a. Voorzover het bepaalde in de artikelen 35 en 39 zich daartegen niet verzet, is -daar waar ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk 2 van dit plan het bouwen of verbouwen van een wooneenheid is toegelaten- het toegestaan deze wooneenheid te onderkelderen, met dien verstande dat:
1. de bovenkant van de vloer van de kelder maximaal 3 meter onder het peil mag zijn gelegen;
2. onderkelderen slechts is toegestaan tussen de boven het maaiveld gelegen buitenwerkse gevelvlakken van het gebouw.
b. Voor sta-caravans en gebouwen met de functie-aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch, schuur' en 'verblijfsrecreatie' geldt, in afwijking van het bepaalde onder a van dit lid, dat onderkelderen niet is toegestaan.
c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van het bepaalde onder b van dit artikel, ten behoeve van de bouw van een mestkelder onder een schuur, indien dit met het oog op de agrarische functie van dit gebouw noodzakelijk is en voor zover het bepaalde in artikel 35 en 39 zich daartegen niet verzet.