Plan: | Bestemmingsplan Oud Borne 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0147.BpOB2012-vg01 |
Het doel van de aanwijzing tot 'Beschermd Dorpsgezicht' van Oud Borne is "de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij de verdere ontwikkelingen binnen het gebied. De aanwijzing beoogt op die wijze een basis te geven voor een ruimtelijke ontwikkeling, die inspeelt op de aanwezige kwaliteiten, daarvan gebruik maakt en daarop voortbouwt".
Het onderhavige bestemmingsplan is gericht op:
De plangrens van het onderhavige bestemmingsplan is gelijk aan de grens van het beschermd dorpsgezicht.
Uitgangspunt van de bestemmingsplanmethodiek is het begrip 'beschermingswaardig gebouw'. Hieronder vallen de rijksmonumenten, de beeldbepalende en de beeldondersteunende panden, die binnen het 'beschermd dorpsgezicht' zijn gelegen. Voor deze gebouwen is een stringente regeling opgenomen. Zo mag slechts marginaal afgeweken worden (alleen via de algemene afwijkingsbevoegdheid) van de vastgelegde goot- en bouwhoogten, kapvormen en kaprichtingen, terwijl ook altijd gebouwd dient te worden in de naar de openbare weg toegekeerde bouwgrenzen. Dit in tegenstelling tot de overige gebouwen. Voor deze gebouwen is een ruimere (afwijkings)regeling opgenomen, die betrekking heeft op:
Wel dient binnen het beschermd dorpsgezicht natuurlijk altijd bij verbouw of nieuwbouw het bestaande beeld verbeterd te worden.
Volgens de huidige jurisprudentie is het alleen toegestaan regels met betrekking tot materiaalgebruik en kleurstelling op te nemen, indien de gebouwen gelegen zijn binnen een 'beschermd dorpsgezicht'. Bij KB 17 oktober 1988, nr. 32 Leeuwarden, BR, 1989 werd bijvoorbeeld ingestemd met een vrijstellingsbepaling voor het gebruik van metaal en kunststof. Het betrof ook hier een beschermd dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet. Volgens de Kroon "biedt het zonder enige restrictie toelaten van metaal en kunststof de mogelijkheid, dat de te beschermen karakteristiek van de gevels wordt aangetast. Het door de gemeente geformuleerde vrijstellingsbeleid heeft uitsluitend ten doel om de visuele effecten van eigentijds materiaal te beheersen, zodat deze regeling niet als een onnodige vrijheidsbeperking kan worden aangemerkt".
Voor alle gebouwen binnen het 'beschermd dorpsgezicht' geldt het bepaalde in artikel 2.1 lid 1 sub h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op grond van dit artikel is het binnen een 'beschermd dorpsgezicht' niet toegestaan bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning door het bevoegd gezag. Voor deze bouwwerken behoeft dus geen aparte sloopregeling in het bestemmingsplan te worden opgenomen.
Tenslotte dient voor het hele plangebied een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen te worden met betrekking tot beschermingswaardige groenelementen. De omgevingsvergunning ten behoeve van het slopen krachtens artikel 2.1 lid 1 sub h Wabo geldt namelijk niet voor werkzaamheden als het rooien en planten van bomen.
Op grond van het bovenstaande zijn in de regels dan ook enkele bepalingen opgenomen over:
Om tot een leesbaar en gemakkelijk hanteerbaar plan te komen is het noodzakelijk, dat in één oogopslag duidelijk is:
De verbeelding geeft deze zaken duidelijk weer: op de verbeelding is zowel het karakter van de bebouwing (beschermingswaardig versus niet-beschermingswaardig), de beschermingswaardige (groen)elementen en de diverse bestemmingen duidelijk aangegeven. Daarnaast zijn op de verbeelding opgenomen:
Naast de verbeelding maakt ook het 'Inventarisatierapport' deel uit van de regels. In dit rapport staan van alle beschermingswaardige panden genoteerd:
Binnen elke bestemming is het van belang of het betreffende bouwwerk beschermingswaardig dan wel niet-beschermingswaardig is. In de regels is in de meeste gevallen een tweedeling gemaakt tussen beschermingswaardige en niet-beschermingswaardige hoofd- en bijgebouwen. Voor de eerste type bebouwing geldt een stringente regeling:
Voor alle niet-beschermingswaardige panden is een minder stringente regeling opgenomen:
Daarnaast is voor de niet-beschermingswaardige panden de afwijkingsbevoegdheid opgenomen, dat ook buiten het bouwvlak mag worden gebouwd, onder de voorwaarden, dat:
Na eventuele sloop kan het gewenst zijn ter versterking van het stedenbouwkundige beeld c.q. de ruimtelijke karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht de nieuwbouw buiten het bouwvlak plaats te laten vinden. Eén van die karakteristieken is immers de schijnbaar willekeurig ligging van panden in gebogen straatwanden met wisselende straatbreedtes. Waar in de huidige situatie sprake is van een strakke voorgevelrooilijn zou na eventuele sloop weer een aantrekkelijke wisselende, schijnbaar willekeurige, voorgevelrooilijn gecreëerd kunnen worden.
Ter bescherming van het beschermd dorpsgezicht alsmede naar aanleiding van de door gemeenteraad op 7 februari 2012 vastgestelde 'Integrale stedenbouwkundige visie Oud Borne' is het tevens van belang in onderhavig bestemmingsplan te waarborgen dat een bepaalde zone aan de zogenaamde Noordelijke entree Oud Borne voor zover mogelijk open blijft. Voor deze zone is op de verbeelding de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vergunningsvrij' opgenomen. In de regels is vervolgens vastgelegd dat ter plaatse van deze aanduiding uitsluitend vergunningsvrije bouwwerken zijn toegestaan.