Plan: | Bestemmingsplan Bornsche Maten, Uitwerkingsplan Singelwonen 1ste fase |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0147.BpBMuw004-vg01 |
Ten behoeve van het bestemmingsplan is onderzocht of de voorgenomen ontwikkelingen voldoen aan de gestelde eisen voor wat betreft luchtkwaliteit.
Op 15 november 2007, dus na de vaststelling van het bestemmingsplan, is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen van kracht geworden. De hoofdlijnen van deze nieuwe regelgeving zijn te vinden in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (Wm). Dit hoofdstuk wordt ook wel de ‘Wet luchtkwaliteit’ (Wlk) genoemd.
In algemene zin kan worden gesteld dat de Wlk bestaat uit in Europees verband vastgestelde normen van maximumconcentraties voor een aantal componenten. Hierbij gaat het om componenten als zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx als NO2), fijn stof (PM10 en PM2,5), koolmonoxide (CO), lood, benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen.
De componenten NO2 en fijn stof (PM10) kunnen in Nederland problemen opleveren met betrekking tot overschrijding van grenswaarden. Fijn stof (PM10) wordt beïnvloed door grote industriële bronnen (met name uit het buitenland), diffuse bronnen zoals het totale wagenpark, natuurlijke bronnen en in mindere mate door lokale bronnen. NO2 wordt voornamelijk beïnvloed door het wagenpark (verkeersbewegingen). Aangezien deze emissies problemen kunnen opleveren met betrekking tot overschrijdingen van de grenswaarden zijn enkel deze componenten in het onderzoek in beschouwing genomen.
Verder kan worden opgemerkt dat sinds 1 augustus 2009 in de Wlk ook grenswaarden zijn opgenomen voor de component PM2,5. PM2,5 heeft echter een directe relatie met PM10 waardoor kan worden gesteld dat wanneer aan de grenswaarde voor PM10 wordt voldaan ook aan de grenswaarde voor PM2,5 wordt voldaan. Derhalve wordt de component PM2,5 in onderhavig onderzoek buiten beschouwing gelaten.
Mate van bijdragen
In de 'Wet luchtkwaliteit' is een flexibele koppeling aanwezig tussen ruimtelijke ontwikkelingen en luchtkwaliteit. Projecten die 'Niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreinigingen behoeven niet afzonderlijk getoetst te worden aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen (in de vorm van grenswaarden). Een project is NIBM als aannemelijk is dat het project een toename van de jaargemiddelde concentratie van de componenten NO2 en PM10 veroorzaakt van maximaal 3% van de jaargemiddelde grenswaarden van NO2 en PM10. Voor NO2 en PM10 komt dit overeen met 1,2 ìg/m3 (beide 40 ìg/m3). Deze maximale bijdrage is van toepassing op de minst gunstige plaats ('worst-place' benadering).
Indien een plan In Betekende Mate bijdraagt (>1,2 ìg/m3) aan de verslechtering van de luchtkwaliteit dan dient toetsing aan de grenswaarden plaats te vinden.
In het kader van het uitwerkingsplan 'Bornsche Beekpark' is onderzoek gedaan naar luchtkwaliteit. Uit de bepaling van de jaargemiddelde concentraties is naar voren gekomen dat de berekende concentraties langs alle de beschouwde wegen voor de componenten NO2 en PM10 beneden de grenswaarde uit de Wlk zijn gelegen. Dit geldt voor zowel voor 2010 als voor 2020.
Uit de resultaten van de berekeningen komt naar voren dat langs alle beschouwde wegen het berekende aantal overschrijdingen voor zowel de uurgemiddelde NO2 concentratie als de daggemiddelde PM10 concentratie beneden de gestelde grenswaarde uit de Wlk zijn gelegen. Dit geldt voor zowel voor 2010 als voor 2020.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat de luchtkwaliteit in de plansituatie, de situatie na realisatie van de voorgenomen ontwikkelingen, voldoet aan de grenswaarde uit de 'Wlk' en derhalve niet leidt tot knelpunten ten aanzien van luchtkwaliteit.
Het uitwerkingsplan is op het gebied van luchtkwaliteit uitvoerbaar. Het aspect luchtkwaliteit levert geen problemen op voor de voorgenomen ontwikkelingen.