direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Chw bestemmingsplan 7e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0148.7eVerzamelplanBG-vs01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Algemeen

Het “Chw bestemmingsplan 7e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen” is een herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Gemeente Dalfsen” zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen op 24 juni 2013 en voor zover sindsdien is herzien.

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven.

1.2 Aanleiding

1.2.1 Verzamelplannen

De gemeente Dalfsen wil haar dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Vooral als het gaat om kosten (leges) en begeleiding bij procedures. In het jaarlijkse 'Verzamelplan Buitengebied' bundelt de gemeente verschillende plannen in het buitengebied tot één nieuw bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is de uitkomst van de zevende ronde voor het verzamelplan.

Tot en met 17 februari 2020 kon men zich aanmelden. Daarna zijn de volgende stappen doorlopen:

  • 1. April 2020 Medewerkers van de gemeente beoordelen of een plan kans van slagen heeft en geschikt is voor het verzamelplan.
  • 2. Mei - juni 2020 Het college onderzoekt of de plannen haalbaar zijn.
  • 3. Juli - november 2020 De haalbare plannen worden in het verzamelplan verwerkt.
  • 4. November - december 2020 De (wettelijk verplichte) procedure kan starten.
  • 5. Maart - april 2021 De gemeenteraad stelt het verzamelplan vast.

Het verzamelplan wordt ook gebruikt om de onherroepelijke projecten die zijn vergund met een projectafwijkingsbesluit in het bestemmingsplan op te nemen. In dit 7e verzamelplan zijn de tussen 1 januari 2019 en 9 september 2020 onherroepelijk geworden projectafwijkingsbesluiten opgenomen.

Verder worden een tweetal wijzigingsplannen en viertal herzieningen die onherroepelijk zijn in dit 7e verzamelplan opgenomen.

1.2.2 Ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan

De initiatieven die zijn aangemeld om deel te nemen aan het verzamelplan en de stappen 1 tot en met 3 goed hebben doorlopen zijn:

  • 1. De Brandt 1 en 3, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan op het perceel De Brandt 5.
  • 2. Peezeweg 15 en 17, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan. Verder wordt de woning Peezeweg 15 gesloopt en verder achterop het perceel teruggebouwd.
  • 3. Markeweg 14, het wijzigen van de agrarische bestemming naar Wonen en het toepassen van Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan, waarbij er ook op het perceel Hessenweg 64 gesloopt wordt.
  • 4. Oosterhulst 43 - 45, toepassen van VAB voor het splitsen van een karakteristieke boerderij.
  • 5. Welsummerweg 26, het wijzigen van de agrarische bestemming naar Wonen en toepassen van Sloop voor Kansen waarbij twee extra woningen worden toegestaan, waarbij er ook op het perceel Ruitenveen 24 gesloopt wordt.
  • 6. Vossersteeg 12B, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan en er op de percelen Hessenweg 64 en Hessenweg 95 wordt gesloopt .
  • 7. Zwarteweg 7, het omzetten van een deel van de bedrijfsbestemming met woning naar Wonen.
  • 8. Vossersteeg 89-91, toepassen van Sloop voor Kansen en drie extra woningen toe staan waarbij er ook op de percelen Hessenweg 64, Tibbensteeg 7, Stadhoek 1, Neurinkweg 7, Brandweg 3 en 4 gesloopt wordt.
  • 9. Den Hulst 7, het wijzigen van de agrarische bestemming naar Wonen en toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra bijgebouw wordt toegestaan voor het stallen van voertuigen en bed & breakfast en de overige sloop m2 voor een compensatiewoning elders wordt ingezet.
  • 10. Zwartjeslandweg 2, het wijzigen van de agrarische bestemming naar Wonen en het toepassen van VAB voor het toekennen van een vervolgfunctie aan twee schuren voor de stalling van caravans/campers.
1.2.3 Projectafwijkingsbesluiten die zijn opgenomen in dit verzamelplan

Na het opstellen van het bestemmingsplan 6e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is er op een aantal plaatsen afgeweken van het bestemmingsplan met een projectafwijkingsbesluit. Om het bestemmingsplan actueel te houden worden deze besluiten nu opgenomen in het verzamelplan en daarmee in het bestemmingsplan. Het gaat om de projectafwijkingsbesluiten die tussen 7 februari 2020 en 9 september 2020 onherroepelijk zijn geworden. De betreffende ruimtelijke onderbouwingen zijn overgenomen van de verleende en inmiddels onherroepelijk geworden vergunningen. Het gaat om:

- Tolhuisweg 8 - agrarisch naar wonen

Op het perceel Tolhuisweg 8 is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het wijzigen van de agrarische bestemming naar Wonen. De agrarische activiteiten zijn beëindigd op het perceel en door de wijziging kan de monumentale boerderij bewoond worden voor reguliere bewoning. De woonbestemming wordt nu in het bestemmingsplan opgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Knuvendijk 1 - bouwen van een dierenverblijf en hooiberg 

Op het perceel Knuvendijk 1 is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het toepassen van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) voor het realiseren van een nieuw dierenverblijf ter vervanging van enkele losse dierenverblijfjes en een hooiberg ter uitbreiding van de dagbestedingsruimte. De bestemming 'Wonen' wordt vergroot en de grens hiervan schuift 10 meter op naar het zuiden. Ook wordt er een aanduiding toegevoegd aan de woonbestemming om de maximum toegestane oppervlakte (in totaal 265 m2) aan bijbehorende bouwwerken te vergroten. Verder krijgt het dierenverblijf op de agrarische bestemming een aanduiding die het dierenverblijf toestaat. De woonbestemming wordt aangepast en de aanduiding opgenomen in het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

- Middeldijk 49 (51) en Brouwersweg 1- realiseren van een (extra) woonbestemming

Op de percelen Middeldijk 49 en Brouwersweg 1 in Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het toepassen van Sloop voor Kansen voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Middeldijk 51. De bedrijfsbestemming van het perceel Brouwersweg 1 wordt deels omgezet in een woonbestemming en deels in een agrarische bestemming. Verder wordt de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak' toegevoegd op het perceel Brouwersweg 1. De woonbestemmingen worden nu in het bestemmingsplan opgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.

1.2.4 Wijzigingsplannen die zijn opgenomen in dit verzamelplan

- 1e wijziging Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Welsummerweg 34 en 36

Met dit wijzigingsplan is de bestemming "wonen' voor de percelen Welsummerweg 34 en 36 in Dalfsen met tien meter verplaatst. De oppervlakte van de bestemming bleef hierbij gelijk en het aantal woningen nam niet toe. Vanwege nieuwbouwplannen is gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid die het bestemmingsplan biedt. Hierdoor is het mogelijk gemaakt om op het perceel Welsummerweg 36 een stal/berging en op het perceel Welsummerweg 34 een vervangende woning met bijgebouwen te realiseren. Het wijzigingsplan is sinds 4 juli 2014 onherroepelijk.

- 2e wijziging Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, EHS De Stokte

Met dit wijizigingsplan is de bestemming 'Agrarisch met waarden' gewijzigd in de bestemming 'Natuur". Dit wijzigingsplan heeft betrekking op percelen die ten noordwesten van de Vecht en ten zuioosten van de weg De Stokte en de weg de Oude Oever liggen.

In het kader van het programma 'Ruimte voor de Vecht' werkt de provincie Overijssel aan de realisatie van 129 hectare Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Hierbij is de ambitie: 'het omvormen van de rivier naar een veilige, beleefbare, herstelde halfnatuurlijk laaglandrivier in een Vechtdal waar het prettig wonen, werken en vertoeven is'.

Een uniek Vechtdal: een samenhangend en onderscheidend Vechtdal, waarbij op basis van de huidige kwaliteiten en gebiedskenmerken impulsen worden gegeven en kwaliteit wordt toegevoegd op het gebied van natuur, landschap, recreatie en cultuur. Binnen dit areaal ligt het deelgebied De Stokte Dalfsen.

Het bestemmingsplan Buitengebied Dalfsen biedt de mogelijkheid de bestemming 'Agrarisch met waarden' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', waarbinnen natuurontwikkeling past.

Aan de wijziging van de bestemming kon meegewerkt worden als de wijziging rekening hield met het provinciaal beleid voor bos- en natuurcompensatie en de Boswet.

Het wijzigingsplan is sinds 18 september 2015 onherroepelijk.

1.2.5 Herzieningen die zijn opgenomen in dit verzamelplan

- 2e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Meeleweg 47

In deze herziening is via de Rood voor Rood regeling een woonbestemming toegekend aan het perceel Meeleweg 47 in Nieuwleusen. Eén van de bestaande voormalige agrarische schuren dient als compensatiewoning. Twee schuren werden behouden voor het hobbymatig houden van paarden. 1.252 m² aan landschapsontsierende bebouwing is gesaneerd.

Het bestemmingsplan is sinds 21 november 2014 onherroepelijk.

- 5e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Westeinde 86 en Middeldijk 21

In deze herziening is via de rood voor rood regeling in combinatie met het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing de mogelijkheid gecreëerd een compensatiewoning te realiseren op het perceel Middeldijk 21. Daarvoor is de voormalige agrarische bebouwing op de percelen Middeldijk 21, Westeinde 86 en Knuvendijk 3 gesloopt. In de bestaande karakteristieke deel aan het Westeinde 86 kunnen twee wooneenheden worden gerealiseerd naast de bestaande woning. Omdat de Knuvendijk 3 al een woonbestemming had is daarvoor alleen geregeld dat het te slopen oppervlak niet opnieuw kan worden gebouwd na de sloop.

Het bestemmingsplan is sinds 24 juli 2015 onherroepelijk.

- 8e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Staphorsterweg 12

Dit bestemmingsplan heeft het mogelijk gemaakt een compensatiewoning te realiseren ten noorden van het perceel Staphorsterweg 12 via het beleid 'Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen'. Daarvoor in de plaats is de voormalige (landschapsontsierende) agrarische bebouwing op het perceel Staphorsterweg 12 gesloopt. Verder wordt de agrarische bestemming deels omgezet in Wonen. Het bestemmingsplan is sinds 20 mei 2016 onherroepelijk.

- 11e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Westeinde 37

Dit bestemmingsplan maakt het mogelijk om de bestaande boerderij op dit perceel, na een grondige verbouwing of vervangende nieuwbouw, te gebruiken als woning. Daarnaast zijn de aanwezige bedrijfsopstallen (in totaal 998 m², inclusief asbest) op het perceel gesloopt en in ruil daarvoor wordt op het zuidelijke deel van het erf een compensatiewoning met bijgebouwen gerealiseerd. Dit is mogelijk op basis van beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied van de gemeente Dalfsen uit de periode van 2014 tot 2017, omdat dit beleid tijdens de planvorming van kracht was.

De gronden ten zuiden van het agrarisch perceel aan het Westeinde 37 en het perceel aan het Westeinde 35 zijn bij deze herziening meegenomen, zodat het plan planologisch mogelijk werd.

Er was beroep ingesteld tegen deze herziening, maar door overleg tussen partijen is de erfinrichting gewijzigd. Hierdoor is het beroep ingetrokken en is de nieuwe erfinrichtingstekening in dit verzamelplan toegevoegd.

Het bestemmingsplan is sinds 8 augustus 2019 onherroepelijk.

1.2.6 Ambtshalve aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
1.2.6.1 Aanpassingen verbeelding

Molenhoekweg 11 - Aanpassen zoekgebied

Voor het bouwen van een woning moet het zoekgebied aangepast worden. De omgevingsvergunning voor het bouwen van de woning is aangevraagd maar om de vergunning te kunnen verlenen moet eerst het zoekgebied aangepast worden. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.

Veldhoevenweg 1 - Aanpassen zoekgebied

Voor het terugbouwen van een door brand verwoeste hal moet het zoekgebied aangepast worden. Hierbij wordt het zoekgebied niet vergroot. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.

Slennebroekerweg 13A - Aanpassen bestemmingsvlak 'Bedrijf'

Op het perceel Slennebroekerweg 13A is in 2012 een vergunning verleend voor de bouw van een schuur. Een deel van de schuur is echter niet goed opgenomen binnen het bestemmingsvlak. Dit wordt met dit verzamelplan hersteld.

Oosterhulst 5 - Aanpassen bestemmingsvlak 'Wonen'

Het bestemmingsvlak is in het moederplan Buitengebied niet in overeenstemming gebracht met de toen al aanwezige situatie. Hierdoor valt een deel van de schuur buiten het bestemmingsvlak Wonen. Dit wordt met dit verzamelplan hersteld.

Hessenweg 4 - Aanpassen zoekgebied

Voor het plaatsen van werktuigenberging moet het zoekgebied aangepast worden. Voor de bouw van de werktuigenberging en het aanpassen van het zoekgebied is vergunning verleend. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.

Tibbensteeg 9 - Aanpassen bestemmingsvlak 'Wonen'

Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt iets verschoven zodat de paardenbak binnen de woonbestemming komt te liggen, waarbij het bestemmingsvlak niet wordt vergroot. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.

Stationsweg 2 en 4 / Meeleweg 100, 102 en 104 - Aanduiding maximaal aantal wooneenheden aanpassen

Binnen het bestemmingsvlak zijn 5 vergunde woningen aanwezig, maar het bestemmingsplan geeft aan dat er 4 toegestaan zijn. Daarom wordt dit ambtshalve gecorrigeerd.

Percelen Provinciaal Inpassingsplan (Pip) N340/N48 vastgesteld 11 april 2018

In 2018 is de gemeente Dalfsen weer bevoegd gezag geworden over percelen die eerst in het Provinciaal Inpassingsplan voor de N340 zaten. Een klein deel van het perceel Dennenkamp 1-3 had een verkeersbestemming gekregen en was toegevoegd aan het bestemmingsplan voor de Kernen. Omdat de provincie de plannen heeft gewijzigd voor de N340 is dit deel met de verkeersbestemming niet meer nodig en wordt weer gewijzigd in een woonbestemming zoals eerder ook was. Om ervoor te zorgen dat de regels van het moederplan met de daarop volgende herzieningen ook op dit deel van het perceel van toepassing wordt, is deze opgenomen op de verbeelding van het 7e Verzamelplan.

Staphorsterweg 12 - Aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuur' opnemen

Naast het opnemen van de 8e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Staphorsterweg 12 in dit verzamelplan is er een vergunning verleend voor een schuur die op de erfinrichtingstekening was aangegeven. Om de schuur ook planologisch te regelen wordt de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuur' toegevoegd op de plankaart. De plankaart wordt aangepast naar de feitelijk vergunde situatie.

Vossersteeg 103, 105, 107 en 109 - Aanduiding maximaal aantal wooneenheden aanpassen

Binnen het bestemmingsvlak zijn 4 vergunde woningen aanwezig, maar het bestemmingsplan geeft aan dat er 3 toegestaan zijn. Daarom wordt dit ambtshalve gecorrigeerd.

Vilstersedijk 13/13A - Aanduiding 'recreatief nachtverblijf' opnemen

Het perceel Vilstersedijk 13/13A heeft deelgenomen aan het 5e verzamelplan Buitengebied waarbij de aanduiding 'boerderijkamers' is opgenomen op een recreatief vakantiehuisje aan de voorzijde van het perceel in plaats van de aanduiding 'recreatief nachtverblijf'. Dit wordt met dit verzamelplan hersteld.

Percelen bestemmingsplan N348, Lemelerveld vastgesteld op 28 september 2015

Het grootste deel van het bestemmingsplan N348, Lemelerveld is opgenomen in het bestemmingsplan voor de Kernen. Aan de noordkant moeten nog twee delen met een verkeersbestemming in het moederplan van het buitengebied opgenomen worden. En aan de zuidzijde moet de horecabestemming voor de Lantaarn, een verkeersbestemming en de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - loopbrug' opgenomen worden in het moederplan van het buitengebied. Daarom wordt dit in dit verzamelplan opgenomen.

Markeweg 9 - Wijzigen Woonbestemming en Natuurbestemming

De eigenaar van Markeweg wil zonnepanelen op zijn perceel plaatsen. Om dit te kunnen realiseren wordt een deel van het perceel met een natuurbestemming omgezet in een woonbestemming. En een deel van de woonbestemming wordt omgezet in een natuurbestemming. Hierbij wordt de natuurbestemming vergroot en de woonbestemming verkleind. Dit wordt door dit verzamelplan mogelijk gemaakt.

Hessenweg 37 en 39

Uit dossieronderzoek is gebleken dat op de percelen Hessenweg 37 en 39 twee woningen staan, terwijl volgens de verbeelding maar één woning is toegestaan. Dit wordt gewijzigd in die zin dat op deze twee percelen aan de verbeelding de maatvoering : maximaal aantal woningen: 2, wordt toegevoegd.

Oude Hessenweg 2/2A

Uit dossieronderzoek is gebleken dat op de percelen Oude Hessenweg 2/2A twee woningen staan, terwijl volgens de verbeelding maar één woning is toegestaan. Dit wordt gewijzigd in die zin dat op deze twee percelen aan de verbeelding de maatvoering : maximaal aantal woningen: 2, wordt toegevoegd.

Berkendijk 28 en 30 

In 2007 is met de rood voor regeling die op dat moment van toepassing was op het voormalig agrarisch erf Berkendijk 28 een compensatiewoning (Berkendijk 30) gerealiseerd. Recentelijk is geconstateerd dat de woning Berkendijk 30 niet goed is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied van 2013. Met dit verzamelplan wordt deze fout hersteld en de verbeelding aangepast.

1.2.6.2 Aanpassingen regels

Toevoegingen begrippenlijst

Het begrip 'kleinschalige kinderopvang' is opgenomen. In het begrip wordt uitgelegd wat met kleinschalig wordt bedoelt. Verder is het begrip 'voormalige agrarische bedrijfsgebouwen' opgenomen. Het is mogelijk om in voormalige agrarische bedrijfsgebouwen boerderijkamers te maken. Dit begrip legt uit wanneer daar sprake van is.

Het begrip 'participatie' is ook opgenomen in de lijst. Participatie is een belangrijk onderdeel bij de voorbereiding van plannen en is ook als voorwaarde opgenomen, onder andere bij het realiseren van kleinschalige windturbines voor het opwekken van windenergie voor eigen gebruik. Daarnaast wordt het begrip 'eigen energieverbruik' toegevoegd, omdat deze ontbrak in de begrippenlijst en er in de regels wel naar wordt verwezen.

Verder is er een begripsbepaling 'sociale indicatie' toegevoegd, omdat de regels over medewerking aan inwoonsituaties zijn aangepast.

Afwijkingsbevoegdheid in de regels voor kleinschalige windturbines

Er wordt een afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen voor het realiseren van kleinschalige windturbines voor het opwekken van windenergie voor eigen gebruik.

Afwijkingsbevoegdheid in de regels voor inwoning

Er wordt een afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen om de huisvesting van twee huishoudens in één woning, inwoning mogelijk te maken.

Wijzigingsbevoegdheid voor splitsen van voormalig (agrarische) bedrijfswoningen

De minimale inhoudsmaat om gebruik te mogen maken van de wijzigingsbevoegdheid voor het splitsen van voormalig (agrarische) bedrijfswoningen is aangepast van 1.000 m3 naar 900 m3 . Daarnaast is deze mogelijkheid ook toegevoegd aan de bestemming wonen, voor voormalig agrarische bedrijfswoningen die al een woonbestemming hebben.

Wijzigen erfinrichtingsplannen

Het erfinrichtingsplan voor Meeleweg 110 (en 110A) is gewijzigd vanwege vereisten van het Waterschap voor de erftoegang.

Het erfinrichtingsplan voor Landweg 2 (m.b.t. de vier compensatiekavels) is gewijzigd. Voor de keuze van erfinrichting is voor Hoenderweg 1B een andere optie gekozen dan die eerste instantie was uitgewerkt en opgenomen in het bestemmingsplan. De huidige gekozen optie is ook verwoord in het advies van Het Oversticht. Hierdoor is de situering van de bebouwing aangepast. Voor Hoenderweg 1C is door de vorige eigenaar besloten een kleinere kavel te verkopen dan in eerste instantie was afgesproken. Daarom moest de situering van de bebouwing iets gewijzigd worden en is het erfinrichtingsplan daarop aangepast.

1.3 CHW bestemmingsplan met verbrede reikwijdte

De gemeente Dalfsen mag vooruitlopend op de Omgevingswet experimenteren met “bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte”. Dit op basis van artikel 7g van het Besluit Crisis en herstelwet. In de veertiende tranche is het grondgebied van de gemeente Dalfsen hiervoor aangewezen (besluit van 12 oktober 2016, gepubliceerd in het Staatsblad van 27 oktober 2016). Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent de volgende mogelijkheden:

  • 1. Verbrede reikwijdte, naast een goede ruimtelijke ordening ook regels t.b.v. een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit opnemen in het plan;
  • 2. Looptijd, een looptijd van 20 jaar in plaats van 10 jaar;
  • 3. Voorlopige bestemming, voorlopige bestemming voorafgaan aan definitieve bestemming (looptijd 10 jaar in plaats van 5 jaar);
  • 4. Verordening, toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving;
  • 5. Meldingsplicht, verbod om zonder melding bepaalde activiteiten te verrichten;
  • 6. Beleidsregels, mogelijkheid tot stellen open norm waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel;
  • 7. Planschade, planschade voorzienbaar vanaf 3 jaar na aankondiging planvoornemen;
  • 8. RO-standaarden, afwijken van RO-standaarden (SVBP/ IMRO);
  • 9. Faseren, mogelijkheid tot het faseren van onderzoek tot het moment van omgevingsvergunning (globaal bij plan, in detail bij vergunning);
  • 10. Exploitatieplan, mogelijkheid vaststellen exploitatieplan bij omgevingsvergunning (fasering exploitatieplan);
  • 11. Maatwerkregels, mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidswaarden (hogere of lagere dan het Activiteitenbesluit voorschrijft);
  • 12. Delegatie, delegatiebevoegdheid tot wijzigen van bestemmingsplan aan B&W.

1.4 De bij het plan behorende stukken

Het Chw bestemmingsplan 7e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen bestaat uit de volgende stukken:

  • a. Toelichting, een algemeen deel en per ontwikkeling in de bijlage een ruimtelijke onderbouwing;
  • b. Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.7eVerzamelplanBG- vs01;
  • c. Regels.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
2.1.1.1 Algemeen

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. In het SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. In het SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen.

2.1.1.2 Rijkdoelen en regionale opgaven

Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt:

  • vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • verbeteren van de bereikbaarheid;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Met bovengenoemde rijksdoelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.

De MIRT-regio Oost-Nederland bestaat uit de provincies Overijssel en Gelderland. Opgaven van nationaal belang in dit gebied zijn:

  • Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen (wegen, spoorwegen en vaarwegen) die door Oost-Nederland lopen. Dit onder andere voor de Mainports Rotterdam en Schiphol. Hiervoor wordt onder meer een MIRT-onderzoek naar het goederenvervoer over spoor op de lange termijn uitgevoerd, evenals het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer;
  • Versterking van de primaire waterkeringen (hoogwaterbeschermingsprogramma) en het samen met decentrale overheden uitvoeren van het gebiedsgerichte deelprogramma Rivieren van het Deltaprogramma voor het formuleren van een integrale strategie voor het rivierengebied. In Oost-Nederland gaat het deelprogramma Rivieren over de Waal, Neder-Rijn, Lek, IJssel en IJssel-Vechtdelta;
  • Het samenwerken met decentrale overheden in de generieke deelprogramma's Veiligheid, Zoet water en Nieuwbouw en Herstructurering van het Deltaprogramma;
  • Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000-gebieden;
  • Het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk (380 kV), onder andere door het aanwijzen van het tracé voor aansluiting op het Duitse hoogspanningsnet en het buisleidingennetwerk.

Oost-Nederland omvat veel natuurgebieden en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het (inter)nationale natuurnetwerk voor biodiversiteit. Daarnaast kent de regio belangrijke cultuurhistorische waarden. Tegelijkertijd zijn er in Oost-Nederland een aantal gebieden waar de effecten van bevolkingsdaling nu al voelbaar zijn en gebieden waar deze effecten nu nog niet voelbaar zijn, maar naar verwachting op termijn wel (zogenaamde anticipeergebieden).

2.1.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking

In de SVIR wordt de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6, lid 2) opgenomen. Op 1 juli 2017 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd, waardoor een nieuwe Laddersystematiek geldt. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden en efficiënt ruimtegebruik. Hierbij moet de behoefte aan een nieuwe stedelijke ontwikkeling worden aangetoond.

In de ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting wordt per onderdeel aangegeven hoe dit in het rijksbeleid past.

2.2 Water

2.2.1 Kaderrichtlijn Water

De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.


Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2009 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.

2.2.2 Nationaal Waterplan 2

Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het plan is een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van het watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit, een duurzaam beheer en goede milieutoestand van de Noordzee en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart. Uitgangspunt is het streven naar een integrale benadering, door economie (inclusief verdienvermogen), natuur, scheepvaart, landbouw, energie, wonen, recreatie en cultureel erfgoed zo veel mogelijk in samenhang met de wateropgaven te ontwikkelen.

2.2.3 Waterbeleid 21e eeuw

Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:

- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.


De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aanbod.

In de Ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting is per locatie een waterparagraaf opgenomen waarin wordt ingegaan op de wateraspecten.

2.3 Natuur

2.3.1 Vogel- en Habitatrichtlijn

Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998.  Daarnaast was het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet. Per 1 januari 2017 is deze wetgeving opgenomen in de Wet Natuurbescherming.

2.3.2 Wet natuurbescherming

Vanaf 1 januari 2017 is de wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.

2.3.2.1 Gebiedsbescherming

Met het onderdeel gebiedsbescherming uit de Wet natuurbescherming (Wnb) worden waardevolle, kwetsbare Natura 2000-gebieden beschermd. Hiermee voldoet de provincie aan internationale verdragen en de Europese regelgeving voor de beschermde natuurgebieden en beschermde soorten planten en dieren in die gebieden. De provincie Overijssel kent 25 Natura 2000-gebieden. Voor ontwikkelingen in de gemeente Dalfsen moet rekening worden gehouden met het Vecht- en Beneden-Reggegebied en Uiterwaarde Zwarte Water en Vecht.

Als gevolg van het stopzetten van de PAS-systematiek, mogen plannen die leiden tot een verhoogde depositie van NOx/NH3 op Natura 2000-gebied, niet in uitvoering worden gebracht zonder een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming.

Effectbeoordeling

Per plan is een afweging gemaakt over de aard van de voorgenomen activiteiten, de afstand tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied en de aannemelijkheid dat de voorgenomen activiteiten, zowel tijdens de sloop- en bouwfase als tijdens de gebruiksfase, zullen leiden tot een toename van de depositie NOx/NH3 op Natura 2000-gebied. Aan de hand van deze afweging is voor sommige plannen wel en voor andere geen AERIUS-berekening gevraagd. In de gevallen dat een AERIUS-berekening is gevraagd is de uitkomst positief, zodat een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming niet nodig is.  

2.3.2.2 Soortenbescherming

De aanwezigheid van veel verschillende planten- en dierensoorten in voldoende aantallen, in ecologisch gezonde natuurgebieden, zorgen ervoor dat de natuur tegen een stootje kan. Sommige soorten, zoals vleermuizen, gierzwaluwen, steenuilen en huismussen, zijn kwetsbaar. In een dichtbevolkt land als Nederland is daarom goede bescherming voor de aanwezige natuur belangrijk. Wanneer het met de natuur goed gaat, kunnen we economische en andere maatschappelijke activiteiten meer ruimte te bieden.

Via het onderdeel soortenbescherming in de Wet natuurbescherming (Wnb) beschermt de provincie plant- en diersoorten die in het wild voorkomen. Alle vogels en ruim 230 plant- en diersoorten vallen onder de bescherming van deze wet, met als doel de biodiversiteit te bevorderen. In de wet is een aantal verboden opgenomen. Het is bijvoorbeeld verboden om beschermde dieren opzettelijk te doden, te verstoren of te verjagen of om voortplantingsplaatsen en rustplaatsen te beschadigen en vernielen. In bepaalde situaties is het mogelijk deze verboden te overtreden, maar daarvoor is dan wel een vrijstelling of een ontheffing nodig.

Zorgplicht: Of dieren en planten nu beschermde soorten zijn of niet: de Wnb schrijft voor dat we nadelige gevolgen voor planten en dieren moeten voorkomen. We moeten dus zorgvuldig omgaan met onze omgeving. Deze zogenoemde zorgplicht geldt voor iedereen

2.3.3 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)

Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.

Welke natuurgebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland?

In het Natuurnetwerk Nederland liggen:

  • bestaande natuurgebieden , waaronder de 20 Nationale Parken;
  • gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd;
  • landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer ;
  • ruim 6 miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee;
  • alle Natura 2000 -gebieden.

Binnen de provincie Overijssel heeft de begrenzing van deze gebieden op perceelsniveau vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. De bescherming is geregeld in de provinciale Omgevingsverordening Overijssel.

De paragraaf Ecologie in de verschillende ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen gaan in op de voor het plangebied relevante natuur aspecten.

2.4 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en de daarbij behorende verordening Overijssel. Op 12 april 2017 zijn de nieuwe omgevingsvisie- en verordening door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 mei 2017 in werking getreden en sindsdien geactualiseerd en vastgesteld op 26 september 2018.

2.4.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel, Beken kleur

De Omgevingsvisie is het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De hoofdambitie van de Omgevingsvidie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuze waarmee de provincie haar ambities wil realiseren zijn:

  • goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst door een passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen en woonomgeving) die voorzien in de vraag (kwantitatief en kwalitatief);
  • versterken complementariteit van bruisende steden en vitaal platteland als ruimtelijke, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel. Dit door behoud en versterking van leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied, stedelijke netwerken versterken, behoud en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit.
  • investeren in een hoofdinfrastructuur voor wegverkeer, trein, fiets en waarbij veiligheid en doorstroming centraal staan;
  • beter benutten van ruimte, bestaande bebouwing en infrastructuur door multifunctioneel en complementair ruimtegebruik (zowel boven- als ondergronds), hergebruik en herbestemming van vrijkomend vastgoed (in stedelijk en landelijk gebied) en het concentreren van ontwikkelingen rond bestaande infrastructuurknooppunten;
  • ruimtelijke plannen ontwikkelen aan de hand van gebiedskenmerken en keuzes voor duurzaamheid.
2.4.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel

Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan de provinciale ambities wordt gebruik gemaakt van het 'Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel'. In dit uitvoeringsmodel staan de stappen of, waar en hoe centraal. Bij een initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw, een nieuwe bedrijfslocatie, toeristisch-recreatieve voorzieningen, natuurontwikkeling, et cetera kun je aan de hand van deze drie stappen bepalen of een initiatief binnen de geschetste visie voor Overijssel mogelijk is, waar het past en hoe het uitgevoerd kan worden.

De eerste stap, het bepalen van de of-vraag, lijkt in strijd met de wens zoveel mogelijk ruimte te willen geven aan nieuwe initiatieven. Met het faciliteren van initiatieven moet echter wel gekeken worden naar de (wettelijke) verantwoordelijkheden zoals veiligheid of gezondheid. Het uitvoeringsmodel maakt helder wat kan en wat niet kan.

Om een goed evenwicht te vinden tussen het bieden van ruimte aan initiatieven en het waarborgen van publieke belangen, varieert de provinciale sturing: soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.7eVerzamelplanBG-vs01_0001.jpg"

Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: provincie Overijssel)

Hierna worden de lagen nader toegelicht.

Of - generieke beleidskeuzes

Maatschappelijke opgaven zijn leidend in ons handelen. Allereerst is het dan ook de vraag of er een maatschappelijke opgave is. Of een initiatief mogelijk is, wordt onder andere bepaald door generieke beleidkeuzes van EU, Rijk of provincie. Denk hierbij aan beleidskeuzes om basiskwaliteiten als schoon drinkwater en droge voeten te garanderen. Maar ook aan beleidskeuzes om overaanbod van bijvoorbeeld woningbouw- en kantorenlocaties – en daarmee grote financiële en maatschappelijke kosten – te voorkomen.

In de omgevingsvisie zijn de provinciale beleidskeuzes hieromtrent vastgelegd.

De generieke beleidskeuzes zijn vaak normstellend. Dit betekent dat ze opgevolgd moeten worden: het zijn randvoorwaarden waarmee iedereen rekening moet houden vanwege zwaarwegende publieke belangen. De normstellende beleidskeuzes zijn vastgelegd in de omgevingsverordening.

Waar - ontwikkelingsperspectieven

Na het beantwoorden van de of-vraag, is de vraag waar het initiatief past of ontwikkeld kan worden. In de omgevingsvisie op de toekomst van Overijssel onderscheid de provincie zes ontwikkelingsperspectieven. Deze ontwikkelingsperspectieven schetsen een ruimtelijk perspectief voor een combinatie van functies en geven aan welke beleids- en kwaliteitsambities leidend zijn. De ontwikkelingsperspectieven geven zo richting aan waar wat ontwikkeld zou kunnen worden.

De ontwikkelingsperspectieven zijn richtinggevend. Dit betekent dat er ruimte is voor lokale afweging: een gemeente kan vanwege maatschappelijke en/of sociaal-economische redenen in haar Omgevingsvisie en bestemmings- of omgevingsplan een andere invulling kiezen. Die dient dan wel te passen binnen de – voordat ontwikkelingsperspectief – geldende kwaliteitsambities. Daarbij dienen de nieuwe ontwikkelingen verbonden te worden met de bestaande kenmerken van het gebied, conform de Catalogus Gebiedskenmerken (de derde stap in het uitvoeringsmodel). Naast ruimte voor een lokale afweging t.a.v. functies en ruimtegebruik, is er ruimte voor een lokale invulling van de begrenzing: de grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen.

Hoe - gebiedskenmerken

Tenslotte is de vraag hoe het initiatief ingepast kan worden in het landschap. De gebiedskenmerken spelen een belangrijke rol bij deze vraag. Onder gebiedskenmerken worden verstaan de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit van dat gebied of gebiedstype. Voor alle gebiedstypen in Overijssel is de Catalogus Gebiedskenmerken beschreven welke kwaliteiten en kenmerken van provinciaal belang zijn en behouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden.

De gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. Voor de normerende uitspraken geldt dat deze opgevolgd dienen te worden; ze zijn dan ook in de omgevingsverordening geregeld. De richtinggevende uitspraken zijn randvoorwaarden waarmee in principe rekening gehouden moet worden. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de kwaliteitsambities even goed of zelfs beter gerealiseerd kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. Initiatiefnemers kunnen zich hierdoor laten inspireren, maar dit hoeft niet.

2.4.3 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid

De ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting van dit bestemmingsplan, zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.

2.4.4 Omgevingsvisie - Regionaal Waterplan

In de Omgevingsvisie Overijssel zijn twee kaarten opgenomen: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel en de functiekaart Water. Op de kaart van de ontwikkelingsperspectieven zijn zoveel mogelijk de functie weergegeven die een rol spelen bij ruimtelijke- en gebiedsontwikkelingen (de oppervlaktewateren, drinkwaterwinlocaties). Op de functiekaart water zijn vooral de gebruiksfuncties opgenomen. In de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwingen is het beleid voor het aspect water per specifieke ontwikkeling nader uitgewerkt.

In de ruimtelijke ordening van Overijssel speelt water een sturende rol. Dit geldt bij de bescherming tegen overstromingen, het beschermen van de grondwatervoorraden én bij het realiseren van de noodzakelijke watercondities voor landbouw en natuurwaarden. De zwaarte van de sturing is afhankelijk van het gewicht van de opgave en de opbouw en inrichting van het betreffende gebied.

2.4.5 Omgevingsverordening Overijssel

De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.

Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Structuurvisie Buitengebied Gemeente Dalfsen

De gemeente Dalfsen heeft een structuurvisie voor het Buitengebied opgesteld. Het doel van deze structuurvisie is om een integraal beleidskader te krijgen voor allerhande ontwikkelingen in het buitengebied. Voor zover ontwikkelingen voorspelbaar en te sturen zijn, zijn deze opgenomen in dit bestemmingsplan. Er zijn echter ook ontwikkelingen die niet op voorhand kunnen worden bedacht. Om voor dergelijke initiatieven een gedegen afweging te kunnen maken is de structuurvisie Buitengebied opgesteld. De ontwikkelingsrichting, economische, sociale en ecologische duurzaamheid is onderverdeeld in de 8 landschapstypen die in het plangebied aanwezig zijn.

In de structuurvisie wordt 20 jaar vooruit gekeken, de focus ligt op 2030. Voor de verwezenlijking van het beleid kiest de gemeente voor de benadering kwaliteit door maatwerk. Als op voorhand vaststaat dat een bepaalde ontwikkeling leidt tot kwaliteitsverbetering, faciliteert de gemeente deze ontwikkeling. Het werken volgens de maatwerkmethode, biedt kansen om ontwikkelingen zodanig te sturen dat daarvan een kwaliteitsimpuls uitgaat. Bij aanvragen voor ontwikkelingen zal de gemeente actief meedenken en initiatiefnemers prikkelen om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken.

Dalfsen is een plattelandsgemeente bij uitstek. In de richting van 2030 spreekt de gemeente de ambitie uit, die eerder al eens verwoord is in de Plattelandsvisie: de gemeente streeft naar een landelijk gebied waar het goed werken en wonen is, waar de plattelandseconomie voldoende perspectief heeft op een duurzaam voortbestaan en waar de landschappelijke kwaliteiten zo hoog zijn dat het gebied ook voor de langere termijn een belangrijke recreatieve aantrekkingskracht heeft ontwikkeld. Deze recreatieve aantrekkingskracht wil de gemeente stimuleren en de toegankelijkheid en beleefbaarheid van het gebied vergroten door middel van maximaal zes 'contactpunten met de Vecht'. Hiertoe behoren de stuw bij Vilsteren, de pleisterplaats de Stokte met het daar bijbehorende pondje, het strandje bij Bellingeweer, kades en passantenhaven, en de stuw bij Vechterweerd.

2.5.2 Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen

In de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen zijn de gemeentelijke beleidsregels opgenomen voor initiatieven in het buitengebied voor Sloop voor Kansen - voorheen Rood voor rood (RvR), hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en de leidraad voor toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)

Als deze beleidsregels van toepassing zijn is dit in de verschillende bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.

2.5.3 Landschapsontwikkelingsplan

In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een visie op het landschap in het buitengebied van Dalfsen uitgewerkt in wensen en projecten. Het LOP is een gemeentedekkende visie op de landschappelijke ontwikkeling van zeven verschillende deelgebieden. In het LOP is per deelgebied een beschrijving van het landschap gegeven. Ook is aangegeven wat de karakteristieken van landschap in het betreffende deelgebied zijn en welke ontwikkelingen en welke kansen en bedreigingen er zijn. De gemeente kiest in het LOP voor de strategie ‘Selectief ontwikkelen’. Dit betekent dat in principe wordt ingezet op en toename van kwaliteit en het herstel van verloren gegane kwaliteiten, maar dat met name de thema's ‘recreatie’ en ‘natuur’ gebiedsgewijs worden genuanceerd.

Hoofdstuk 3 Onderzoek

3.1 Onderzoeken

Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.

De effecten van de uitvoering van het bestemmingsplan zijn in het "Bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen” al aan de orde geweest. Dit bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bestemming van specifiek aangegeven percelen. Voor aanvullende onderdelen wordt verwezen naar het “Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen”.

In de ruimtelijke onderbouwingen die als bijlage zijn opgenomen heeft een toetsing per onderdeel op de hierna volgende aspecten plaatsgevonden.

3.1.1 Archeologie

Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden ter plaatse en de introductie van het zogenaamde “veroorzaker principe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden.

Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden is de beleidskaart van het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen geraadpleegd.

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de archeologische waarden.

3.1.2 Bodemkwaliteit

Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de nieuwe functie of gebruik. Activiteiten in het verleden kunnen een bodemvervuiling hebben veroorzaakt. Mogelijk moet eerst deze vervuiling worden opgeruimd. De Wet Bodembescherming geeft hiervoor kaders.

In 2013 heeft de gemeente Dalfsen een bodemkwaliteitskaart gemaakt en vastgesteld. De kaart geeft aan dat de algemene bodemkwaliteit voldoende is voor alle functies en gebruik. Als op een locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, is bodemonderzoek niet nodig. Een vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden aangevraagd. Bodemonderzoek is noodzakelijk als in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op basis van het bodemonderzoek wordt bepaald of bodemsanering noodzakelijk is.

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de bodemkwaliteit.

3.1.3 Duurzaamheid
3.1.3.1 Algemeen

De gemeente Dalfsen zet in op een duurzaam leefbare gemeente. Duurzaamheid betekent letterlijk: geschikt om lang te bestaan. Het begrip wordt ook wel omschreven als een situatie waarbij voorzien wordt in de behoefte van de huidige generatie zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Duurzame ontwikkelingen voorzien in de behoefte aan de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.

Er zijn drie verschijningsvormen van duurzaamheid te onderscheiden:

  • 1. ecologische duurzaamheid als het gaat om ecologische waarden;
  • 2. economische duurzaamheid als het gaat om een zo efficiënt mogelijke productie en;
  • 3. sociale duurzaamheid als het gaat om de leefkwaliteit van de mens. Hiermee worden zaken als sociale veiligheid en een schone woonomgeving bedoeld.

Voor ruimtelijke maatregelen zijn in beginsel alle drie verschijningsvormen van duurzaamheid relevant. De uiteindelijke keuze is een ruimtelijke afweging die op basis van bestuurlijke afwegingen wordt bepaald.

3.1.3.2 Beleidsplan duurzaamheid 2017-2025

De gemeenteraad van Dalfsen heeft op 18 april 2017 het Beleidsplan Duurzaamheid 2017-2025 vastgesteld. In beleidsplan worden de verbeterdoelen en de concrete doelen uit de eerder vastgestelde kadernota verder uitgewerkt. De ambitie om van Dalfsen een duurzaam leefbare gemeente te maken is in de kadernota vertaald naar twee hoofdstromen: een energiegerichte en een meer algemene lijn. Ten opzichte van het oude duurzaamheidsbeleid – CO2-neutraal in 2025 - is dat laatste een verbreding. Hoewel CO2 als meetlat losgelaten wordt en ook niet langer wordt gesteld dat de hele gemeente energieneutraal zal zijn in 2025, blijft het met dit beleidsplan mogelijk toch zo ver te komen. De gemeente Dalfsen heeft 4 verbeterdoelen aangewezen:

  • 1. Minder energieverbruik
  • 2. Meer duurzame energie
  • 3. Meer lokale kracht
  • 4. Meer circulair

Deze verbeterdoelen zijn in het Beleidsplan Duurzaamheid vertaald naar meerdere concrete doelen. In de ruimtelijke onderbouwing van de ruimtelijke plannen wordt aandacht besteed aan zowel de verbeterdoelen als de concrete doelen van het Beleidsplan Duurzaamheid, voor zover dat ruimtelijk relevant is voor dat bestemmingsplan.

3.1.4 Externe veiligheid
3.1.4.1 Externe veiligheidsvisie gemeente Dalfsen

In het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Dalfsen is uiteengezet op welke manier met het aspect externe veiligheid moet worden omgegaan in ruimtelijke plannen en in milieuvergunningen. In ruimtelijke zin is in het beleid onderscheid gemaakt in verschillende gebiedstypen binnen de gemeente. Zo is er onderscheid gemaakt in woongebieden, bedrijventerreinen, recreatiegebieden en het overige gebied van de gemeente. Daarnaast is onderscheid gemaakt in bestaande en nieuwe situaties. In het kort komt het erop neer dat in woongebieden geen nieuwe risicobronnen worden geïntroduceerd en dat op bedrijventerreinen een nieuwe risicobron kan worden geïntroduceerd indien de veiligheidscontour binnen de eigen inrichtingsgrens blijft.

3.1.4.1.1 Aanvaardbaarheid groepsrisico ter beoordeling bestuur

Over het groepsrisico is in dit document aangegeven dat het bestuur van de gemeente hierin een belangrijke rol vervult. Het bestuur van de gemeente Dalfsen moet namelijk verantwoorden of een bepaalde situatie aanvaardbaar wordt geacht. Een beslissing op het wel of niet aanvaardbaar zijn van een bepaald risico is in de regel niet eenvoudig, vanwege de verschillende belangen die hierin spelen. Naast het veiligheidsbelang speelt vanzelfsprekend ook een economische belangenafweging.

In elke ruimtelijke onderbouwing in de bijlage is de risicozonering en beoordeling van de hierna genoemde risicobronnen opgenomen die in de gemeente Dalfsen aan de orde kunnen zijn.

3.1.4.1.2 Risicobronnen

Binnen de gemeente zijn diverse risicobronnen aanwezig. Hieronder staan ze in het kort genoemd.

LPG-tankstation

In de gemeente Dalfsen zijn vier bedrijven aanwezig waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen en die in meer of minder mate een belemmering opleveren voor hun omgeving. Het betreft inrichtingen die onder het Bevi vallen. Het onderstaande overzicht geeft de Bevi-inrichtingen weer.

  • Autobedrijf Lindeboom, Vossersteeg 99 in Dalfsen
  • Tankstation Rondweg in Dalfsen
  • Tankstation Fieten, Weerdhuisweg 11 in Lemelerveld
  • Tankstation Oosterveen, Burgemeester Backxlaan 204 in Nieuwleusen

Het plaatsgebonden risico is afhankelijk van de doorzet van de desbetreffende tankstation. Verder ligt er een contour om de LPG- vulpunt en LPG-reservoir. Deze variëren voor deze tankstations tussen de 15 en 45 meter.

Route gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen worden in de gemeente vervoerd over de weg, spoor of via buisleidingen. Over de weg, zijn er 3 routes liggend in de gemeente:

  • N340 vanaf de gemeentegrens met Zwolle tot aan de gemeentegrens met Ommen;
  • N35 vanaf de gemeentegrens met Zwolle tot aan de gemeentegrens met Raalte;
  • N348 vanaf de gemeentegrens met Ommen tot aan de gemeentegrens met Raalte.
  • Net buiten de gemeente ligt de A28 waarop ook gevaarlijke stoffen vervoerd wordt.

De volgende spoorlijnen worden ook gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen:

  • Baanvak Zwolle-Meppel (brandbare gassen en zeer brandbare vloeistoffen);
  • Baanvak Zwolle-Ommen (zeer brandbare vloeistoffen).

Verder liggen circa 10 grotere aardgastransportleidingen in de gemeente.

3.1.5 Geluid

De Wet geluidhinder heeft als doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht worden besteed aan het aspect geluid.

In de ruimtelijke onderbouwing van de verschillende ontwikkelingen is nader ingegaan op het aspect geluid.

3.1.6 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.

Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, als:

  • a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of
  • b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
  • d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake als zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, minimaal 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Het bestemmingsplan bevat volgens de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen geen ontwikkelingen die de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.

3.1.7 Politiekeurmerk

Het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw bestaat uit eisen verdeeld over drie categorieën:

• woning (W-eisen);

• complex (C-eisen);

• omgeving (O-eisen).

Aan elke categorie is een eisenpakket en een certificaat verbonden.

Wat is het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaande bouw?

Met het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw, weten bewoners dat ze in een veilig huis in een veilige, leefbare wijk wonen. Woningen, gebouwen of wijken die aan de eisen van het keurmerk voldoen, ontvangen afzonderlijk een certificaat. De drie certificaten bij elkaar vormen het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw.

Met een paar maatregelen en afspraken regelt het keurmerk veiligheid in en rond het huis. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat veel partijen samenwerken. Het keurmerk gaat namelijk niet alleen om een goed slot op de deur. Het keurmerk gaat ook om goede straatverlichting en goed onderhouden groenvoorzieningen. Hiervoor is de gemeente verantwoordelijk.

Integraal veiligheidsinstrument

Het keurmerk is een integraal veiligheidsinstrument. Dat maakt het keurmerk zo bijzonder. Het is niet slechts een ‘middel’ tegen inbraken. Het is een instrument dat ook andere vormen van criminaliteit tegengaat, zoals fietsendiefstal en vandalisme. Daarnaast zorgt het keurmerk ervoor dat iemand op tijd wordt gewaarschuwd als er brand uitbreekt. En, aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van de buurt, zorgen ervoor dat mensen in een veilige, leefbare buurt wonen. Een buurt waar ze zich nauwelijks zorgen hoeven maken over criminaliteit en gevaarlijke situaties. Een keurmerkwijk is meer dan een wijk waar nauwelijks ingebroken wordt. Het is een wijk waarin bewoners, woningcorporaties, politie, bedrijven en gemeente samen zorgen voor een leefbare plek.

Verschil nieuwbouw - bestaande bouw

Het Politiekeurmerk Veilig Wonen® kent twee eisenpakketten: één voor de nieuwbouw en één voor bestaande wijken. Voor deze twee aandachtsgebieden is gekozen omdat in nieuwbouwgebieden alles nog mogelijk is. De wijk bestaat alleen op papier en ingrepen in woning of omgeving zijn eenvoudig te realiseren. Bij bestaande bouw is deze aanpak lastig. De inrichting van deze wijken is langer geleden bepaald: de wijk staat al jaren. Ingrepen zijn kostbaar. Daarnaast is de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor woning, complex, beheer en omgeving, versnipperd. Een bewoner heeft bijvoorbeeld wel iets te zeggen over zijn huis, maar lang niet altijd over zijn omgeving. Daar gaat de gemeente meestal over. Daarom is het werk in de bestaande bouw verdeeld over drie certificaten. Dit in tegenstelling tot in de nieuwbouw.

Certificaat Veilige Woning

Individuele woningen komen in aanmerking voor het certificaat Veilige Woning. Dit kunnen eengezinswoningen zijn, maar ook woningen die deel uitmaken van een appartementengebouw of flat. Voor individuele woningen geldt dat ‘de schil’ beveiligd moet zijn. Het gaat dan om voor, zij-, achtergevel en het dak. Het gaat zowel om dichte als om bewegende delen (ramen en deuren). Het gaat om de beveiliging van alle delen die toegang verschaffen tot de woning. Maar, het gaat ook om verlichting en een rookmelder. Bewoners die in bijzondere omstandigheden verkeren - de waarde van hun inboedel is hoog - kunnen ‘bovenop’ het certificaat Veilige Woning andere beveiligingsmaatregelen treffen zoals het aanleggen van een alarminstallatie. Verzekeringsmaatschappijen kunnen hierover informatie verstrekken.

Het politiekeurmerk is voor de ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan geen toetsingskader. Het gaat om particuliere initiatieven waarbij de initiatiefnemers zelf verantwoordelijk zijn voor het verkrijgen van een politiekeurmerk veilig wonen.

3.1.8 Water

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten. De watertoets is een proces instrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling de watertoets uitgevoerd en zijn de conclusies opgenomen.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

In dit hoofdstuk worden de in dit plan opgenomen ontwikkelingen kort beschreven en aangegeven in welke bijlage de specifieke ruimtelijke onderbouwing te vinden is. Achtereenvolgens komen aan de orde de meegenomen particuliere initiatieven, de in de plan meegenomen verleende projectafwijkingsbesluiten en de ambtshalve wijzigingen.

4.2 Opgenomen initiatieven

Hieronder is per onderdeel van het bestemmingsplan de wijziging ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen aangegeven.

4.2.1 De Brandt 1, 3 en 5

Het perceel De Brandt 1, 3 en 5 hebben deels een woonbestemming en deels een agrarische bestemming. De initiatiefnemer heeft landschapsontsierende schuren en een tweetal mestkelders gesloopt op de percelen De Brandt 1 en 3. De bestaande woning op het perceel De Brandt 1 wordt gerenoveerd en er wordt een compensatiewoning toegevoegd op het perceel met toepassing van de Sloop voor kansen regeling. Zie Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing De Brandt 1, 3 en 5 .

In totaal wordt er 1.079.83 m² aan landschapsontsierende bebouwing en 44 m2 aan mestkelders gesloopt.

4.2.2 Peezeweg 15 en 17

Op het perceel Peezeweg 17 staan twee woningen en een verzameling aan voormalig agrarische gebouwen. Daarnaast is er een camping op het perceel waardoor het perceel de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' heeft. De initiatiefnemers zijn van plan om te stoppen met de camping en willen alleen nog op het perceel wonen. De tweede woning op het perceel, met het huisnummer Peezeweg 15, wordt gesloopt en herbouwd aan de oostkant van het perceel. Er wordt daarnaast ook ongeveer 1.170 m2 aan schuren gesloopt, samen met de mestkelder die achter één van de stallen ligt. De schuur (190 m2) direct achter het woonhuis blijft behouden, net als de hooiberg (61 m2) en een klein dierenverblijf (33 m2). Dit is voldoende sloopoppervlakte om een (compensatie)woning te kunnen realiseren. Deze komt langs de watergang aan de zuidkant van het perceel.

Zie Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing Peezeweg 15 en 17 .

In totaal wordt er 1.170 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.

4.2.3 Markeweg 14

Het perceel Markeweg 14 is een voormalig agrarisch perceel met een aantal agrarische opstallen en heeft nu nog een agrarische bestemming. De agrarische bedrijfsactiviteiten zijn
gestaakt. Initiatiefnemer wil nu de grote schuur (580,8 m² met asbest) en de mestkelders (53
m²) slopen. Ook de paardenbak zal worden verwijderd. De overige bebouwing, waaronder
een hooiberg, een kippenhok en de aangebouwde schuur aan de huidige woning, blijven
staan. Samen met sloop aan de Hessenweg 64 (247 m² met asbest) wordt voldaan aan de
minimale sloop voor het realiseren van één compensatiewoning op het perceel Markeweg 14.

Zie Bijlage 3 Ruimtelijke onderbouwing Markeweg 14.

In totaal wordt er 880 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.

4.2.4 Oosterhulst 43 - 45

Aan de Oosterhulst 43-45 staat een boerderij met bijgebouwen. De initiatiefnemers willen de boerderij splitsen met behoud van het karakteristieke erf. Het plan is om tussen het achterhuis van de boerderij en de aangebouwde schuur één spant van de schuur te verwijderen. Zo ontstaat er meer ruimte. Door splitsing wordt het behoud van de boerderij financieel haalbaar en ontstaat de mogelijkheid om met meerdere gezinnen op het erf te wonen. Omdat de woonboerderij door het Oversticht is beoordeeld als karakteristiek, kan de woning volgens het beleid Vrijgekomen Agrarische Bebouwing (VAB) in twee wooneenheden worden gesplitst.

Zie Bijlage 4 Ruimtelijke onderbouwing Oosterhulst 43 en 45.

4.2.5 Welsummerweg 26

Aan de Welsummerweg 26 te Dalfsen is een agrarisch bedrijf gelegen met verschillende agrarische bijgebouwen. Eigenaar van deze gronden is voornemens alle landschapsontsierende bebouwing te slopen. Het gaat om 1.507,9 m2 met asbest en 698,24 m2 zonder asbest. Omgerekend is dit samen 1.973,90 m2 met asbest. Eigenaar van het perceel wil graag twee compensatiewoningen realiseren, waarvoor 2.125 m2 met asbest gesloopt moet worden. Hij heeft daarom extra m2’s aangekocht van de Ruitenveen 24, welke al een tijdje vastgelegd waren. Het gaat hierbij om 213 m2 zonder asbest, wat gelijk staat aan 181,05 met asbest. Gezamenlijk is dat 2.154,95 m2 met asbest. Om de compensatiewoningen te realiseren wordt gebruik gemaakt van de Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied van de Gemeente Dalfsen, onderdeel Sloop voor Kansen. Met behulp van deze beleidsregels is het mogelijk om twee compensatiewoningen te realiseren mits er minimaal 2.125 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt wordt.

Zie Bijlage 5 Ruimtelijke onderbouwing Welsummerweg 26

4.2.6 Vossersteeg 12B

Aan de Vossersteeg 12/12A te Dalfsen staat een woning (met inwoonsituatie) met verschillende bijgebouwen. Ten oosten van de woning ligt het perceel Vossersteeg 12B. Op dit perceel met bosbeplanting staat een schuur van 150 m². Het is de wens van de initiatiefnemer om op dit perceel een compensatiewoning te ontwikkelen. Hij maakt daarbij gebruik van de Beleidsregels Ontwikkelen met Kwaliteit in het Buitengebied van de gemeente Dalfsen, onderdeel Sloop voor Kansen. Op het perceel zelf zal geen sloop ingezet worden, dus heeft de initiatiefnemer de benodigde sloopmeters ingebracht van de percelen Hessenweg 95 (498 m2 met asbest) en Hessenweg 64 (352 m2 met asbest). Hierdoor wordt voldaan aan de minimale sloopeis van 850 m2.

Omdat er momenteel maar één woning toegestaan aan de Hessenweg 12/12A en 12B is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Het plangebied zal een de bestemming 'Wonen' behouden maar zal het toegestane aantal woningen op het perceel wordt gewijzigd naar '2'.

Met het oog op de belangen van de bewoners van het perceel Vossersteeg 12/12A is ervoor gekozen de afstand tussen de bestaande woning en de nieuw te bouwen woning zo groot mogelijk maken. Daarom wordt ook gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid, zoals opgenomen in artikel 48.1.2 van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen. Hierin is de mogelijkheid opgenomen om de ligging van het bestemmingsvlak te veranderen, onder de voorwaarde dat de oppervlakte met de bestemming 'Wonen' niet toeneemt en de grens van de bestemming met maximaal 10 meter wordt verplaatst.

Uit het erfinrichtingsplan blijkt dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing en een goede ruimtelijke kwaliteitsverhouding tot de bebouwing.

Zie Bijlage 6 Ruimtelijke onderbouwing Vossersteeg 12B

4.2.7 Zwarteweg 7

Op het perceel Zwarteweg 7 is een recreatiebedrijf gevestigd met daarbij twee bedrijfswoningen. In het huidige bestemmingsplan heeft het perceel een recreatie-verblijfsrecreatie bestemming. De initiatiefnemer wil de tweede bedrijfswoning afsplitsen van het bedrijf om daar in te gaan wonen. De tweede bedrijfswoning is namelijk voor de bedrijfsvoering niet langer nodig. Bij recht is het niet mogelijk om de bedrijfswoning af te splitsen van het bedrijf en te gebruiken als reguliere woning. Het bestemmingsplan wordt aangepast, waarmee de tweede bedrijfswoning een woonbestemming krijgt.

Zie Bijlage 7 Ruimtelijke onderbouwing Zwarteweg 7.

4.2.8 Vossersteeg 89-91

Het perceel Vossersteeg 89-91 heeft nu nog een bedrijfsbestemming. De bedrijfsmatige activiteiten gaan stoppen en alle gebouwen op het perceel, behalve de woning, worden afgebroken. De huidige boerderij is karakteristiek en wordt al door twee gezinnen bewoond. Deze woning wordt gesplitst. Verder zijn er naast de m² schuren die op het perceel aanwezig zijn, voldoende sloop m² ingebracht om drie nieuwe woningen op het perceel te kunnen bouwen. De sloop m² komen van de percelen Neurinkweg 7, Hessenweg 64, Brandweg 3 en Brandweg 4, Stadhoek 1 en Tibbensteeg 7. In totaal 4.262 m² omgerekend met asbest. Op het perceel Vossersteeg 89 -91 zelf wordt 2.376 m² landschapsontsierende bebouwing gesloopt, omgerekend naar asbest. Om de compensatiewoningen te realiseren wordt gebruik gemaakt van de Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied van de Gemeente Dalfsen, onderdeel Sloop voor Kansen. Met behulp van deze beleidsregels is het mogelijk om drie compensatiewoningen te realiseren mits er minimaal 4.250 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt wordt.

Dit perceel zou al mee doen met het 6e verzamelplan. Dat is niet gelukt, maar er is toen wel advies uitgebracht door de ervendeskundige op 23 oktober 2019. Dit advies is zodanig opgesteld dat op het erf eventueel ruimte is om op termijn ook een 4e woning toe te voegen.

Zie Bijlage 8 Ruimtelijke onderbouwing Vossersteeg 89-91

4.2.9 Den Hulst 7

Het plangebied aan Den Hulst 7 ligt in het buitengebied van Dalfsen. Het betreft een voormalig agrarisch erf met o.a. twee varkensschuren die niet meer in gebruik zijn, voorzien van een asbestdak.

De agrarische gebouwen liggen in de bestemming 'Agrarisch'. De varkensschuren hebben een gezamenlijke oppervlakte van 1.043 m². 850 m² is verkocht en wordt met toepassing van het Sloop voor Kansenbeleid ingezet op het perceel Oosterhulst 5 voor de bouw van een compensatiewoning op dat perceel. De resterende sloop m² blijven op het erf Den Hulst 7. Er wordt een nieuwe schuur gebouwd achter de bestaande schuur en in het bestemmingsplan wordt de mogelijkheid opgenomen om in deze nieuwe schuur ook Bed en Breakfast aan te bieden.

De totale oppervlakte bijbehorende bouwwerken op het perceel Den Hulst 7, na sloop van de varkensschuren is 300 m². Dit is de gezamenlijke oppervlakte van de bestaande schuur en de nieuw te bouwen schuur.

Omdat het perceel Den Hulst 7 nu nog een agrarische bestemming heeft, die vanwege deelname aan het Sloop voor Kansen beleid wordt omgezet naar een woonbestemming en Bed en Breakfast in een nieuw te bouwen schuur niet is toegestaan, is een herziening van het huidige bestemmingsplan “Buitengebied gemeente Dalfsen” en de daarop volgende herzieningen nodig.

Zie Bijlage 9 Ruimtelijke onderbouwing Den Hulst 7

4.2.10 Zwartjeslandweg 2

Het perceel Zwartjeslandweg 2 heeft de bestemming 'Agrarisch' en tot voor kort werden er op dit perceel agrarische werkzaamheden uitgevoerd. Deze zijn gestopt en daarom wordt de bestemming omgezet naar 'Wonen'. Op het erf bevinden zich diverse vrijstaande bijgebouwen. De twee noordelijk gelegen schuren worden als caravanstalling gebruikt, maar daarvoor is geen toestemming verleend. De huidige eigenaar wil de caravanstalling behouden. De schuren blijven staan en krijgen met toepassing van de beleidsregels voor Vrijgekomen Agrarische Bebouwing (VAB) de aanduiding 'caravanstalling'. De agrarische bestemming blijft op dit deel van het perceel gehandhaafd.

Zie Bijlage 10 Ruimtelijke onderbouwing Zwartjeslandweg 2

4.3 Opgenomen project afwijkingsbesluiten

4.3.1 Tolhuisweg 8

De omgevingsvergunning voor het regulier bewonen en restaureren van een bestaande monumentale bedrijfswoning op het perceel Tolhuisweg 8 in Dalfsen is verleend op 5 maart 2020 en onherroepelijk geworden op 22 april 2020; zie Bijlage 11 Projectafwijkingsbesluit Tolhuisweg 8

4.3.2 Knuvendijk 1

De omgevingsvergunning voor het bouwen van een dierenverblijf en hooiberg op het perceel Knuvendijk 1 in Lemelerveld is verleend op 20 april 2020 en onherroepelijk geworden op 3 juni 2020; zie Bijlage 13 Projectafwijkingsbesluit Knuvendijk 1

4.3.3 Middeldijk 49 (51) en Brouwersweg 1

De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Middeldijk 51 en het omzetten van een bedrijfsbestemming naar een woonbestemming voor het perceel Brouwersweg 1 is op 27 juli 2020 verleend en onherroepelijk geworden op 9 september 2020; zie Bijlage 12 Projectafwijkingsbesluit Middeldijk 49 en Brouwersweg 1

4.4 Opgenomen ambtshalve wijzigingen

Molenhoekweg 11

Op de plankaart wordt het zoekgebied voor de bouw van een woning aangepast.

Veldhoeveweg 1

Op de plankaart wordt het zoekgebied voor het terugbouwen van een door brand verwoeste hal aangepast.

Slennebroekerweg 13A

Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Bedrijf' aangepast zodat de vergunde situatie binnen het bouwvlak valt.

Oosterhulst 5

Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt verplaatst zodat de vergunde situatie binnen het woonvlak valt. De oppervlakte van de woonbestemming blijft hetzelfde.

Hessenweg 4

Voor het plaatsen van een werktuigenberging moet het zoekgebied aangepast worden. Voor de bouw van de werktuigenberging en het aanpassen van het zoekgebied is vergunning verleend. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.

Tibbensteeg 9

Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt verplaatst zodat de paardenbak binnen het woonvlak valt. De oppervlakte van de woonbestemming blijft hetzelfde.

Stationsweg 2 en 4 / Meeleweg 100, 102 en 104

Op de plankaart wordt de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden:5' aan het bestemmingsvlak 'Wonen' toegevoegd.

Provinciaal Inpassings Plan (Pip) N340/N48 vastgesteld 11 april 2018

Op de plankaart wordt een deel van het perceel Dennenkamp weer omgezet naar een woonbestemming zodat de regels van het moederplan met de daarop volgende herzieningen ook op het gehele perceel van toepassing is.

Staphorsterweg 12

Op de plankaart wordt de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuur' toegevoegd aan de schuur.

Vossersteeg 103, 105, 107 en 109 

Op de plankaart wordt de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden:4' aan het bestemmingsvlak 'Wonen' toegevoegd.

Vilstersedijk 13/13A 

Op de plankaart wordt de aanduiding 'recreatief nachtverblijf' toegevoegd aan een recreatief vakantiehuisje.

Percelen bestemmingsplan N348, Lemelerveld

Op de plankaart wordt de bestemming 'Verkeer' en de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - loopbrug' toegevoegd zodat de regels van het moederplan met de daarop volgende herzieningen op deze percelen van toepassing zijn.

Markeweg 9

Op de plankaart worden de bestemmingen 'Wonen' en 'Natuur' op delen van het perceel omgewisseld. In ruil daarvoor wordt de bestemming 'Natuur' groter en de bestemming 'Wonen' wordt verkleind.

Meeleweg 110

Het erfinrichtingsplan voor Meeleweg 110 (en 110A) is gewijzigd vanwege vereisten van het Waterschap voor de erftoegang.

Landweg 2

Het erfinrichtingsplan voor Landweg 2 (m.b.t. de vier compensatiekavels) is gewijzigd. Voor de keuze van erfinrichting is voor Hoenderweg 1B een andere optie gekozen dan die eerste instantie was uitgewerkt en opgenomen in het bestemmingsplan. De huidige gekozen optie is ook verwoord in het advies van Het Oversticht. Hierdoor is de situering van de bebouwing aangepast. Voor Hoenderweg 1C is door de vorige eigenaar besloten een kleinere kavel te verkopen dan in eerste instantie was afgesproken. Daarom moest de situering van de bebouwing iets gewijzigd worden en is het erfinrichtingsplan daarop aangepast.

Hessenweg 37 en 39

Uit dossieronderzoek is gebleken dat op de percelen Hessenweg 37 en 39 twee woningen staan, terwijl volgens de verbeelding maar één woning is toegestaan. Dit wordt gewijzigd in die zin dat op deze twee percelen aan de verbeelding de maatvoering : maximaal aantal woningen: 2, wordt toegevoegd.

Oude Hessenweg 2/2A

Uit dossieronderzoek is gebleken dat op de percelen Oude Hessenweg 2/2A twee woningen staan, terwijl volgens de verbeelding maar één woning is toegestaan. Dit wordt gewijzigd in die zin dat op deze twee percelen aan de verbeelding de maatvoering : maximaal aantal woningen: 2, wordt toegevoegd.

Berkendijk 28 en 30 

In 2007 is met de rood voor regeling die op dat moment van toepassing was op het voormalig agrarisch erf Berkendijk 28 een compensatiewoning (Berkendijk 30) gerealiseerd. Recentelijk is geconstateerd dat de woning Berkendijk 30 niet goed is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied van 2013. Met dit verzamelplan wordt deze fout hersteld en de verbeelding aangepast.

4.5 Opgenomen wijzigingsplannen en herzieningen

Een tweetal wijzigingsplannen en vier losse herzieningen zijn opgenomen in het 7e Verzamelplan.

4.5.1 Welsummerweg 34 en 36

Wijzigingsplan voor het verplaatsen van de bestemming 'Wonen' met tien meter. Hierdoor is het mogelijk gemaakt om op het perceel Welsummerweg 36 een stal/berging en op het perceel Welsummerweg 34 een vervangende woning met bijgebouwen te realiseren. Het wijzigingsplan is sinds 4 juli 2014 onherroepelijk.

4.5.2 EHS De Stokte

Wijzigingsplan voor het wijzigen van de bestemming 'Agrarisch met waarden' in de bestemming 'Natuur' waardoor natuurontwikkeling plaats kon vinden. Dit wijzigingsplan heeft betrekking op percelen die ten noordwesten van de Vecht en ten zuioosten van de weg De Stokte en de weg de Oude Oever liggen. Het wijzigingsplan is sinds 18 september 2015 onherroepelijk.

4.5.3 Meeleweg 47

Bestemmingsplan waarbij met toepassing van de Rood voor Rood regeling in een bestaande schuur een extra woning gerealiseerd kon worden en de agrarische bestemming in een woonbestemming is gewijzigd op het perceel Meeleweg 47. Het bestemmingsplan is sinds 21 november 2014 onherroepelijk.

4.5.4 Middeldijk 21 en Westeinde 86

Bestemmingsplan voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Middeldijk 21 met toepassing van de Rood voor Rood regeling in combinatie met het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing. En in de bestaande karakteristieke deel aan het Westeinde 86 konden twee wooneenheden gerealiseerd worden naast de bestaande woning. Het bestemmingsplan is sinds 24 juli 2015 onherroepelijk.

4.5.4.1 Welstandscriteria

De toetsingscriteria in deze paragraaf werken aanvullend op welstandscriteria uit de welstandsnota. Als de welstandsnota hetzelfde regelt als de criteria die in deze paragraaf zijn geformuleerd, zijn de criteria uit deze paragraaf leidend.

Middeldijk 21 

  • De nieuw te bouwen woning moet aansluiten op de bestaande bebouwing op het perceel, in een moderne vormgeving die aansluit op de uitbouw van de boerderij.
  • De nieuwe bijgebouwen hebben een ingetogen verschijning, qua materialisatie ondergeschikt aan de woningen met materialen die mooi verouderen. (hout, steen, zink etc.).

Westeinde 86 

  • Bebouwing met kwaliteit (donkere, neutrale kleuren) met materialen die mooi verouderen. (hout, steen, zink etc.).
4.5.5 Staphorsterweg 12

Bestemmingsplan voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Staphorsterweg 12 met toepassing van de Rood voor Rood regeling en de agrarische bestemming in een woonbestemming is gewijzigd. Het bestemmingsplan is sinds 20 mei 2016 onherroepelijk.

4.5.6 Westeinde 37

Bestemmingsplan voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Westeinde 37 met toepassing van de Rood voor Rood regeling en de bestaande (agrarische) boerderij als reguliere woning gebruikt kan worden. Vanwege de gedeelde agrarische bestemming met Westeinde 35 heeft dit perceel ook een woonbestemming gekregen. Het bestemmingsplan is sinds 8 augustus 2019 onherroepelijk.

Hoofdstuk 5 Toelichting op de regels

In dit hoofdstuk worden, voor zover nodig, de van het bestemmingsplan deeluitmakende regels nader toegelicht. De regels geven inhoud aan de op de digitale verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.

5.1 Wijzigingen in de regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen

De volgende bestemmingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen worden met dit bestemmingsplan gewijzigd. De overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied en voor zover tot nu toe zijn herzien blijven van toepassing.

In artikel 1 zijn de volgende begripsbepalingen aangevuld met de nieuwe begrippen: 'eigen energieverbruik', 'gastouderopvang', 'kleinschalige kinderdagopvang', 'middelgrote kinderdagopvang', 'voormalige agrarische bedrijfsgebouwen', 'participatie' en 'sociale indicatie'. Verder is het begrip 'duurzame recreatiewoning' gewijzigd in 'energieneutrale recreatiewoning'.

In artikel 3 Agrarisch wordt in 3.1 in de tabel 'specifieke vorm van agrarisch - schuur' ' toegevoegd en wordt onder v 'bomenteelt', onder w 'landschapselement' en onder x 'vrijwaringszone - molenbiotoop' toegevoegd.

Verder wordt in 3.1 onder q zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang verwijderd. En wordt kleinschalige kinderdagopvang toegevoegd.

In 3.2.4 onder a sub 4 wordt de mogelijkheid voor het bouwen van een windturbine verwijderd.

In 3.4.1 onder h en i is de afwijkingsmogelijkheid voor het realiseren van een inwoonsituatie verwijderd en onder l voor een windturbine.

In 3.4.1 onder i wordt de zinsnede 'waarbij het oppervlak van een aangebouwd bijgebouw (voormalige bedrijfsgebouw) komt te vervallen' toegevoegd zodat de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken die bij het hoofdgebouw zijn/worden aangetrokken niet later alsnog teruggebouwd kunnen worden.

In 3.5.1 onder k worden de specifieke regels voor het strijdig gebruik voor zorgboerderijen en kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang en onder o die van de opgenomen herziening voor het perceel Meeleweg 47 opgenomen.

In 3.6.3 onder k wordt de afwijkingsmogelijkheid voor middelgrote voorzieningen voor kinderopvang en voor een zorgboerderij toegevoegd. Onder h wordt het woordje te verwijderd zodat de zin goed doorloopt.

In 3.8.1 onder d sub b wordt de mogelijkheid tot woningsplitsing onder voorwaarden verruimd.

In artikel 4 wordt in lid 4.4.1 onder f de afwijkingsmogelijkheid voor het realiseren van een inwoonsituatie verwijderd.

In artikel 5 wordt in 5.1 onder q zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang verwijderd.

In 5.2.4 onder a sub 5 wordt de mogelijkheid voor het bouwen van een windturbine verwijderd.

In 5.4.1 onder h en i is de afwijkingsmogelijkheid voor het realiseren van een inwoonsituatie verwijderd en onder l voor een windturbine.

In 5.4.1 onder i wordt de zinsnede 'waarbij het oppervlak van een aangebouwd bijgebouw (voormalige bedrijfsgebouw) komt te vervallen' toegevoegd zodat de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken die bij het hoofdgebouw zijn/worden aangetrokken niet later alsnog teruggebouwd kunnen worden.

In 5.5.1 onder j worden de specifieke regels voor het strijdig gebruik voor zorgboerderijen en kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang opgenomen.

In 5.6.3 onder k wordt de afwijkingsmogelijkheid voor middelgrote voorzieningen voor kinderopvang en voor een zorgboerderij toegevoegd.

In 5.8.1 onder d sub b wordt de mogelijkheid tot woningsplitsing onder voorwaarden verruimd.

In artikel 6 in 6.4.1 onder e is de afwijkingsmogelijkheid voor het realiseren van een inwoonsituatie verwijderd,

In 6.7.1 onder a Wijzigen naar wonen wordt lid b toegevoegd waarin de mogelijkheid tot woningsplitsing van de voormalige bedrijfswoning onder voorwaarden mogelijk wordt gemaakt vanaf 900 m3.

In artikel 20 in 20.4.1 is het woord 'duurzame' gewijzigd in 'energieneutrale' vanwege de nieuwe energieprestatie-eisen voor nieuwbouw.

In artikel 27 is in de bestemmingsomschrijving onder e vrijwaringszone - molenbiotoop, onder f 'erf zonder bebouwing' en onder g reconstructiewetzone - verwevingsgebied toegevoegd.

In 27.2.1 Woningen onder c is het woord inhoud gewijzigd in inhoudsmaat, onder h is de aanduiding 'erf zonder bebouwing' opgenomen zodat binnen deze aanduiding geen woningen gebouwd kunnen worden, onder m zijn de bouwregels vanwege de hogere grenswaarden geluidhinder voor het perceel Westeinde 37 overgenomen uit de in dit verzamelplan opgenomen 11e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Westeinde 37, onder o zijn de welstandscriteria voor de percelen Middeldijk 21 en Westeinde 86 overgenomen uit de in dit verzamelplan opgenomen 5e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Westeinde 86 en Middeldijk 21, onder j wordt verwezen naar de welstandscriteria voor het perceel Staphorsterweg 12 en de compensatiekavel Staphorsterweg 14 overgenomen uit de in dit verzamelplan opgenomen 8e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Staphorsterweg 12. Ook voor de percelen Welsummerweg 26, Vossersteeg 12 B en Vossersteeg 89-91 wordt verwezen naar de beeldkwaliteitsplannen.

In 27.2.2 onder l zijn de welstandscriteria voor het perceel Staphorsterweg 12 en de compensatiekavel Staphorsterweg 14 overgenomen uit de in dit verzamelplan opgenomen 8e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Staphorsterweg 12, onder m zijn de welstandscriteria voor de percelen Middeldijk 21 en Westeinde 86 overgenomen uit de in dit verzamelplan opgenomen 5e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Westeinde 86 en Middeldijk 21, onder n is de aanduiding 'erf zonder bebouwing' opgenomen zodat binnen deze aanduiding geen bijbehorende bouwwerken gebouwd kunnen worden en onder o is de aanduiding 'karakteristiek' opgenomen zodat de karakteristieke bebouwing niet aangetast kan worden.

In 27.2.3 onder c is de aanduiding 'erf zonder bebouwing' opgenomen zodat binnen deze aanduiding geen bouwwerken geen gebouw zijnde gebouwd kunnen worden.

In 27.4.1 onder a en b is de afwijkingsmogelijkheid voor het realiseren van een inwoonsituatie verwijderd en onder b wordt de zinsnede 'waarbij het oppervlak van een aangebouwd bijgebouw (voormalige bedrijfsgebouw) komt te vervallen' toegevoegd zodat de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken die bij het hoofdgebouw zijn/worden aangetrokken niet later alsnog teruggebouwd kunnen worden.

In 27.5.1 onder d is voor de uitvoering van de erfinrichtingsplannen van De Brandt 1, 3 en 5, Peezeweg 15 en 17, Tolhuisweg 8, Knuvendijk 1, Middelijk 51, Brouwersweg 1, Welsummerweg 34 en 36, Meeleweg 47, Markeweg 14, Oosterhulst 43 en 45, Welsummerweg 26, Zwarteweg 7, Den Hulst 7, Vossersteeg 89-91, Zwartjeslandweg 2, Knuvendijk 3, Staphorsterweg 12 en Westeinde 37 een voorwaardelijke verplichting opgenomen.

In 27.5.1 is lid g toegevoegd strijdig gebruik voor Middeldijk 21 en Westeinde 86 vanwege het behoud van de karakteristiek van de bebouwing en onder k voor Meeleweg 47 als het perceel niet volgens de voorwaarden wordt ingericht.

In 27.6.2. is het afwegingskader aangevuld voor meer verduidelijking.

In 27.7.1 onder a is het woord 'splitsen' toegevoegd en in 27.7.1 onder a sub c is een afwijkingsbevoegdheid voor woningsplitsing mogelijk gemaakt onder voorwaarden voor woningen vanaf 900 m3.

In artikel 46 zijn de bouw- en afwijkingsregels en afwegingskader opgenomen voor kleinschalige windturbines voor het opwekken van windenergie voor eigen gebruik in alle bestemmingen, met uitzondering van de bestemming 'Natuur''.

In artikel 47 in 47.1.1 onder i en j is de afwijkingsmogelijkheid van de gebruiksregels voor het perceel Meeleweg 47 opgenomen en onder k is de afwijkingsmogelijkheid voor inwoning opgenomen voor de bestemmingen 'Agrarisch, 'Agrarisch - Glastuinbouw' en 'Agrarisch met waarden'. In 47.1.3 zijn de nadere eisen voor inwoning opgenomen.

In artikel 51 onder 51.1 is lid 9 toegevoegd zodat bomen of andere houtopstanden gekapt kunnen worden ter uitvoering van landschappelijke inpassing of een goedgekeurd erfinrichtingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat de verschillende ontwikkelingen economisch uitvoerbaar zijn.

De ambtshalve wijzigingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen maar het vastleggen van de huidige situatie of verbeteren van onjuistheden in de regels. Deze zijn daarom ook economisch uitvoerbaar.

Hoofdstuk 7 Inspraak en overleg

Deze zogenaamde maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Er heeft geen voorontwerp van het bestemmingsplan voor inspraak ter inzage gelegen. Wel heeft in deze fase het Overleg volgens artikel 3.1.1. Bro met diensten van rijk en provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaatsgevonden.

7.1 Overleg

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het concept aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden of is op een andere manier voorzien in het vooroverleg. Hierna is dit aangegeven en is indien nodig de reactie hierop van de gemeente aangegeven.

Daarnaast hebben alle initiatiefnemers zelf hun omgeving geïnformeerd over hun plannen.

7.1.1 Waterschap Drents Overijsselse Delta

In de verschillende ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat het watertoetsproces digitaal doorlopen is. Hieruit zijn een aantal opmerkingen van het Waterschap gekomen. De uitkomsten hiervan zijn in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.

Met het doorlopen van het watertoetsproces is voldaan aan het vooroverleg volgens artikel 3.1.1 Bro met het Waterschap.

7.1.2 Provincie Overijssel

In het kader van vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening is op 23 juni 2020 de provinciale eenheid Ruimte en Bereikbaarheid verzocht te adviseren over het '7e verzamelplan bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen'.

Op 30 juni 2020 heeft de provincie laten weten in te kunnen stemmen met het plan zoals het nu voorligt. Het plan is niet in strijd met het provinciale ruimtelijk beleid en de provincie ziet vanuit provinciaal belang geen beletsel voor het verdere vervolg van deze procedure.

Hiermee is, voor zover het de provinciale diensten betreft, voldaan aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 8 Zienswijzen en kennisgeving

Het ontwerpbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen van 16 december 2020 tot en met 26 januari 2021. Ook is een kennisgeving gezonden aan de daartoe aangewezen instanties. Er zijn vier zienswijzen binnengekomen.

In Bijlage 15 Nota van Zienswijzen en wijzigingen zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. Ook is een overzicht van de reacties op de kennisgeving aan instanties en de ambtshalve wijzigingen voor de vaststelling van dit plan opgenomen.