. de grondwaterstroming is van west naar oost en volgt grofweg het maaiveld.

Bovenstaande zijn grove waarden die slechts een indicatie geven van de mogelijke huidige situatie. De gegevens zijn niet geschikt voor het opstellen van adviezen voor ontwateringsmaatregelen en bouwrijpwerkzaamheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00028-0003_0006.png"

Figuur 4: Riolering [bron: rioolbeheersysteem gemeente Enschede]

Uitgangspunten

Beleid

Het vigerend beleid van de gemeente Enschede schrijft voor zo min mogelijk hemelwater aan te sluiten op de riolering, in het buitengebied geen hemelwater aan te sluiten op de riolering. Particulieren dienen het afvloeiend hemelwater zoveel mogelijk op eigen terrein (middels infiltratie en / of tijdelijke berging) te verwerken. Als alternatief is het mogelijk waterberging in de (nabije) openbare ruimte te realiseren.

Wateropgave

Bij toename van het verhard oppervlak en versnelde afvoer van hemelwater naar het oppervlaktewatersysteem via een stelsel van leidingen of goten is het nodig waterberging te realiseren op eigen terrein om het waterbezwaar op het oppervlaktewater- of rioleringssysteem niet te vergroten. Hiervoor is een berging nodig van 40 mm dat wil zeggen 40 liter per m2 verhard oppervlak.

Bouwhoogtes en ontwatering

  • Voor het ontwerp van de ontwatering dienen de ontwerpnormen volgens tabel 1 aangehouden te worden. De ontwateringsnorm is gerelateerd aan de GHG.
  • Aanvullende eis is dat het bouwpeil van bouwwerken 0,20 m boven het straatpeil moet liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0153.BP00028-0003_0007.png"

Figuur 5: Ontwateringsnormen

Geprojecteerde situatie

In het plangebied zijn 8 woningen geprojecteerd met een totaaloppervlakte van ca. 3000 m2.

Verhard oppervlak

De toename van het verhard oppervlak bedraagt, uitgaande van een verhardingspercentage van 50 % ca. 1500 m2.

Wateropgave

De wateropgave bedraag ca. 60 m3.

Waterberging

Waterberging wordt in eerste instantie buiten het plangebied gezocht. Opties zijn:

  • Als de gemeente ruimte kan vinden langs de Glanerbeek is compensatie op zo'n locatie bespreekbaar voor het waterschap. Beheer en eigendom van de locatie ligt bij de gemeente (of derden) in ieder geval niet bij het waterschap. Berging is nodig tussen lozingspunt (kruising Glanerbeek met Broekheenseweg en kruising gemeentegrens met Glanerbeek);
  • Indien waterberging buiten het plangebied niet mogelijk is, zal een berging van 60 m3 in het plangebied worden gerealiseerd worden in het gebied met bestemming groen.

Hemelwaterafvoer

Opties:

  • Op de grens van particulier en openbaar eigendom (achterkant/zijkant van de geprojecteerde woningen) kan een greppel worden aangelegd die het water afvoert naar het hemelwaterriool of de duiker in de Broekheenseweg en Schipholtstraat;
  • Woningen sluiten hemelwater aan op (nog aan te leggen) voorzieningen in de openbare ruimte.

In beide gevallen is hydraulische check nodig voor de duiker en/of het hemelwaterriool.

Afvalwaterafvoer

Schipholtstraat

Geprojecteerde woningen aansluiten op 'collecteur' in Schipholtstraat. Anders vrij vervalleiding, indien mogelijk leggen naar kruising met Broekheensestraat.

Broekheensestraat

Aansluiten op bestaand vuilwaterriool. Check of kruising met bestaande duiker rond 1000 mm mogelijk is. Anders aansluiten op bestaande uitlegger bij kruising Schipholtstraat met Broekheenseweg.

Ontwateringsniveau

Op basis van bodemonderzoek en grondwaterstandmetingen zullen vloer- en kavelpeilen geadviseerd worden voor een goede ontwateringssituatie.

Aansluiting kavels op buurpercelen

Voorkomen moet worden dat hemelwater afstroomt naar naburige percelen.

Aandachtspunten verdere uitwerking

  • Uitvoeren bodem en geohydrologisch onderzoek;
  • Analyse bodem en geohydrologisch onderzoek;
  • Opstellen advies bouw- en kavelhoogtes;
  • Afwatering binnen plangebied;
  • Afwatering naar voorzieningen in de openbare ruimte;
  • Hydraulische check hemelwatervoorziening (riool en duiker) in de openbare ruimte;
  • Waterberging regelen met waterschap;
  • Afvalwaterafvoer naar voorzieningen in de openbare ruimte;
  • Rapportage en ontwerp waterhuishouding en riolering.

Conclusie

Er vanuit gaande dat wordt voldaan aan de gestelde randvoorwaarden en uitgangspunten zijn de effecten op de waterhuishouding (grond-, afval-, hemel- en oppervlaktewater) beperkt en zijn er geen belemmeringen voor het onderhavig plan.