Plan: | Hardick-Seckel |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0153.20082400-0004 |
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de oude WRO (Wet op de Ruimtelijke Ordening) die uit 1965 stamt. In de Wro wordt geregeld hoe de ruimtelijke plannen die gemeenten, provincies en Rijk maken tot stand komen en hoe deze gewijzigd kunnen worden. Snelle en overzichtelijke procedures, duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en uitvoeringsgericht zijn kenmerken van de nieuwe Wro.
Op grond van de Wro zijn ook standaarden opgesteld voor het opstellen van structuurvisies, bestemmingsplannen, inpassingsplannen (provinciaal en rijksniveau) en uitwerkings- en wijzigingsplannen. In de standaard voor de bestemmingsplannen, de SVBP 2008, zijn onder andere standaarden opgenomen met betrekking tot de structuur van het bestemmingsplan. Dit standaardpakket is bij besluit van 30 oktober 2008 wettelijk verankerd in de bij de Wet ruimtelijke ordening behorende Regeling standaarden ruimtelijke ordening. Met ingang van 1 juli 2009 dienen bestemmingsplannen volledig te voldoen aan de SVBP 2008.
De SVBP 2008 voorziet in een vaste opbouw, indeling en benaming van bestemmingen en ook in de daarbij behorende regels. Een vaste structuurstandaard levert een bijdrage aan het zo optimaal mogelijk informeren van de burger en het beter toegankelijk maken van het bestemmingsplan. De gebruiker van een bestemmingsplan ziet steeds dezelfde opbouw en weet derhalve waar iets geregeld of beschreven wordt. Daarnaast zijn standaardregels opgenomen die technische, niet beleidsmatige, onderdelen van het bestemmingsplan betreffen en die, waar nodig, op eenzelfde wijze in alle bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Hierbij gaat het om zaken als begripsomschrijvingen, wijzen van meten, de citeertitel en de nummering. De standaarden worden in het bestemmingsplan toegepast en afwijking daarvan is niet toegestaan.
De SVBP 2008 bestaat globaal uit een drietal verplichtingen:
Analoge verbeelding (= verbeelding op papier) betekent de manier waarop het plan op de papieren kaarten moet worden getoond. Digitale verbeelding betekent de manier waarop het digitale plan moet worden getoond in een raadpleegomgeving (website) op het internet. De Wro verplicht tot het vaststellen van zowel de analoge verbeelding als de digitale verbeelding van een bestemmingsplan. Beide verbeeldingen zijn rechtsgeldig, de wet bepaalt echter dat bij een mogelijk verschil in interpretatie tussen de analoge en de digitale verbeelding van een bestemmingsplan de digitale verbeelding doorslaggevend is.