Hardick-Seckel

7.2 Vooroverleg

Krachtens artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening pleegt het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan, in casu het College van burgemeester en wethouders, overleg met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in geding zijn. Het bestemmingsplan is voorafgaand aan de formele procedure doorgesproken met de provincie Overijssel en het waterschap Regge en Dinkel. De provincie heeft daarbij aangegeven met het plan te kunnen instemmen en dat het plan voldoet aan de voorwaarden van het provinciale beleid op grond waarvan het bestemmingsplan niet formeel aan de provincie hoeft te worden aangeboden in het kader van het vooroverleg. Het waterschap heeft aangegeven in te kunnen stemmen met de wijze waarop in het plan wordt omgegaan met de waterhuishouding. Naar aanleiding van de positieve reacties van provincie en waterschap en gelet op het feit dat er geen rechtstreekse belangen van Rijk, provincie, gemeenten of andere (overheids)instanties in het geding zijn, is er voor gekozen om - mede uit oogpunt van tijdbesparing - af te zien van het voeren van vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.