Artikel 6 Gemengd - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen met daaronder begrepen beroep-aan-huis;
-
b.
Dienstverlening en kantoren, uitsluitend op de begane grond;
-
c. bedrijven uit ten hoogste categorie A of B1 van de Staat van
bedrijfsactiviteiten - functiemenging, uitsluitend op de begane grond;
-
d. dienstverlening op alle verdiepingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
-
e. detailhandel, uitsluitend op de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
-
f. maatschappelijk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
-
g. horeca uit ten hoogste categorie 2 uit de Lijst van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' is een bedrijf toegestaan voor zover deze voorkomt in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
i. nutsbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf';
-
j. een silo, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'silo';
-
k. een natuursteenbewerkingsbedrijf behorende tot categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – sbi code 267';
-
l. een groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders behorende tot categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – sbi code 5121';
-
m. de opslag van vuurwerk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – vuurwerkbewaarplaats';
-
n. een verkooppunt voor motorbrandstof zonder lpg-verkoop, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
met de daarbij behorende:
-
o. groenvoorzieningen en tuinen;
-
p. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
q. gebouwen van algemeen nut;
-
r. parkeervoorzieningen;
-
s. wandel- en fietspaden;
-
t. verhardingen;
-
u. speelvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
-
b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
-
c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven hoogte;
-
d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte;
-
e. indien op de verbeelding geen aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is opgenomen, bedraagt de bouwhoogte van hoofdgebouwen ten hoogste 3 meter meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven hoogte;
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. de goothoogte mag ten hoogste 3 meter bedragen;
-
b. de bouwhoogte mag ten hoogste 5,5 meter bedragen;
-
c. bijbehorende bouwwerken dienen ten minste 3 meter achter de voorgevellijn te worden opgericht;
-
d. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m2.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. vóór de voorgevelrooilijn mag de hoogte maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat:
-
1. de maximale hoogte van speeltoestellen 3 meter bedraagt;
-
b. achter de voorgevelrooilijn mag de hoogte maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat:
-
1. de maximale hoogte van tuinmeubilair 3 meter bedraagt;
-
2. de maximale hoogte van speeltoestellen 3 meter bedraagt;
-
c. vóór de voorgevelrooilijn is maximaal 1 vrijstaand reclameobject toegestaan met een maximale oppervlakte van 2 m2 en een maximale hoogte van 2,25 meter.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
-
a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
-
c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
-
e. ter waarborging van de brandveiligheid en de rampenbestrijding.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels.
-
a. De vloeroppervlakte ten behoeve van een beroep-aan-huis bedraagt ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van de woning, met een maximum van 45 m²;
-
b. Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen;
-
c. Indien het bestaande bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – sbi code 267' of het bestaande bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – sbi code 5121' wordt beëindigd zijn op betreffende percelen uitsluitend bedrijven uit ten hoogste categorie A of B1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten -
functiemenging toegestaan.