direct naar inhoud van Artikel 18 Maatschappelijk - Crematorium
Plan: Buitengebied Zuidoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0153.20080358-0003

Artikel 18 Maatschappelijk - Crematorium

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk - Crematorium aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding van een crematorium met bijbehorende strooivelden, met de daarbij behorende:

  • a. ondersteunende horeca en ondersteunende detailhandel,
  • b. bouwwerken,
  • c. erven,
  • d. terreinen en
  • e. voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van warmte-koude-opslag, groenvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor Maatschappelijk - Crematorium aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 18.1
  • b. Bestaande bebouwing, die afwijkt van het bepaalde in de leden 18.2.2, 18.2.3 en 18.2.4, mag worden gehandhaafd en/of vernieuwd, mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot. Het in de vorige volzin bepaalde geldt niet voor bouwwerken, die zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende plan en niet krachtens de overgangsbepalingen van dat plan waren toegestaan.

18.2.2 Gebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Gebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een op de kaart aangegeven bouwvlak.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag bij de bouw van gebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, de aangegeven bouwhoogte niet worden overschreden.

18.2.3 Nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in de leden 18.2.2 en 18.2.4 gelden voor het bouwen van nutsvoorzieningen de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van een bouwwerk mag maximaal 25 m² bedragen;
  • b. de goothoogte mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte 5 meter bedragen.

 

18.2.4 Overige, niet eerder genoemde, bouwwerken

Voor overige, niet eerder genoemde, bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstobjecten, vlaggen- en lichtmasten mag maximaal 8 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen.

 

18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Omschrijving bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 18.2.4, onder a, voor een bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot maximaal 3 meter;
  • b. 18.2.4 onder c, voor een bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 7 meter.