direct naar inhoud van Artikel 17 Woongebied
Plan: Meppel - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.Zuid-BPC1

Artikel 17 Woongebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. aan huis verbonden beroepen, tot ten hoogste 30% van het vloeroppervlak tot een maximum van 45 m2;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. wegen en paden;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

met de daarbij behorende:

  • i. tuinen en verhardingen;
  • j. (achter)paden;
  • k. bebouwing.
17.2 Bouwregels

Algemeen

Op of in de tot 'Woongebied' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woonhuizen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- en terreinafscheidingen, palen en masten.
17.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. indien een bouwvlak is aangegeven mag een hoofdgebouw uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag vrijstaand, halfvrijstaand of in een rij worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', tevens woongebouwen mogen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is maximaal het aangegeven aantal woningen toegestaan;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt dat, ter plaatse van de bestemmingsvlakken zonder bouwvlak, afgeweken mag worden van het maximaal aangegeven wooneenheden per bestemmingsvlak met dien verstande dat het totaal aantal woningen binnen de gezamenlijke bestemmingsvlakken niet wordt overschreden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen;
  • f. de breedte van een hoofdgebouw mag niet minder dan 5 meter bedragen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale dakhelling (graden)' dient de dakhelling minimaal en maximaal de aangegeven waarde te bedragen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'minimum aantal parkeerplaatsen' dient te worden voorzien in het aangegeven aantal parkeerplaatsen per bouwperceel, c.q. woning.
17.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op het achtererfgebied worden gebouwd, met dien verstande dat de afstand tot de voorgevel minimaal 3 meter bedraagt;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat overkappingen op het gehele achtererfgebied mogen worden gebouwd;
  • c. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 1 meter, tenzij op de perceelgrens wordt gebouwd
  • d. de gezamenlijke oppervlakte mag ten hoogste 70 m2 bedragen, met dien verstande dat op ten hoogste 50% van het achtererfgebied mag worden gebouwd;
  • e. de goothoogte mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • f. de dakhelling mag ten hoogste 60o bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, met uitzondering van overkappingen, mag ten hoogste 5 meter bedragen;
  • h. de bouwhoogte van een (aangebouwde) overkapping mag ten hoogste 3 meter bedragen.
17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel of achter een naar de weg toe gekeerde zijgevel of het verlengde daarvan mag ten hoogste 2 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van (vrijstaande) overkappingen mag ten hoogste 3,3 meter bedragen, of ten hoogste de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping indien deze hoger is;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte ten hoogste 6 meter bedragen.
17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
17.4 Afwijken van de bouwregels
17.4.1 Afwijkingsmogelijkheden

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 17.2.2 onder d en kan worden toegestaan dat de goot- en/of bouwhoogte wordt verhoogd met ten hoogste 2 meter;
  • b. 17.2.2 onder f ten behoeve van een verhoging van de dakhelling;
  • c. 17.2.3 onder a voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken tot aan (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.
17.4.2 Toepasbaarheid

De in 17.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheid van de aangrenzende gronden.
17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik of het laten gebruiken van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor doeleinden van bewoning.
17.6 Afwijken van de gebruiksregels
17.6.1 Afwijkingsmogelijkheden

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 17.1 voor het kunnen toestaan van een aan-huis-verbonden bedrijf, onder de voorwaarden dat:
    • 1. de bedrijfsmatige activiteit alleen door de bewoner wordt uitgevoerd;
    • 2. de oppervlakte maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 45 m2;
    • 3. al het parkeren ten behoeve van het wonen in combinatie met de bedrijfsmatige activiteit op eigen terrein plaatsvindt;
    • 4. er geen detailhandel plaatsvindt uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan-huis-verbonden bedrijf;
    • 5. de activiteit niet vergunningsplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer en behoort tot categorie 1 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze regels is gevoegd;
    • 6. geen bedrijfsmatige opslag in de openlucht plaatsvindt;
  • b. 17.2.2, onder h voor het toestaan van een lager aantal parkeerplaatsen op het bouwperceel indien:
    • 1. op een andere wijze in de parkeerbehoefte kan worden voorzien;
    • 2. op basis van de te realiseren woningtypen een lagere parkeernorm aanvaardbaar is.
17.6.2 Toepasbaarheid

De in 17.6.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegepast, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.