Plan: | Woongebied Borne Midden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0147.BpWBM2012-vg01 |
De Wet geluidhinder (Wgh) biedt een toetsingskader voor het geluidniveau op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen en scholen. De Wgh heeft tot doel om geluidhinder te voorkomen en te beperken. Om deze hinder te voorkomen en te beperken tot aanvaardbare geluidsniveaus zijn verschillende grenswaarden opgenomen in de Wgh. In de Wgh zijn twee soorten grenswaarden opgenomen; de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare gevelbelasting.
De hoogte van de maximaal toegestane gevelbelasting is onder andere afhankelijk van de geluidsbron (weg- of railverkeer) en de ligging van de geluidgevoelige bebouwing (stedelijk of buitenstedelijk gebied). Daarnaast is er in de wet een bovengrens opgenomen, de maximaal toelaatbare geluidbelasting. Indien de geluidbelasting hoger is dan deze waarde, is het realiseren van geluidgevoelige bestemmingen in principe niet mogelijk.
Wanneer de geluidbelasting tussen de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare geluidbelasting ligt, is het realiseren van geluidgevoelige bestemmingen aan beperkingen gebonden en alleen onder voorwaarden mogelijk. Dit wordt een ‘hogere waarde’ genoemd (‘hoger’ in de zin van hoger dan de voorkeursgrenswaarde) en wordt via een formele procedure vastgelegd.
Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) artikel 74 hebben alle wegen een geluidszone. Uitzondering hierop zijn woonerven en 30 km/uur gebieden. De zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en of een weg binnen of buitenstedelijk is gelegen. Voor de bepaling van de maximale vast te stellen geluidbelasting houdt de Wet geluidhinder rekening met de ligging van de geluidgevoelige bestemmingen en wordt onderscheid gemaakt tussen stedelijk en buitenstedelijk gebied. Binnen stedelijk gebied gelden over het algemeen minder strenge normen.
De gemeente heeft een gebiedstyperingskaart vastgesteld met de ambitieniveaus voor wat betreft geluid. Voor het gehele plangebied geldt dat de ambitie is dat het in geluidsklasse 'redelijk rustig' valt. Dat wil zeggen dat de geluidsemmissie van verkeerslawaai onder 48 dB blijft, van railverkeerlawaai onder 55 dB en van industrielawaai onder 50 dB(A).
Binnen het plangebied zijn de spoorlijn, de doorgaande wegen (Prins Bernhardlaan, Azeloseweg, Grotestraat, Stationsstraat, Europastraat) en het bedrijventereein De Bieffel de belangrijkste bronnen van geluid. De geluidsniveaus liggen echter dusdanig laag dat nergens de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Buiten de eerder genoemde doorgaande wegen geldt voor de meeste binnen het plangebied gelegen wegen dat de snelheid maximaal 30 km/u is. In de Wet geluidhinder is opgenomen dat deze wegen dusdanig weinig geluid produceren dat nader onderzoek in beginsel niet nodig is.
In dit overwegend conserverende bestemmingsplan worden op de locatie van de voormalige Casimirschool (Van Heemskerkstraat), de Oude Hengeloseweg 87b en Morseltdijk 2b nieuwe geluidsgevoelige objecten mogelijk gemaakt.
De ontwikkellocaties Oude Hengeloseweg 87b en Morseltdijk 2b liggen aan een weg waar maximaal 30 km/ uur gereden mag worden. Ook liggen de betreffende percelen niet binnen de geluidzone van een andere weg of spoorweg. Conform artikel 74, tweede lid, van de Wet geluidhinder is het uitvoeren van een akoestisch onderzoek dan ook niet noodzakelijk.
De Casimirlocatie is ook gelegen in een gebied waar de maximale snelheid 30 km/ uur is. Echter de 10 nieuwe woningen liggen op circa 200 meter van het (zeer drukke) spoor Almelo-Enschede. Voor deze ontwikkeling is de geluidsbelasting op de gevel onderzocht. Op 10 december 2012 is door Buijvoets Bouw- en geluidsadvisering een rapportage uitgebracht met kenmerk 12.223b1 (zie bijlage 3). De nieuwe woningen liggen op een afstand van minimaal 195 meter uit de rand van de spoorlijn Hengelo-Deventer binnen de 400 meter geluidszone daarvan. Door middel van geluidproductieplafonds (gpp's) is de geluidsbelasting van het spoor gemeten. Gpp's zijn berekende waarden op referentiepunten. Dezereferentiepunten liggen om de 100 meter op 4 meter boven lokaal maaiveld, op een vaste afstand van 50 meter aan weerszijden van het spoor. Ter hoogte van het bouwplan ligt loodrecht op de spoorlijn een maatgevend referentiepunt met een gpp waarde van 57 dB op 4 meter hoogte. De geplande woningen op de Casimirlocatie liggen op minimaal 195 meter. Op basis van deze grotere afstand is de geluidsbelasting voor een lijnbron bij de woningen een factor van 6 dB lager dan in het referentiepunt. De geluidsbelasting bij de woningen is dan 51 dB. Het bouwplan ligt buiten de voorkeursgrenswaarde van 55 dB. Door een lang geluidscherm aan de oostzijde van de spoorlijn is de geluidsbelasting in het plangebied voldoende laag en is voor het aspect spoorweglawaai sprake van een goede ruimtelijke ordening.