40.1 Omschrijving bevoegdheid
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan:
-
a. voor het bouwen van een beheersgebouw op een landgoed van tenminste 10 ha met een oppervlakte van maximaal 100 m² en een maximale bouwhoogte van 8 meter, indien daarvoor een duidelijke noodzaak aanwezig is en geen van de op het landgoed aanwezige schuren hiervoor geschikt (te maken) is en beschikbaar is;
-
b. voor het bouwen van een beheersgebouw op een landgoed van tenminste 20 ha met een oppervlakte van maximaal 250 m² en een maximale bouwhoogte van 8 meter, indien daarvoor een duidelijke noodzaak aanwezig is en geen van de op het landgoed aanwezige schuren hiervoor geschikt (te maken) is en beschikbaar is;
-
c. voor het afwijken van de in het plan voorgeschreven maten, afmetingen en percentages met ten hoogste 10%, met dien verstande dat geen afwijkingen zijn toegestaan ten aanzien van in het plan opgenomen:
-
1. maximum inhoudsmaten van bedrijfswoningen, wooneenheden en recreatiewoningen;
-
2. de maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij woningen.
-
d. voor de bouw van gebouwen ten behoeve van het openbaar vervoer of het wegverkeer, zoals wachthuisjes, alsmede telefooncellen en toiletgebouwtjes met dien verstande dat de inhoud per bouwwerk maximaal 50 m³ bedraagt en de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
-
e. voor wat betreft geringe afwijkingen ten opzichte van bouwgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat in verband met ingekomen bouwplannen het wenselijk of noodzakelijk is de bouwgrenzen te overschrijden, mits die afwijking niet meer bedraagt dan 3 meter;
-
f. voor het bouwen van overige antennes, zend- en sirenemasten tot een bouwhoogte van maximaal 15 meter;
-
g. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, met uitzondering van erf- en perceelsafscheidingen.