Plan: | Hogeland-Zuid, Varvik en Diekman |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0153.20100737-0003 |
Het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Het Verdrag van Valetta) is in 1992 ondertekend. Het verdrag is geïmplementeerd via een wijziging van de Monumentenwet (Wet op de archeologische monumentenzorg), die op 1 september 2007 in werking is getreden.
Doelstelling is om zo veel mogelijk bodemschatten in de bodem te behouden, om zo aantasting van het bodemarchief te voorkomen. Verder wordt bevorderd dat in een zo vroeg mogelijk stadium van de ruimtelijke ordening rekening wordt gehouden met archeologische waarden. Uitgangspunt is tevens dat bodemverstoorders archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen betalen.
De Wet op de archeologische monumentenzorg legt de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed bij gemeenten en bepaalt dat archeologie voortaan binnen het instrumentarium van de ruimtelijke ordening dient te worden meegewogen. De kern van de nieuwe wetgeving is als volgt:
De gemeente heeft ten aanzien van het omgaan met archeologie een substantiële inhoudelijke beleidsruimte om belangenafwegingen te maken. De uitvoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg draagt bij aan de kennis van het ontstaan van de stad en samen met de monumenten, landschapshistorie en bouwhistorie, aan de kwaliteit van de ruimte en de identiteit en het imago van de gemeente Enschede.
Afbeelding 4.7: Plangebied archeologisch beleid
Archeologie en het plangebied "Hogeland Zuid, Varvik en Diekman"
Uit de Archeologische Verwachtingskaart van de gemeente Enschede blijkt dat het plangebied grotendeels is gelegen in onderzoeksgebied B. Dit gebied heeft een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde voor wat betreft archeologie. Voor elke verstoringslocatie met een oppervlak groter dan 500 m2, waarbij dieper dan 50 cm wordt verstoord geldt een onderzoeksplicht. Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan is dit gebied met een gebiedsaanduiding aangegeven. De cirkels in het plangebied worden in het gemeentelijk archeologisch beleid aangeduid als onderzoeksgebied A. In dit type archeologisch gebied worden bewoningsresten verwacht van de eerste erven van Enschede. Het betreft gebieden met oude erven of verdwenen oude erven. Op de verbeelding zijn deze gebieden eveneens aangegeven met een gebiedsaanduiding. Voor elke verstoringslocatie met een oppervlak groter dan 250 m2, waarbij dieper dan 50 cm wordt verstoord geldt een onderzoeksplicht.
De aanwezigheid van mogelijke archeologische waarden is daarmee voldoende geborgd. Vanuit het oogpunt van archeologie zijn er dan ook geen belemmeringen voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.