direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Chw Bestemmingsplan recreatieterreinen en recreatiewoningen Actualisering 2023
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0148.Rterwng2023-vs01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Algemeen

Voor de recreatieterreinen en -woningen in de gemeente Dalfsen geldt het uit 2014 daterende "Bestemmingsplan recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen". In de tussentijd is dit bestemmingsplan tweemaal herzien (in 2015 en 2021) en heeft de gemeente Dalfsen nieuw archeologiebeleid vastgesteld dat nog niet is verwerkt in het geldende planologische regime. Daarnaast zijn de regels voor de kernen en het buitengebied in de loop der jaren aangepast of aangevuld. Ten slotte zijn er binnen de recreatieterreinen zes percelen waar een planologische wijziging gewenst is die in een actualisatie wordt gecorrigeerd/verwerkt (ambtshalve wijzigingen).

Om goed voorbereid te zijn op de Omgevingswet, wil de gemeente Dalfsen één actualisatie voor de recreatieterrein en -woningen doorvoeren. Samengevat voorziet voorliggend bestemmingsplan in de volgende wijzigingen:

  • Verwerken archeologiebeleid op verbeelding en in de regels;
  • Verwerken van de 1e herziening "Bestemmingsplan recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen" verwerken;
  • Verwerken van de "2e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen, camping Bosvreugd";
  • Ambtshalve wijzigingen doorvoeren op zes adressen.

Om de gewenste aanpassingen mogelijk te maken, is een herziening van het bestemmingsplan benodigd. De voorliggende bestemmingsplanherziening biedt het gewenste planologisch-juridische kader voor deze aanpassingen.

1.2 Plangebied

Het plangebied bestaat uit tien verblijfsrecreatieve terreinen binnen en verspreid over de gemeente Dalfsen. Het gaat om de volgende terreinen:

  • Buitenplaats Gerner;
  • Camping Starnbosch;
  • Recreatiewoningenterrein Bosrandweg;
  • Camping de Stuw;
  • Vechtdalcamping het Tolhuis;
  • De Wildbaan;
  • De Stokte;
  • Recreatiewoningen Hessum/Bosweg (camping Madrid);
  • Recreatiewoningenterrein Vlierhoek (Hammerweg);
  • Nierveer;
  • Immenhorst en Moezenbeltweg;
  • Mooirivier;
  • Rosengaardeweg;
  • Camping Heidepark;
  • Camping de Rietkraag.

Op enkele locaties worden zowel de verbeelding als de regels aangepast, voor de overige locaties worden enkel de regels aangepast. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de bij dit bestemmingsplan behorende verbeelding.

1.3 De bij het plan behorende stukken

Het “Chw Bestemmingsplan recreatieterreinen en recreatiewoningen Actualisering 2023” bestaat uit de volgende stukken:

  • a. Toelichting, met bijlagen;
  • b. Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.Rterwng2023-vs01;
  • c. Regels.

Hoofdstuk 2 Beleid

Voorliggend bestemmingsplan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de recreatieterreinen en recreatiewoningen in de gemeente Dalfsen. Hiermee is er geen sprake van nieuwe ruimtelijke ontwikkeling en wordt het bestaande beleid voortgezet. Kortheidshalve wordt voor het beleidskader daarom verwezen naar het bestemmingsplan "Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen", zoals vastgesteld op 1 september 2014.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Algemeen

Om goed voorbereid te zijn op de invoering van de Omgevingswet, wil de gemeente Dalfsen één actualisatie doorvoeren van het geldende bestemmingsplan voor de recreatieterrein en -woningen. Het geldende bestemmingsplan dateert uit 2014 en is daardoor op bepaalde punten verouderd. Tevens is in de tussentijd nieuw archeologiebeleid vastgesteld dat nog niet is verwerkt in dit bestemmingsplan en zijn er twee herzieningen van dit bestemmingsplan vastgesteld. Ten slotte zijn er zes percelen binnen het plangebied waar zaken spelen die dienen te worden gecorrigeerd c.q. verwerkt, zogeheten ambtshalve wijzigingen. In de volgende paragraaf wordt een beschrijving gegeven wat dit bestemmingsplan regelt. Hierbij wordt eerst ingegaan op de ambtshalve wijzigingen en vervolgens op de verwerking van de 1e en 2e herziening van het bestemmingsplan recreatieterreinen en recreatiewoningen en het actuele archeologiebeleid in dit bestemmingsplan.

3.2 Beschrijving gewenste situatie

3.2.1 Ambtshalve wijzigingen

Haersolteweg 9/15

Ter plaatse van de Haersolteweg 15 bevindt zich een horecagelegenheid (Auberge ’t Asje) waar in een gedeelte van het horecabedrijf feesten en partijen worden gehouden. Naast de horecagelegenheid bevindt zich er een bedrijfswoning (Haersolteweg 9) behorende bij de horecagelegenheid. Ten zuiden van het plangebied, aan de andere kant van de Haersolteweg, bevindt zich de uitbreidingswijk Oosterdalfsen Noord. Uit akoestisch onderzoek is gebleken dat de feesten en partijen de woningbouw van Oosterdalfsen Noord belemmeren door het geluid dat hierdoor wordt veroorzaakt. De feesten en partijen hebben daardoor een flinke impact op de toekomstige woonwijk Oosterdalfsen Noord. Met de uitbater is overeengekomen dat er niet langer feesten en partijen op deze locatie georganiseerd mogen worden en dat de bedrijfswoning wordt omgezet naar een woonbestemming. In het bestemmingsplan is opgenomen dat ter plaatse van de feesten en partijen een groepsaccommodatie (Haersolteweg 15) wordt toegestaan en dat de bedrijfswoning (Haersolteweg 9) komt te vervallen en de bestemming hiervan wijzigt van ‘Horeca’ naar ‘Wonen’.

Sterrebosweg 4

Op dit perceel is camping Starnbosch gevestigd. De exacte begrenzing van de gronden die bij deze camping horen zijn in de loop der jaren veranderd. Met dit bestemmingsplan wordt de correcte begrenzing aangehouden.

Maneweg 7 en 9

Ter plaatse van de Maneweg 7 en 9 geldt op basis van de in 2015 vastgestelde eerste herziening de bestemming 'Recreatie - Recreatieverblijf' met twee bouwvlakken. Het rechterbouwvlak is hierin voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning'. Deze wordt gebruikt als receptie ten behoeve van het ter plaatse aanwezige recreatieverblijf. Het linkerbouwvlak is de bedrijfswoning. De anduiding voor de permanente bewoning wordt met voorliggend bestemmingsplan verwijderd en het linkerbouwvlak wordt voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

Rosengaardeweg 56

Ter plaatse van de Rosengaardeweg 56 bevindt zich een woonperceel met kampeerterrein en hoveniersbedrijf. Het hoveniersbedrijf is gevestigd in de schuur die op het westelijke deel van het woonperceel ligt. Sinds de eerste herziening van het bestemmingsplan gelden op dit perceel de aanduidingen 'parkeerterrein' en 'risicovolle inrichting'. De schuur dient echter te worden voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - hoveniersbedrijf'. De gehele woonbestemming dient te worden voorzien van de aanduiding 'kampeerterrein'.

Daarnaast ligt het woonperceel gedeeltelijk op de Rosengaardeweg. Verkeerskundig gezien is het van belang om de bouwmogelijkheden van de woonbestemming op de weg uit te sluiten. Daarom wordt de specifieke bouwaanduiding 'bebouwing uitgesloten' opgenomen. Afbeelding 3.1 toont de ambtshalve wijzigingen op dit perceel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.Rterwng2023-vs01_0001.png"  
Afbeelding 3.1: Ambtshalve wijziging Rosengaardeweg 56 (Bron: www.ruimtelijkeplannen.nl, bewerkt)  

Oude Oever 8

Op dit adres bevindt zich Hotel Mooirivier. Ten westen van deze horecagelegenheid ligt een woonperceel. Een deel van de gronden die nog zijn voorzien van de bestemming 'Horeca' zijn in de praktijk al onderdeel van dit woonerf. Met voorliggend bestemmingsplan worden deze gronden voorzien van de correcte bestemming, te weten 'Wonen'. Eén en ander zoals weergegeven in afbeelding 3.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.Rterwng2023-vs01_0002.png"  
Afbeelding 3.2: Ambtshalve wijziging Mooirivier (Bron: www.ruimtelijkeplannen.nl, bewerkt)  

Tolhuisweg 5

Op dit adres is Camping Madrid gevestigd. Ter plaatse bevinden zich twee bedrijfswoningen die in het huidige planologisch regime nog niet als zodanig zijn aangeduid. Met voorliggend bestemmingsplan worden deze voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

3.2.2 1e en 2e herziening

Op 26 oktober 2015 is de 1e herziening van het bestemmingsplan voor de recreatieterreinen en recreatiewoningen vastgesteld. Met deze herziening zijn een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd op bepaalde percelen. Deze herziening wordt verwerkt in voorliggend bestemmingsplan, met op bepaalde percelen een ambtshalve wijziging zoals beschreven in paragraaf 3.2.2.

Voor camping Bosvreugd is in 2021 het bestemmingsplan "2e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen, Camping Bosvreugd" vastgesteld. Met dit bestemmingsplan is de opwaardering van dit recreatieterrein planologisch geborgd. Het initiatief voorzag in de realisatie van negen boswoningen (met recreatiebestemming), vijf oeverwoningen (met woonbestemming, waarvan één beheerderswoning) en één paalwoning met woonbestemming. Voor het plan is een beeldkwaliteitplan opgesteld om de landschappelijke en architectonische randvoorwaarden te borgen.

Binnen bovengenoemd bestemmingsplan zijn specifieke afspraken gemaakt over de inrichting van deze percelen. De planologische ruimte die in deze herziening wordt geboden binnen de bestemmingen 'Recreatie - Recreatieverblijf' en 'Wonen' wijkt daarom wezenlijk af van deze bestemmingen zoals deze gelden op de overige gronden in het plangebied. In het kader van een beleidsneutrale overname zijn deze bestemmingen daarom één op één overgenomen in dit bestemmingsplan, waarbij de naam van de bestemmingen is gewijzigd in 'Recreatie - Recreatieverblijf - Bosvreugd' en 'Wonen - Bosvreugd'.

3.2.3 Archeologie

De gronden binnen het bestemmingsplan "recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen" en de gronden binnen de eerste herziening hiervan zijn niet voorzien van een archeologische dubbelbestemming. De gemeente Dalfsen heeft een actuele archeologische verwachtingskaart opgesteld en vervolgens op basis daarvan een archeologische beleidsadvieskaart opgesteld. Op de beleidsadvieskaart wordt per gebied een categorie vermeld die gekoppeld is aan waarden met beleidsadviezen. De adviezen kunnen met de bij de adviezen behorende regels worden opgenomen in gemeentelijke bestemmingsplan en de gemeentelijke omgevingvisie.

Met het voorliggende bestemmingsplan worden alle gronden voorzien van een archeologische dubbelbestemming, waarmee de archeologische waarden voorzien zijn van planologische bescherming. De dubbelbestemmingen zijn opgenomen conform de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Dalfsen, die is opgenomen in afbeelding 3.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.Rterwng2023-vs01_0003.png"  
Afbeelding 3.3: Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Dalfsen (Bron: gemeente Dalfsen)  

De gronden zijn voorzien van een archeologische waarde variërend van 'Waarde - Archeologie 1' tot en met 'Waarde - Archeologie 9' waarbij de plicht tot het doen van archeologisch onderzoek overeenkomt met het geldende beleidadvies zoals deze is bepaald in het archeologiebeleid.

Hoofdstuk 4 Onderzoek

4.1 Onderzoeken

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. Bovendien is een bestemmingsplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieuaspecten en ruimtelijke ordening.

4.2 Milieu- en omgevingsaspecten

In voorliggend geval gaat het om een actualiserend bestemmingsplan, waarmee het actuele archeologiebeleid wordt verwerkt en op een aantal percelen ambtshalve wijzigingen plaatsvinden. De wijzigingen zijn uitsluitend van de volgende aard:

  • aanpassing ligging bouwvlakken;
  • aanpassing begrenzingen bestemmingen en/of delen van het plangebied;
  • toevoeging danwel verwijdering aanduidingen.

Deze wijzigingen vragen qua aard en omvang niet om nader onderzoek. Er vindt geen uitbreiding plaats van milieubelastende functies, er worden geen nieuwe milieugevoelige functies gerealiseerd en is er geen sprake van het planologisch mogelijk maken van zwaardere milieuactiviteiten.

Hoofdstuk 5 Plansystematiek

5.1 Toelichting op de plansystematiek

In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op het plangebied, het relevante beleid en de milieu- en omgevingsaspecten. De informatie uit deze hoofdstukken is gebruikt om keuzes te maken bij het maken van het juridische deel van het bestemmingsplan: de verbeelding en de regels. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de opzet van dit juridische deel. Daarnaast wordt een verantwoording gegeven van de gemaakte keuzes op de verbeelding en in de regels. Dat betekent dat er wordt aangegeven waarom een bepaalde functie ergens is toegestaan en waarom bepaalde bebouwing daar acceptabel is.

5.2 Opzet van de regels

5.2.1 Algemeen

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden, is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De digitaliseringsverplichting geldt vanaf 1 januari 2010. In de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen. Naast de SVBP zijn ook het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening en de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten normerend bij het vastleggen en beschikbaar stellen van bestemmingsplannen.

De SVBP geeft normen voor de opbouw van de planregels en voor de digitale verbeelding van het bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is opgesteld conform de normen van de SVBP2012.

Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit planregels en bijbehorende verbeelding waarop de bestemmingen zijn aangegeven. Deze verbeelding kan zowel digitaal als analoog worden verbeeld. De verbeelding en de planregels moeten in samenhang worden bekeken.

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels (begrippen en wijze van meten);
  • 2. Bestemmingsregels;
  • 3. Algemene regels (o.a. afwijkingsregels);
  • 4. Overgangs- en slotregels.
5.2.2 Inleidende regels

In hoofdstuk 1 staan de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied en hierin staan:

In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen. Hiermee is een eenduidige uitleg van deze begrippen vastgelegd.

Dit artikel geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe bepaalde afmetingen gemeten moeten worden.

5.2.3 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de in het plangebied voorkomende bestemmingen. De regels zijn onderverdeeld in o.a.:

  • Bestemmingsomschrijving: omschrijving van de activiteiten die zijn toegestaan;
  • Bouwregels: eisen waaraan de bebouwing moet voldoen (bebouwingshoogte, bebouwingspercentage, etc.);
  • Nadere eisen;
  • Afwijken van de bouwregels: onder welke voorwaarde mag afgeweken worden van de aangegeven bouwregels;
  • Specifieke gebruiksregels: hierin staat beschreven welke activiteiten in ieder geval strijdig zijn;
  • Afwijken van de gebruiksregels: Deze afwijking geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om met omgevingsvergunning af te wijken van functies die in eerste aanleg strijdig zijn met de bestemmingsomschrijving of de specifieke gebruiksregels.

In paragraaf 5.3 worden de bestemmingen nader toegelicht en wordt aangegeven waarom voor bepaalde gronden voor deze bestemmingen is gekozen.

5.2.4 Algemene regels

In hoofdstuk 3 staan de algemene regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit:

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze verdichting kan zich met name voordoen, als een perceel of een gedeelte daarvan, meer dan één keer betrokken wordt bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage.

In dit artikel worden de algemene bouwregels beschreven. Deze regels gaan in op de isolatie van gebouwen en het bouwen met een lagere EPC-norm. In het kader van isolatiemaatregelen van gebouwen en het bouwen met een lagere EPC-norm kan in ondergeschikte mate afgeweken worden van de geldende bouwregels.

In dit artikel worden de algemene gebruiksregels beschreven. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit brengt met zich mee dat de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming helder en duidelijk moet zijn.

In dit artikel worden de algemene aanduidingsregels beschreven. Ter plaatse van het plangebied is een gebiedsaanduiding opgenomen welke verwijst naar de regels opgenomen in de algemene aanduidingsregels.

In dit artikel worden de algemene afwijkingsregels beschreven. Deze regels maken het mogelijk om op ondergeschikte punten van de regels in het bestemmingsplan af te wijken.

In dit artikel worden wijzigingsbevoegdheden beschreven, op basis waarvan burgemeester en wethouders het plan kunnen wijzigen.

In dit artikel worden procedureregels voor het stellen van een nadere eis beschreven.

In dit artikel zijn regels gesteld ten aanzien van parkeren, laden en lossen en het vellen van houtopstanden.

5.2.5 Overgangs- en slotregels

In hoofdstuk 4 van de regels staan de overgangs- en slotregels. In de overgangsregels is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan. In de slotregels wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan wordt genoemd.

5.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk gemaakt worden en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

Voorliggend bestemmingsplan betreft een actualiserend bestemmingsplan, waardoor de bestemmingen grotendeels conform de onderliggend geldende bestemmingsplannen zijn overgenomen. Voor een beschrijving van de ambtshalve wijzigingen wordt tevens verwezen naar paragraaf 3.2 van deze toelichting. In deze paragraaf worden enkele gemaakte keuzes nader onderbouwd.

'Natuur', 'Recreatie - Recreatiebedrijf - Bosvreugd', 'Tuin' en 'Wonen - Bosvreugd'

Deze bestemmingen gelden ter plaatse van camping Bosvreugd, zoals opgenomen in de 2e herziening van het "bestemmingsplan recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen". De regels zijn conform dit bestemmingsplan overgenomen. De recreatie- en woonbestemming zijn om twee redenen voorzien van de toevoeging '- Bosvreugd'. Ten eerste is het op deze wijze eenvoudig om de regels te kunnen onderscheiden van de bestemmingen 'Recreatie - Recreatiebedrijf' en 'Wonen', zoals deze elders voorkomen in het plangebied van deze herziening. Ten tweede zijn er voor Camping Bosvreugd specifieke regels opgenomen ten behoeve van de inrichting van deze camping, waaronder een voorwaardelijke verplichting voor het aanleggen en instandhouden van landschappelijke maatregelen. Met dit bestemmingsplan wordt deze voorwaardelijke verplichting overgenomen.

Archeologische dubbelbestemmingen

De gronden in het plangebied zijn voorzien van een archeologische dubbelbestemming, variërend van 'Waarde - Archeologie 1' tot en met 'Waarde - Archeologie 9'. Deze dubbelbestemmingen zijn conform het meest recente archeologiebeleid van de gemeente Dalfsen overgenomen in dit bestemmingsplan, waardoor een aanvraag omgevingsvergunning na vaststelling van deze herziening aan het geldende archeologiebeleid kunnen worden getoetst.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. Er zijn echter uitzonderingen. Het is mogelijk dat de raad verklaart dat met betrekking tot een bestemmingsplan geen exploitatieplan wordt vastgesteld indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd of het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is.

In voorliggend geval is de gemeente de initiatiefnemer. Hiermee zijn de gemeentelijke kosten anderszins verzekerd en is het maken van een exploitatieplan op grond van artikel 6.12 lid 2 Wro niet nodig. Er zijn hiermee geen omstandigheden die duiden op financiële onhaalbaarheid van het plan. De economische uitvoerbaarheid van deze ontwikkeling kan derhalve worden geacht te zijn aangetoond.

Hoofdstuk 7 Inspraak, overleg en zienswijzen

7.1 Vooroverleg

7.1.1 Het Rijk

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn de nationale belangen die juridische borging vereisen opgenomen. Het Barro is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Voorliggend bestemmingsplan raakt geen nationale belangen, waardoor kan worden afgezien van het voeren van vooroverleg met het Rijk.

7.1.2 Provincie Overijssel

Vooroverleg met de provincie Overijssel wordt in het kader van dit bestemmingsplan niet noodzakelijk geacht.

7.1.3 Waterschap Drents Overijsselse Delta

Aangezien voorliggend bestemmingsplan uitsluitend voorziet in actueel juridisch-planologisch kader voor de recreatieterreinen en -woningen in de gemeente Dalfsen, is er geen sprake van nieuwe ontwikkelingen die invloed hebben op de waterhuishouding. Daarom kan worden afgezien van het voeren van vooroverleg met het waterschap.

7.2 Inspraak

Conform de gemeentelijke inspraakverordening kan het bestuursorgaan zelf besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. In voorliggend geval wordt geen voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd.

7.3 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024 voor een ieder ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn er vier zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn weergegeven in Bijlage 1 en voorzien van een gemeentelijke reactie. Daarbij is ook aangegeven of de zienswijze aanleiding heeft gegeven tot het aanpassen van het bestemmingsplan.