Plan: | Havenkwartier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D133-OH01 |
In 1920 nam de toenmalige burgemeester De Boer het initiatief voor het graven van een haven. Hij koos daarvoor het natte en lege Bergweide. Hier ontstonden buiten de stad de eerste werk- en woongebieden (zoals Knutteldorp). De haven was een succes en al snel volgden een tweede en derde havenarm, die elk ook weer wat grootschaliger en strakker ingericht werden.
De bedrijvigheid was divers. De haven bood uitstekende mogelijkheden tot het op- en overslaan van goederen. De twee silo's als blikvangers van het gebied zijn daar een goed voorbeeld van. Hier werden derivaten, graan, meel en tapioca opgeslagen. De hoge silo van CDL (Coöperatieve op- en overslag Deventer-Lochem, voorheen CODO) heeft tot 2000 gefunctioneerd. Een ander opvallend gebouw is de Bodenloods. Hier werden diverse goederen opgeslagen, die vervolgens vanuit hier over de bedrijven en winkels van de stad werden verspreid.
De laatste decennia is de bedrijvigheid in dit deel van de haven echter teruggelopen. De trend van schaalvergroting leidde ertoe dat bedrijven nieuwe locaties opzochten met meer ruimte. Daarnaast nam het watergebonden transport af ten gunste van het vrachtverkeer over de weg. Het Havenkwartier met zijn relatief kleinschalige structuur en oude bebouwing bracht in dat opzicht meer belemmeringen dan kansen voor de moderne bedrijvigheid. Overigens gaat dit vooral op voor het westelijke en oudste gedeelte van het Havenkwartier. Aan de oostzijde, waar zich de tweede havenarm bevindt, is nog wel sprake van een continue aanwezigheid van bedrijvigheid.
De geconstateerde ontwikkeling bracht de gemeente in actie. Om leegstand en verpaupering te voorkomen ging de gemeente ertoe over om een deel van het oude industriële vastgoed te verhuren aan kleinschalige, creatieve initiatiefnemers. Daardoor verschoot het Havenkwartier langzaam maar zeker van kleur. Het oude, industriële havengebied werd een broedplaats voor allerlei kunstzinnige initiatieven die onderling niet met elkaar waren verbonden, maar die gezamenlijk het beeld opriepen van een stedelijke artistieke vrijplaats.