direct naar inhoud van 5.2 Dit bestemmingsplan
Plan: Meppel - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.Zuid-BPC1

5.2 Dit bestemmingsplan

Algemeen
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting (met bijbehorende bijlagen). De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Inhoudelijke opzet
Door de gemeente Meppel is een handboek opgesteld. Dit handboek vormt de basis voor de inhoudelijke opzet van de regels en verbeelding van onderhavig bestemmingsplan. Hiernaast geldt als belangrijk uitgangspunt, dat het bestemmingsplan zoveel mogelijk probeert de bestaande situatie vast te leggen. Nieuwe ontwikkelingen worden niet toegestaan.Wel biedt onderhavig bestemmingsplan voor de bestaande woningen en bedrijven in het plangebied voldoende flexibiliteit. De bebouwingsmogelijkheden voor woningen (voor uitbreidingen, bouw van bijgebouwen, etc.) zijn binnen het gehele plangebied over het algemeen gelijk aan de vigerende juridisch-planologische regelingen.

Regels
De opbouw van de regels van de verschillende bestemmingen is overal hetzelfde, deze is als volgt:

Bestemmingsomschrijving: in dit onderdeel worden de toegestane doeleinden en het toegestane gebruik omschreven.

Bouwregels: hierin worden de regels voor wat betreft het bouwen uitgewerkt.

Nadere eisen: in deze bepaling is opgenomen dat burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen inzake de plaats en afmeting van gebouwen, bijvoorbeeld in het kader van een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Deze bepaling maakt het mogelijk voor het gemeentebestuur om waar nodig sturing te geven aan de ruimtelijke ontwikkeling.

Afwijking bouwregels: in dit onderdeel kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de bouwregels, waarmee ruimere bouwmogelijkheden kunnen worden gegeven.

Specifieke gebruiksregels: in dit onderdeel worden enkele specifieke ongewenste gebruiksmogelijkheden uitgesloten, zoals zelfstandige bewoning van bijgebouwen, het gebruiken van gronden als stortplaats en (bepaalde vormen van) detailhandel.

Afwijking van de gebruiksregels: in dit onderdeel zijn mogelijkheden voor het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels opgenomen, bijvoorbeeld voor het toestaan van aan huis gebonden bedrijven.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden: dit onderdeel (de voormalige aanlegvergunning) is van toepassing op de dubbelbestemmingen "Leiding - Gas", "Leiding - Hoogspanning", "Leiding - Hoogspanningsverbinding", "Waarde - Archeologie 2" en "Waarde - Archeologie 3". Verder is ook in de bestemming "Agrarisch" een dergelijke regeling opgenomen.

Verbeelding
Voor de vormgeving van de verbeelding geldt een aantal uitgangspunten. Zo worden de kaarten in kleur opgezet, waarbij de kleuren worden ondersteund met een letteraanduiding. De kleuren en letters zijn afgestemd op de kleur en letteraanduiding in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008). De schaal van de analoge kaarten is 1:1.000.

Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en digitale raadpleegbaarheid wordt waar mogelijk informatie op de verbeelding gezet (bouwvlakken, goot-/bouwhoogten, eventueel bebouwingspercentages).

5.2.1 Bijzonderheden in dit bestemmingsplan

De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hiervoor is beschreven. Dit bestemmingsplan kent de volgende bestemmingen:

Enkelbestemmingen   Dubbelbestemmingen  
Artikel 3 Agrarisch   Artikel 18 Leiding - Gas  
Artikel 4 Bedrijf   Artikel 19 Leiding - Hoogspanning  
Artikel 5 Bedrijf-Nutsvoorziening   Artikel 20 Leiding - Hoogspanning  
Artikel 6 Dienstverlening   Artikel 21 Waarde - Archeologie 2  
Artikel 7 Groen   Artikel 22 Waarde - Archeologie 3  
Artikel 8 Maatschappelijk    
Artikel 9 Recreatie    
Artikel 10 Sport    
Artikel 11 Tuin    
Artikel 12 Verkeer    
Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied    
Artikel 14 Water    
Artikel 15 Wonen    
Artikel 16 Wonen – garages en bergingen    
Artikel 17 Woongebied    

Onderstaand wordt per bestemming een toelichting gegeven.

Agrarisch (artikel 3)
Deze bestemming betreft een enkele strook open weidegrond ten oosten van de Werkhorst. De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn algemeen bestemd voor agrarische bedrijfsdoeleinden, met uitzondering van intensieve veehouderijen, alsmede groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en bijbehorende ontsluitingswegen en paden. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan. Erf- en terreinafscheidingen mogen één meter hoog zijn. Andere bouwwerken mogen vijf meter hoog zijn. Voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zoals het aanleggen van (oppervlakte-)verhardingen, of het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen, is het vereiste van een omgevingsvergunning opgenomen.

Bedrijf (artikel 4)
Deze bestemming is gebruikt voor twee in het plangebied gesitueerde bedrijven, alsmede voor een gemeentepost in het park Hesselingen. Het betreft de garage/showroom aan de Werkhorst 26-28 en het benzineservicestation aan de Werkhorst 60. Binnen de bestemming zijn bedrijven toegestaan die behoren tot de categorieën 1 en 2 van de, als bijlage bij de planregels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten. Voor het benzineservicestation is een uitzondering gemaakt, omdat deze behoort tot categorie 3.1.

Om enige flexibiliteit toe te staan, met inachtneming van de eisen met betrekking tot de inpasbaarheid in de omgeving, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken en kunnen bedrijven worden toegestaan die niet voorkomen op de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het bedrijf qua aard en invloed op de omgeving gelijk gesteld kan worden met bedrijven die volgens de bestemmingsomschrijving zijn toegelaten (categorie 1 en2).

Bedrijf - Nutsvoorziening (artikel 5)
De bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' is op de percelen gelegd, waar momenteel een voorziening van openbaar nut aanwezig is. Gebouwen mogen enkel binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, waarbij de aangegeven bouwhoogte als maximum geldt. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan twee meter, terwijl de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer dan zes meter mag bedragen. Het onderstation aan de Westerstouwe heeft de aanduiding “nutsbedrijf” gekregen. Ter plaatse mogen overige bouwerken een hoogte van 20 meter hebben.

Dienstverlening (artikel 6)
Deze bestemming is toegekend aan Rembrandtlaan 35/37 en het voormalige pand van Groeneland-Achmea aan de Werkhorst. Aan de laatste locatie is vanwege de flexibiliteit tevens de functie maatschappelijk, met uitzondering van zorginstellingen en zorgwoningen, toegekend. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van zorginstellingen en zorgwoningen (maximaal 25), maar voordat zij dit kunnen doen dient er eerst aangetoond te worden dat aan alle wettelijke bepalingen kan worden voldaan. Het daarvoor benodigde onderzoek zal op dat moment uitgevoerd dienen te zijn. De wettelijke procedure voor het vaststellen van wijzigingsplannen is met zekerheden omkleed. Op deze wijze kunnen eventuele bezwaarden hun grieven naar voren brengen en kan een zorgvuldige afweging worden gemaakt.

Groen (artikel 7)
De bestemming 'Groen' is gelegd op de belangrijkste groenvoorzieningen binnen het plangebied. Het zogenaamde snippergroen, relatief kleine groenstrookjes die in de woonwijk veelal erven van woningen van de openbare ruimte afschermen, zijn in beginsel in de bestemmingen 'Verkeer' en 'Verkeer – Verblijfsgebied' opgenomen.

Binnen de bestemming 'Groen' zijn groenvoorzieningen, parken en plantsoenen toegestaan. Ook is de functie bedoeld voor parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, voet- en fietspaden alsmede nutsvoorzieningen.

De bestemming 'Groen' staat alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toe. Deze mogen niet meer dan 6 meter hoog zijn, met uitzondering van lichtmasten die een bouwhoogte van maximaal 10 meter mogen hebben.

Maatschappelijk (artikel 8)
In dit plan wordt onder maatschappelijke voorzieningen verstaan: educatieve, informatieve, levensbeschouwelijke, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele voorzieningen, zorg- en welzijnsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

Ter plaatse van aanduidingen zijn de RK begraafplaats, de sporthal aan de Gerard Doustraat en de in het gebied voorkomende zorginstellingen en zorgwoningen aan deze specifieke plaatsen gebonden. Dat heeft te maken met de inpassing van dergelijke functies in de omgeving. Indien bijvoorbeeld zorgwoningen op een andere plaats mogelijk gemaakt zouden worden, is niet voldaan aan het daarvoor benodigde onderzoek. Om deze reden is bewoning van de gebouwen, anders daar waar zij daartoe zijn aangewezen, aangeduid als strijdig gebruik.

Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht

Daarnaast maakt een tweetal wijzigingsbevoegdheden de opname van bouwvlakken mogelijk voor een sportzaal aan de Westerstouwe en een daarnaast gesitueerde uitbreiding van het 10 kV-station. Beide ontwikkelingen worden naar verwachting vóór de vaststelling van dit bestemmingsplan met een aparte ruimtelijke procedure mogelijk gemaakt. De wijzigingsbevoegdheden maken het mogelijk de planologisch-juridische situatie aan te passen aan de op dat moment gerealiseerde situatie.

Recreatie (artikel 9)
In park Hesselingen komen drie dagrecreatieve functies voor: de volkstuintjes, het minigolfterrein en de kinderboerderij. Deze zijn doormiddel van aanduidingen op de verbeelding vastgelegd. Ondergeschikte restauratieve voorzieningen worden alleen bij de minigolf toegestaan.

Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de kinderboerderij en het minigolfterrein worden opgericht. Voor de volkstuintjes geldt een afwijkende regeling, vergelijkbaar met die in het bestemmingsplan "Blankenstein, Ezinge en Spoorzone" is opgenomen: per 100 m2 volkstuin geldt een maximale oppervlakte van 6 m2 en een maximale bouwhoogte van 3 meter. Dat betekent dus dat een volkstuin na rato van de oppervlakte bebouwd mag worden. Is de oppervlakte van de volkstuin 120 m2 dan mag er een bebouwd oppervlak van 7,2 m2 worden gerealiseerd. Bij een oppervlakte van 50 m2 mag er slechts 3 m2 aan bebouwing worden gerealiseerd. Wandelkappen, tunnelkassen en foliekassen zijn niet toegestaan.

Sport (artikel 10)
Het sportcomplex rond het zwembad heeft deze bestemming gekregen. Het zwembad zelf is met een aanduiding aangegeven en daardoor aan deze plek gebonden. Ondergeschikte restauratieve voorzieningen zijn toegestaan, evenals bijbehorende zaken zoals kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, parkeerplaatsen, e.d.

Tuin (artikel 11)
De bestemming 'Tuin' hangt in hoge mate samen met de bestemming 'Wonen'. Hierbinnen zijn de voortuinen en in enkele gevallen de zijtuinen van de woningen opgenomen, die niet mogen worden bebouwd. Zijkanten van woonpercelen zijn in de gevallen dat deze niet mogen worden bebouwd in de tuinbestemming gelegd, veelal indien deze grenzen aan het openbaar gebied, te weten de bestemming 'Verkeer', 'Groen' of 'Water'. Voor zover op deze gronden reeds bebouwing is gerealiseerd, wordt deze bebouwing toegestaan door middel van een bestemming 'Wonen'.

In de regeling is opgenomen dat, onder bepaalde voorwaarden, binnen de bestemming wel bebouwing in de vorm van erkers en ingangpartijen toegestaan is.

Omdat binnen het plangebied op diverse plaatsen reeds bebouwing op het voorerf van de woningen aanwezig is, bijvoorbeeld in de vorm van ingangspartijen, bergingen of overkappingen, zijn deze mogelijk gemaakt door middel van aanduidingen.

Zo mogen bijvoorbeeld ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 1' bijbehorende bouwwerken in de vorm van bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat de breedte ten hoogste 50% bedraagt van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw en de maximale bouwhoogte 3 meter. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 2' geldt een afwijkende bepaling die een bebouwde oppervlakte van het voorerfgebied van 75% toestaat.

Het plan maakt het realiseren van balkons en luifels vóór de voorgevel van woningen mogelijk, tot een maximum van 1,5 meter uit de voorgevel.

Hoewel in het algemeen geldt dat perceelsontsluitingen zijn toegestaan, geldt dit niet ter plaatse van het project aan de Westerstouwe 10. Aan de zijde van de Westerstouwe geldt dan ook een verbod op het realiseren van ontsluitingen. Daartoe is een aanduiding op de verbeelding opgenomen.

Verkeer (artikel 12)
Deze bestemming is van toepassing op alle openbare wegen in het plangebied en met name de wegen war 50 km/uur mag worden gereden. De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn in hoofdzaak bestemd voor wegen en fiets- en voetpaden. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, dagrecreatieve voorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede voor kunstwerken en een bergbezinkbassin.

Op de gronden met de bestemming 'Verkeer' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. De bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 15 meter bedragen. Voor alle overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van zes meter.

Verkeer – Verblijfsgebied (artikel 13)
Deze bestemming is van toepassing op alle openbare wegen in het plangebied en met name die met een verblijfsfunctie. Het gaat dan met name om woonstraten, woonerven en hofjes. De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn in hoofdzaak bestemd voor parkeren, wegen, pleinen en fiets- en voetpaden, maar ook tuinen. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, dagrecreatieve voorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede voor kunstwerken, een bergbezinkbassin, terrassen en voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

Op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. De bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 10 meter bedragen. Voor alle overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van zes meter.

Water (artikel 14)
Deze bestemming is specifiek gelegd op het belangrijkste oppervlaktewater binnen het plangebied: de Reest. De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water, waterberging, waterhuishouding en waterlopen, met de daarbij behorende groen-, speel- en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, alsmede voor kunstwerken.

Op de gronden met de bestemming 'Water' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Daarvoor geldt een maximale bouwhoogte van 6 meter.

Wonen (artikel 15)
Voor de bestaande woningen in het plangebied is de bestemming 'Wonen' opgenomen. De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen. Ondergeschikt aan de functie wonen zijn aan huis verbonden beroepen toegestaan, evenals de daarbij behorende tuinen, (achter)paden, verhardingen en bebouwing. Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' is de locatie aan de Slingerberg vastgelegd.

Binnen de bestemming 'Wonen' mogen de aanwezige bouwwerken gebruikt worden voor aan huis verbonden beroepen (tot ten hoogste 30% van het vloeroppervlak met een maximum van 45 m2). In de Inleidende bepalingen is het begrip "aan huis verbonden beroep" gedefinieerd. Daarin is een belangrijke rol toegekend aan de vrije beroepen. Door de Kamer van Koophandel wordt onder een 'vrije beroepsbeoefenaar' verstaan: 'iemand die wordt gevraagd om zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten, die in het algemeen op artistiek-, academisch-, dan wel HBO-niveau liggen'.

In de praktijk is het onderscheid moeilijk aan te geven. Voor de uitvoeringspraktijk van de Kamers van Koophandel is de volgende lijst samengesteld van personen die als vrije beroepsbeoefenaar gelden. Dit zijn: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar, logopedist, medisch specialist, notaris, oefentherapeut Cesar/Mensendieck, organisatieadviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tandarts-specialist, (al dan niet beëdigd) tolkvertaler, tuin- en landschapsarchitect en verloskundige.

Een beroep dat niet in deze opsomming voorkomt, geldt in beginsel niet als 'vrij beroep', tenzij de onderneming/beroepsbeoefenaar anders aan kan tonen.

In de jurisprudentie is uitgemaakt, dat de uitoefening van vrije beroepen in overeenstemming is met de functie "woondoeleinden". Dit is rechtstreeks toegestaan. Voor bovengenoemde activiteiten is dus geen procedure op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht noodzakelijk, zolang deze activiteiten plaatsvinden in de woning (dus niet in de bijgebouwen)en voldoen aan het criterium dat het betrokken pand in overwegende mate zijn woonfunctie blijft behouden. De bestemming bevat een mogelijkheid om onder bepaalde criteria af te wijken van de gebruiksregels, onder meer voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf. De randvoorwaarden zijn opgenomen in 16.6.1 van de regels. Van belang daarbij is dat de aan huis verbonden bedrijven dienen te behoren tot maximaal categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage bij de regels is gevoegd. Op deze wijze is geborgd dat de activiteiten in de woonomgeving passen.

Wat betreft de verhouding tussen de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin', wordt verwezen naar de hiervoor opgenomen toelichting bij de bestemming 'Tuin'.

Voor het bouwen geldt dat hoofdgebouwen enkel zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken. Het maximaal aantal wooneenheden per bouwvlak is eveneens aangeduid op de verbeelding, waarbij van belang is dat alle bouwwijzen (vrijstaand, twee aaneen, geschakeld) zijn toegestaan. Daar waar geen aanduiding is aangegeven, is maximaal één woning per bouwvlak toegestaan.

Ten aanzien van de toegestane goot- en bouwhoogten van de woningen, welke met een aanduiding op de verbeelding zijn aangegeven, is ervoor gekozen in hoofdzaak te komen tot een samenhangende regeling en zo weinig mogelijk verschil in bouwmogelijkheden tussen aangrenzende woningen. Verder is een bepaling over een minimale breedte van het hoofdgebouw (5 meter) opgenomen en bevat de bestemming een regel over de toegestane dakhelling van het hoofdgebouw.

Aan de Werkhorst zijn drie bouwkavels opgenomen (waarvoor in het vigerende bestemmingsvlak één bouwvlak was opgenomen). Ter plaatse is de aanduiding 'maximum breedte (m)'op de verbeelding opgenomen. Op deze wijze wordt de stedenbouwkundig gewenste situatie mogelijk gemaakt.

Wat betreft de bijbehorende bouwwerken zijn in de bestemming regels opgenomen over de afstand tot de voorgevel en de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag in principe niet meer dan 50% van het achtererfgebied tot een maximum van 70 m² bedragen, met dien verstande dat voor bestaande afwijkende situaties een uitzonderingsregel is opgenomen. De goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken zijn in de regels opgenomen en niet op de verbeelding aangegeven. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de maximale hoogte afhankelijk is gesteld van de plek waar deze gebouwd worden (voor- dan wel achtererfgebied).

Voor zowel het bouwen van hoofdgebouwen als bijbehorende bouwwerken gelden voor de woonwagenstandplaats afwijkende regels.

Tot slot zijn in de regels diverse flexibiliteitsbepalingen opgenomen voor het afwijken van de hierboven genoemde bouwregels, zoals de maximum bouwhoogte(n). Deze afwijkingen zijn enkel mogelijk indien het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheid van aangrenzende gronden niet onevenredig aangetast worden.

Wonen – Garages en bergingen (artikel 16)

Op deze gronden mogen garageboxen en bergingen worden gerealiseerd ten behoeve van de opslag van huishoudelijke materialen en -apparaten, alsmede de stalling van voertuigen. De gebouwen dienen binnen de bouwvlakken te worden gerealiseerd. De bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter.

Woongebied (artikel 17)
In verband met de marksituatie wordt het bouwplan aan de Westerstouwe (her)ontwikkeld (maximaal 24 woningen, waarvan maximaal 14 binnen deze bestemming). Datzelfde geldt voor het woningbouwproject aan de Gerard Doustraat. Momenteel is de definitieve stedenbouwkundige inrichting van beide projecten nog niet definitief bekend. Om enige flexibiliteit bij de toekomstige uitwerking te verkrijgen, zijn deze locaties opgenomen in de bestemming Woongebied, die meer vrijheid biedt dan de bestemming wonen om de woningen aan te passen aan de marktechnische eisen.

Binnen de bestemming zijn, naast wonen, de volgend functies toegestaan: aan huis verbonden beroepen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen wegen, paden nutsvoorzieningen water en waterhuishoudkundige voorzieningen, met de daarbij behorende (achter)paden, tuinen en verhardingen.

Voor het overige gelden de regels zoals bij de bestemming Wonen.

Leiding – Gas (artikel 18)
In het zuidelijke deel van het plangebied is een gastransportleiding gelegen. Via deze dubbelbestemming wordt een onbebouwde zone van 4 meter aan weerszijden van de buisleidingen gegarandeerd. Verder bevat de bestemming het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden (aanlegvergunningstelsel).

Leiding – Hoogspanning (artikel 19)
Ter plaatse van de Westerstouwe is een ondergrondse hoogspanningsleiding gesitueerd. Via deze dubbelbestemming wordt een onbebouwde zone aan weerszijden van de leiding gegarandeerd. Verder bevat de bestemming het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden (aanlegvergunningstelsel).

Leiding – Hoogspanningsverbinding (artikel 20)
Vanaf het onderstation aan de Westerstouwe loopt in oostelijke richting een bovengrondse hoogspanningsleiding. Via deze dubbelbestemming wordt een onbebouwde zone aan weerszijden van de leiding gegarandeerd. Verder bevat de bestemming het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden (aanlegvergunningstelsel).

Waarde - Archeologie 2 en 3 (artikel 21 en 22)
De archeologische waarden worden door middel van de aangegeven te beschermen gebieden op de verbeelding, gewaarborgd. Ter voorkoming van aantasting van waardevolle informatie in de bodem is een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden opgenomen (aanlegvergunningstelsel), evenals een afwijkingsprocedure middels een omgevingsvergunning voor bouwen. Alleen de gronden met hoge en middelhoge archeologische waarde zijn aangeduid, namelijk als 'Waarde - Archeologie 2' respectievelijk 'Waarde - Archeologie 3'.

Voor de gronden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geldt, dat een afwijking bij een omgevingsvergunning alleen nodig is indien de te verrichten (bouw)werkzaamheden een oppervlak beslaan van meer dan 500 m2 en dieper reiken dan 30 centimeter beneden maaiveld Voor de gronden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geldt, dat dit alleen nodig is indien de te verrichten (bouw)werkzaamheden een oppervlak beslaan van meer dan 1.000 m2 en dieper reiken dan 30 centimeter beneden maaiveld (zie ook § 4.2). Deze afwijking bij een omgevingsvergunning kan pas worden verleend, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat het bouwen dan wel het verrichten van werkzaamheden geen aantasting van de archeologische waarden van de gronden met zich mee brengt.

5.2.2 Algemene regels

Naast de bestemmingen bevat het plan een aantal algemene regels over bijvoorbeeld algemene afwijkingen en het overgangsrecht. Deze min of meer standaardregels in het bestemmingsplan worden hier verder niet toegelicht.

Wel is het zinvol nader in te gaan op de algemene aanduidingsregels die zijn opgenomen. Zo is de aanduiding 'Geluidszone - industrie' opgenomen, om te regelen dat binnen de geluidszone van het bedrijventerrein geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt. De aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' regelt, dat binnen deze veiligheidszone geen (beperkt) kwetsbare objecten opgericht kunnen worden. Voorts is er nog een molenbiotoop en zijn er vrijwaringszones langs de snelweg A32. Daarnaast is nog een aantal algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Eén daarvan regelt, dat de opgenomen dubbelbestemmingen voor archeologie kunnen worden verwijderd, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat geen archeologische waarden meer aanwezig zijn. De laatste algemene wijzingsbevoegdheid ziet erop toe, dat de opgenomen gebiedsaanduidingen (geluidszone - industrie, veiligheidszone - lpg) verkleind of verwijderd kunnen worden.