Plan: | Structuurvisie kernen Dalfsen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0148.SkernenDlfs-vs01 |
Dalfsen is ontstaan op de noordelijke oeverwal van de Vecht; op de rand van hoog en droog naar laag en nat. Deze ligging was met het oog op het landbouwsysteem en de vochtvoorziening van groot belang. In de loop van de tijd is onder invloed van het landbouwsysteem (potstalsysteem), dat vanaf de late middeleeuwen tot in de 19e eeuw werd beoefend, rondom de kern een aantal essen ontstaan; met plaggen en stalmest opgehoogde gronden. Als gevolg daarvan komen grenzend aan Dalfsen veel enkeerdgronden voor, met name aan de oostkant van de kern, maar ook op de Ankummer Es. Deze gronden liggen door hun natuurlijke ligging wat hoger in het landschap, wat nog is versterkt door het ophogen met het potstalmengsel. Door menselijke activiteiten (afgraven) ontstonden hoogteverschillen tussen percelen (steilranden). Aan de zuidkant van de kern is het dal van de Vecht zeer markant. De geomorfologische waarde van het Vechtdal is aangetast door het normaliseren en kanaliseren van de rivier. In het Bellingerweer en het daaraan grenzende deel van de uiterwaarden komen restanten voor van oude Vechtarmen.
Een deel van de esgronden in de omgeving van Dalfsen is van belang als archeologisch attentiegebied. Attentiegebieden zijn gebieden waar op grond van de terreinkenmerken en ontginningsgeschiedenis naar alle waarschijnlijkheid waardevol archeologisch materiaal in de bodem aanwezig is. Het gaat daarbij om de Ankummer Es, een gebied aan de Koesteeg, een zone tussen de Koesteeg en het Slingerlaantje en de omgeving van het Slingerlaantje.