direct naar inhoud van 5.2 Dit bestemmingsplan
Plan: Meppel - Centrumschil
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.Centrumschil-BPC2

5.2 Dit bestemmingsplan

Algemeen
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting (met bijbehorende bijlagen). De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Inhoudelijke opzet
Door de gemeente Meppel is een handboek opgesteld. Dit handboek vormt de basis voor de inhoudelijke opzet van de regels en verbeelding van onderhavig bestemmingsplan.

Hiernaast geldt als belangrijk uitgangspunt bij de inhoudelijke opzet van dit bestemmingsplan, dat het zoveel mogelijk probeert de bestaande situatie vast te leggen. Nieuwe ontwikkelingen worden niet toegestaan of meegenomen.

Wel biedt onderhavig bestemmingsplan voor de bestaande woningen in het plangebied voldoende flexibiliteit. De bebouwingsmogelijkheden voor woningen (voor uitbreidingen, bouw van bijgebouwen, etc.) zijn binnen het gehele plangebied over het algemeen ruimer dan de vigerende juridisch-planologische regelingen.

Voor de locaties Marten Ottenlaan 21 en de Kinkhorststraat worden in de nabije toekomst ontwikkelingen voorzien. Ook deze zijn niet in het onderhavige bestemmingsplan meegenomen. Ter plaatse is de oude bestemmingen vertaald in moderne equivalenten daarvan conform de SVBP2008. De oude bestemmingsplannen gingen uit van een goothoogte plus een maximale dakhelling. In dit bestemmingsplan is een goothoogte en een bouwhoogte opgenomen.

Regels
De opbouw van de regels van de verschillende bestemmingen is overal hetzelfde, deze is als volgt:

  • Bestemmingsomschrijving: In dit onderdeel worden de toegestane doeleinden en het toegestane gebruik omschreven.
  • Bouwregels: Hierin worden de regels voor wat betreft het bouwen uitgewerkt.
  • Nadere eisen: In deze bepaling is opgenomen dat Burgemeester en Wethouders nadere eisen kunnen stellen inzake de plaats en afmeting van gebouwen, bijvoorbeeld in het kader van een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Deze bepaling maakt het mogelijk voor het gemeentebestuur om waar nodig sturing te geven aan de ruimtelijke ontwikkeling.
  • Afwijking bouwregels: In dit onderdeel kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de bouwregels, waarmee ruimere bouwmogelijkheden kunnen worden gegeven.
  • Specifieke gebruiksregels: In dit onderdeel worden enkele specifieke ongewenste gebruiksmogelijkheden uitgesloten, zoals zelfstandige bewoning van bijgebouwen, stortplaatsen en detailhandel.
  • Afwijking van de gebruiksregels: In dit onderdeel zijn mogelijkheden voor het bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels opgenomen, bijvoorbeeld voor het toestaan van aan huis gebonden bedrijven.
  • Wijzigingsbevoegdheid: In dit onderdeel kunnen mogelijkheden op worden genomen voor het wijzigen van de bestemming. In dit bestemmingsplan is geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden: Dit onderdeel (de voormalige aanlegvergunning) is alleen van toepassing voor de dubbelbestemmingen voor het beschermd stadsgezicht en archeologie.

Verbeelding
Voor de vormgeving van de verbeelding geldt een aantal uitgangspunten. Zo worden de kaarten in kleur opgezet, waarbij de kleuren worden ondersteund met een letteraanduiding. De kleuren en letters zijn afgestemd op de kleur en letteraanduiding in de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008). De schaal van de analoge kaarten is 1:1.000.

Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en digitale raadpleegbaarheid wordt waar mogelijk informatie op de verbeelding gezet (bouwvlakken, goot-/bouwhoogten, eventueel bebouwingspercentages).

5.2.1 Bijzonderheden in dit bestemmingsplan

De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hiervoor is beschreven. Dit bestemmingsplan kent de volgende bestemmingen:

Enkelbestemmingen   Dubbelbestemmingen  
Artikel 3Bedrijf   Artikel 22Waarde - Archeologie 1  
Artikel 4Bedrijf-Nutsvoorziening   Artikel 23Waarde - Archeologie 2  
Artikel 5Centrum   Artikel 24Waarde - Archeologie 3  
Artikel 6Cultuur en ontspanning   Artikel 25Waarde - Beschermd stadsgezicht  
Artikel 7Detailhandel    
Artikel 8Dienstverlening    
Artikel 9Gemengd    
Artikel 10Gemengd - Wonen/Dienstverlening    
Artikel 11Groen    
Artikel 12Horeca    
Artikel 13Maatschappelijk    
Artikel 14Recreatie    
Artikel 15Sport    
Artikel 16Tuin    
Artikel 17Verkeer    
Artikel 18Verkeer - Verblijfsgebied    
Artikel 19Water    
Artikel 20Wonen    
Artikel 21Wonen - garages en bergingen    

Onderstaand wordt per bestemming een toelichting gegeven.

Bedrijf (artikel 3)
Deze bestemming is gebruikt voor de in het plangebied gesitueerde bedrijven. Binnen de bestemming zijn bedrijven toegestaan die behoren tot de categorieën 1 en 2 van de, als bijlage bij de planregels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten. Uitzondering daarop vormt een bedrijf uit categorie 3 aan het Vliegenpad. Op de plankaart is dit aangegeven met een aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3'. Op deze wijze kunnen op deze bedrijfskavel bedrijven in de categorieën 1, 2 en 3 worden toegestaan.

Om enige flexibiliteit toe te staan, met inachtneming van de eisen met betrekking tot de inpasbaarheid in de omgeving, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken en kunnen bedrijven worden toegestaan die niet voorkomen op de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het bedrijf qua aard en invloed op de omgeving gelijk gesteld kan worden met bedrijven die volgens de bestemmingsomschrijving zijn toegelaten (categorie 1 en 2).

Bedrijf - Nutsvoorziening (artikel 4)
De bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' is op de percelen gelegd, waar momenteel een voorziening van openbaar nut aanwezig is. Gebouwen mogen enkel binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, waarbij de aangegeven bouwhoogte als maximum geldt. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan twee meter, terwijl de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer dan zes meter mag bedragen.

Centrum (artikel 5)
Het aanloopgebied naar de binnenstad van Meppel, alsmede het deel langs de Kleine Oever met een soortgelijke bestemming in het vigerende bestemmingsplan, heeft deze bestemming gekregen. Alle centrumfuncties zijn hier op de begane grond toegestaan (detailhandel, bedrijven in categorie 1 en 2, dienstverlenende bedrijven/instellingen, horeca categorie 1 en 2, maatschappelijke voorzieningen, kantoren en wonen). De horeca en het wonen zijn echter op de huidige plaats vastgelegd door middel van een aanduiding. Dit geldt bijvoorbeeld voor het pand Koekoekstraat 6-8 waar wonen op de begane grond is toegestaan. Dit pand heeft overigens ook de aanduiding 'dansschool' gekregen vanwege de daar op de verdieping aanwezige balletschool.

Op de verdiepingen is het toegestaan te wonen en goederen op te slaan voor de functies op de begane grond. Bij een omgevingsvergunning kan hiervan worden afgeweken zodat dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en kantoren op de verdieping(en) zijn toegestaan.

Uitzondering op hetgeen hierboven is beschreven met betrekking tot de woonfunctie is de situatie op het perceel Zuideinde 10. Aan de achterzijde van het pand Zuideinde 10 worden kamers verhuurd. De gemeente heeft echter nooit een vergunning verleend om op deze locatie bewoning toe te staan. Ook heeft de gemeente dus nooit een vergunning verleend om het pand te verbouwen om het op die manier geschikt te maken voor de woonfunctie. De eigenaren hebben met een oude huurovereenkomst aan kunnen tonen dat het gebruik ten behoeve van kamerverhuur circa 30 jaar geleden is gestart. Artikel 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening geeft aan dat, indien toepassing van het in het plan opgenomen overgangsrecht met betrekking tot het gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht kan opnemen. Besloten is het persoonsgebonden overgangsrecht op de situatie Zuideinde 10 van toepassing te verklaren. De strijdige situatie zal hiermee beëindigd moeten worden wanneer het huidige gebruik ten einde komt. Het doorverhuren aan nieuwe huurders is op basis hiervan niet meer toegestaan. Ten behoeve van de handhaving van deze regel dienen de huidige kamerbewoners zich in te schrijven in het bevolkingsregister (basisadministratie) van de gemeente voordat het bestemmingsplan in werking treedt..

Cultuur en ontspanning (artikel 6)
De bestemming omvat zowel het theater Ogterop als enkele seksinrichtingen in de Voorstraat. Aansluitend op de bestemming die in de binnenstad zal gelden is echter ook de mogelijkheid van musea in het plan mogelijk gemaakt.

Detailhandel (artikel 7)
De detailhandel, voor zover niet gesitueerd in het aanloopgebied van de binnenstad heeft deze bestemming gekregen. Binnen de bestemming is wonen op de verdieping mogelijk indien dit met een aanduiding is aangegeven. De detailhandelsvestigingen in fietsen op de adressen Woldstraat 102 en Oosteinde 19 hebben bovendien een aanduiding gekregen die de bijbehorende werkplaatsen mogelijk maken (bedrijf van categorie 1).

Dienstverlening (artikel 8)
De dienstverlenende bedrijven/instellingen, voor zover niet gesitueerd in het aanloopgebied van de binnenstad hebben deze bestemming gekregen. Binnen de bestemming is wonen op de verdieping mogelijk indien dit met een aanduiding is aangegeven. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' zijn tevens bedrijven in categorie 1 toegestaan. Het betreft hier het pand Grote Oever 34.

Gemengd (artikel 9)
Tussen Ogterop en de Weerdstraat is aan de westkant van het Zuideinde een spectrum aan functies mogelijk in het vigerende bestemmingsplan. De laatste jaren is een verschuiving naar dienstverlenende functies, ateliers/galerieën en wonen zichtbaar. Door het toepassen van een dergelijke meervoudige bestemming zijn verschillende functies toegestaan en is er een ruime mogelijkheid om de functies te wisselen. Dit maakt een goede bezetting mogelijk. De functies die zijn toegestaan zijn: wonen, detailhandel, dienstverlenende bedrijven of -instellingen, ateliers en galerieën, alsmede horecabedrijven categorie 1 en 2 ter plaatse van de aanduiding "horeca".

Gemengd - Wonen/Dienstverlening (artikel 10)
Deze bestemming is opgenomen bij de panden aan de Stationsweg waar momenteel dienstverlenende bedrijven of -instellingen zijn gevestigd. Conform het vigerende bestemmingsplan zijn hier ook woningen toegestaan.

Groen (artikel 11)
De bestemming 'Groen' is gelegd op de belangrijkste groenvoorzieningen binnen het plangebied. Het zogenaamde snippergroen, relatief kleine groenstrookjes die veelal erven van functies van de openbare ruimte afschermen, zijn in beginsel in de bestemmingen 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' opgenomen.

Binnen de bestemming 'Groen' zijn groenvoorzieningen, parken en plantsoenen toegestaan. Ook is de functie bedoeld voor parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, voet- en fietspaden alsmede nutsvoorzieningen.

Het Wilhelmina park heeft vanwege de cultuurhistorische waarde een aanduiding 'park' gekregen.

De bestemming 'Groen' staat alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toe. Deze mogen niet meer dan 6 meter hoog zijn, met uitzondering van lichtmasten die een bouwhoogte van maximaal 10 meter mogen hebben.

Horeca (artikel 12)
De horeca, voor zover niet gesitueerd in het aanloopgebied van de binnenstad heeft deze bestemming gekregen. Binnen de bestemming is wonen op de verdieping mogelijk indien dit met een aanduiding is aangegeven. In het algemeen zijn slechts horecabedrijven in categorie 1 en 2. Uitzondering vormen de horecavestigingen waar overnachtingen kunnen plaatsvinden. Het gaat daarbij onder andere om Meppels' Inn en hotel De Poort van Drenthe (categorie 3) die via een aanduiding zijn toegestaan.

Maatschappelijk (artikel 13)
In dit plan wordt onder maatschappelijke voorzieningen verstaan: educatieve, informatieve, levensbeschouwelijke, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele voorzieningen, zorg- en welzijnsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

Ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling' zijn tevens zorginstellingen en zorgwoningen toegestaan. Door de aanduiding zijn deze aan de specifieke plaatsen gebonden. Dat heeft te maken met de inpassing van dergelijke functies in de omgeving. Indien bijvoorbeeld zorgwoningen op een andere plaats mogelijk gemaakt zouden worden, is niet voldaan aan het daarvoor benodigde onderzoek. Om deze reden is bewoning van de gebouwen, anders daar waar zij daartoe zijn aangewezen, aangeduid als strijdig gebruik.

Op het perceel Marten Ottenlaan 21 is de regeling uit het vigerende plan overgenomen (kwekerij met bouwvlakken), ondanks het feit dat de wijkpost niet meer functioneert. Ter plaatse is op de verbeelding de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - kwekerij" opgenomen.

Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht

Recreatie (artikel 14)
In het plangebied komen verschillende recreatieve functies voor: een kampeerterrein en twee kinderboerderijen (Woldstraat en Wilhelminapark). De kinderboerderijen zijn door middel van aanduidingen op de verbeelding vastgelegd. Binnen de bestemming is bij het kampeerterrein ook een havengebouwtje aanwezig. Deze is apart aangegeven op de verbeelding.

Met de aanduiding 'park' worden de cultuurhistorische waarden van het Wilhelminapark zichtbaar gemaakt op de verbeelding.

Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van het kampeerterrein worden opgericht.

Sport (artikel 15)
Het tenniscomplex aan de Julianastraat en de sportschool in de Catharinastraat heeft deze bestemming gekregen. Datzelfde geldt voor de sportvoorzieningen achter Ogterop.

Tuin (artikel 16)
De bestemming 'Tuin' hangt in hoge mate samen met de bestemming 'Wonen'. Hierbinnen zijn de voortuinen en in enkele gevallen de zijtuinen van de woningen opgenomen, die niet mogen worden bebouwd. Zijkanten van woonpercelen zijn in de gevallen dat deze niet mogen worden bebouwd in de tuinbestemming gelegd, veelal indien deze grenzen aan het openbaar gebied, te weten de bestemming 'Verkeer', 'Groen' of 'Water'. Voor zover op deze gronden reeds bebouwing is gerealiseerd, wordt deze bebouwing toegestaan door middel van een bestemming 'Wonen'.

In de regeling is opgenomen dat, onder bepaalde voorwaarden, binnen de bestemming wel bebouwing in de vorm van erkers en ingangpartijen toegestaan is.

Omdat binnen het plangebied op één plaats (Oude Boazstraat 36-42) reeds bebouwing op het voorerf van de woningen aanwezig is, bijvoorbeeld in de vorm van ingangspartijen, bergingen of overkappingen, zijn deze mogelijk gemaakt door middel van een aanduiding. Zo mogen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' bijbehorende bouwwerken in de vorm van bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat de breedte ten hoogste 50% bedraagt van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw en de maximale bouwhoogte 3 meter.

Het plan maakt het realiseren van balkons en luifels vóór de voorgevel van woningen mogelijk, tot een maximum van 1,5 meter uit de voorgevel.

Onder de specifieke gebruiksregels is een regeling opgenomen om parkeren in de voortuinen te beperken. Daarbij mag het totale oppervlak van ongebouwde parkeervoorzieningen niet meer dan 50% van de tot "Tuin" bestemde gronden bedragen indien de aangrenzende gronden binnen het bouwperceel bestemd zijn tot Wonen. Bovendien is het gebruik voor parkeren niet toegestaan (met uitzondering van de bestaande oprit) ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorisch gebied - topklasse en hoog".

Verkeer (artikel 17)
Deze bestemming is van toepassing op alle openbare wegen in het plangebied en met name de wegen waar 50 km/uur mag worden gereden. De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn in hoofdzaak bestemd voor wegen en fiets- en voetpaden. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, dagrecreatieve voorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede voor kunstwerken.

Op de gronden met de bestemming 'Verkeer' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. De bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 15 meter bedragen. Voor alle overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van zes meter.

Verkeer - Verblijfsgebied (artikel 18)
Deze bestemming is van toepassing op alle openbare wegen in het plangebied en met name die met een verblijfsfunctie. Het gaat dan met name om woonstraten, woonerven en hofjes. De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn in hoofdzaak bestemd voor parkeren, wegen, pleinen en fiets- en voetpaden, maar ook tuinen. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, dagrecreatieve voorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede voor kunstwerken, een bergbezinkbassin, terrassen en voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

Op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' mogen in beginsel uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. De bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 10 meter bedragen. Voor alle overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van zes meter.

De enige uitzondering voor het oprichten van een gebouw is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - brugwachtershuisje', daar mag een brugwachtershuisje worden gebouwd. Het gaat hier om de locatie op de hoek van de Sluisgracht en de Schuttevaerstraat.

Water (artikel 19)
Deze bestemming is specifiek gelegd op het belangrijkste oppervlaktewater binnen het plangebied. De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water, waterberging, waterhuishouding en waterlopen, met de daarbij behorende groen-, speel- en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, alsmede voor kunstwerken. Ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' tevens voor aanlegplaatsen voor het recreatieve verkeer ter water. Het betreft het gebied rond het kampeerterrein (Meppelerdiep/Westeinde, Mallegat en achterzijde Concordiastraat).

Op de gronden met de bestemming 'Water' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Daarvoor geldt een maximale bouwhoogte van 6 meter. Steigers mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger'.

Wonen (artikel 20)
Voor de bestaande woningen in het plangebied is de bestemming 'Wonen' opgenomen. De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen. Ondergeschikt aan de functie wonen zijn aan huis verbonden beroepen toegestaan, evenals de daarbij behorende tuinen, (achter)paden, verhardingen en bebouwing.

Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn tevens (half)ondergrondse parkeervoorzieningen toegestaan. Deze komen op diverse locaties voor, zoals Prins Hendrikkade en Stationsweg.

In verband met de marksituatie zijn de reeds vergunde bouwplannen aan de Weerddwarsstraat (KPN-locatie) en Vliegenpad (locatie Voedselbank) nog niet tot ontwikkeling gekomen. De vergunde situaties zijn in dit plan opgenomen.

Aan de Stationsweg is een Chinees restaurant met bovenwoningen gesitueerd. Ter plaatse is een aanduiding 'horeca' opgenomen die de aanwezigheid van het restaurant mogelijk maakt.

Langs de Stationsweg is het (als voortzetting van het vigerende bestemmingsplan) mogelijk gemaakt om op de begane grond en de eerste verdieping van de gebouwen, tevens dienstverlening toe te staan. Deze regeling is echter beperkter dan de regeling die is opgenomen (voor de panden waar momenteel dienstverlening wordt uitgeoefend) in de bestemming Gemengd - Wonen/Dienstverlening. Op het perceel Stationsweg 3 is op de begane grond tevens een zonnestudio gevestigd. Deze is mogelijk gemaakt door middel van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - zonnestudio'. In het pand Stationsweg 7 is een dansschool gevestigd die met een gelijknamige aanduiding is toegestaan.

Ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' (aan de Prins Hendrikkade) is het toegestaan om op de begane grond activiteiten ten behoeve van dienstverlening, kantoor en bedrijven in categorie 1 en 2 uit te oefenen in de daar aanwezige praktijkruimten.

Binnen de bestemming 'Wonen' mogen de aanwezige bouwwerken gebruikt worden voor aan huis verbonden beroepen (tot ten hoogste 30% van het vloeroppervlak met een maximum van 45 m2). In de Inleidende bepalingen is het begrip "aan huis verbonden beroep" gedefinieerd. Daarin is een belangrijke rol toegekend aan de vrije beroepen. Door de Kamer van Koophandel wordt onder een 'vrije beroepsbeoefenaar' verstaan: 'iemand die wordt gevraagd om zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten, die in het algemeen op artistiek-, academisch-, dan wel HBO-niveau liggen'.

In de praktijk is het onderscheid moeilijk aan te geven. Voor de uitvoeringspraktijk van de Kamers van Koophandel is de volgende lijst samengesteld van personen die als vrije beroepsbeoefenaar gelden. Dit zijn: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar, logopedist, medisch specialist, notaris, oefentherapeut Cesar/Mensendieck, organisatieadviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tandarts-specialist, (al dan niet beëdigd) tolkvertaler, tuin- en landschapsarchitect en verloskundige.

Een beroep dat niet in deze opsomming voorkomt, geldt in beginsel niet als 'vrij beroep', tenzij de onderneming/beroepsbeoefenaar anders aan kan tonen.

In de jurisprudentie is uitgemaakt, dat de uitoefening van vrije beroepen in overeenstemming is met de functie "woondoeleinden". Dit is rechtstreeks toegestaan. Voor bovengenoemde activiteiten is dus geen procedure op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht noodzakelijk, zolang deze activiteiten plaatsvinden in de woning (dus niet in de bijgebouwen) en voldoen aan het criterium dat het betrokken pand in overwegende mate zijn woonfunctie blijft behouden. De bestemming bevat een mogelijkheid om onder bepaalde criteria af te wijken van de gebruiksregels, onder meer voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf. De randvoorwaarden zijn opgenomen in artikel 19.6.1 van de regels. Van belang daarbij is dat de aan huis verbonden bedrijven dienen te behoren tot maximaal categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage bij de regels is gevoegd. Op deze wijze is geborgd dat de activiteiten in de woonomgeving passen.

Uitzonderingen op het bovenstaande zijn de reeds in het gebied (feitelijk en planologisch) aanwezige functies, die overeenkomen met de beschreven beroepen aan huis. Deze zijn bij recht mogelijk gemaakt en op de verbeelding aangegeven met de aanduiding "beroep aan huis" (bah). Het gaat bijvoorbeeld om de kapperszaak aan de Mr. Harm Smeengekade 11 en het (inmiddels verplaatste) schildersbedrijf aan de Commissaris de Vos van Steenwijklaan 73.

Wat betreft de verhouding tussen de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin', wordt verwezen naar de hiervoor opgenomen toelichting bij de bestemming 'Tuin'.

Voor het bouwen geldt dat hoofdgebouwen enkel zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken. Het maximaal aantal wooneenheden per bouwvlak is eveneens aangeduid op de verbeelding, waarbij van belang is dat alle bouwwijzen (vrijstaand, twee aaneen, geschakeld) zijn toegestaan. Daar waar geen aanduiding is aangegeven, is maximaal één woning per bouwvlak toegestaan. Deze laatste regeling kent één afwijking. In het pand Stationsweg 3a t/m 3d worden kamers verhuurd die niet als wooneenheid zijn aan te merken. In het plan is daarom kamerbewoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur'. Onder kamerbewoning wordt verstaan: het bewonen van een kamer in een woonhuis, waarbij de kamer niet als zelfstandige wooneenheid kan worden aangemerkt en zoals dit tot uitdrukking komt in de afwezigheid van een zelfstandige entree, keuken, of sanitaire voorzieningen.

Ten aanzien van de toegestane goot- en bouwhoogten van de woningen, welke met een aanduiding op de verbeelding zijn aangegeven, is ervoor gekozen in hoofdzaak te komen tot een samenhangende regeling en zo weinig mogelijk verschil in bouwmogelijkheden tussen aangrenzende woningen. Verder is een bepaling over een minimale breedte van het hoofdgebouw (5 meter) opgenomen en bevat de bestemming een regel over de toegestane dakhelling van het hoofdgebouw.

Wat betreft de bijbehorende bouwwerken zijn in de bestemming regels opgenomen over de afstand tot de voorgevel en de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag in principe niet meer dan 50% van het achtererfgebied tot een maximum van 70 m² bedragen, met dien verstande dat voor bestaande afwijkende situaties een uitzonderingsregel is opgenomen in de Algemene bouwregels. De goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken zijn in de regels opgenomen en niet op de verbeelding aangegeven. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de maximale hoogte afhankelijk is gesteld van de plek waar deze gebouwd worden (voor- dan wel achtererfgebied).

Tot slot zijn in de regels diverse flexibiliteitsbepalingen opgenomen voor het afwijken van de hierboven genoemde bouwregels, zoals de maximum bouwhoogte(n). Deze afwijkingen zijn enkel mogelijk indien het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheid van aangrenzende gronden niet onevenredig aangetast worden.

Wonen - Garages en bergingen (artikel 21)
Op deze gronden mogen garageboxen en bergingen worden gerealiseerd ten behoeve van de opslag van huishoudelijke materialen en -apparaten, alsmede de stalling van voertuigen. De gebouwen dienen binnen de bouwvlakken te worden gerealiseerd. De bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter. Uitzondering vormt de molenstomp (Zuideinde 75) waarvoor een specifieke bouwhoogte geldt.

Waarde - Archeologie 1, 2 en 3 (artikel 22, 23 en 24)
De archeologische waarden worden door middel van de aangegeven te beschermen gebieden op de verbeelding, gewaarborgd. Ter voorkoming van aantasting van waardevolle informatie in de bodem is een omgevingsvergunningstelsel ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden opgenomen (aanlegvergunningstelsel), evenals een afwijkingsprocedure middels een omgevingsvergunning voor bouwen. Alleen de gronden met hoge en middelhoge archeologische waarde zijn aangeduid, namelijk als 'Waarde - Archeologie 2' respectievelijk 'Waarde - Archeologie 3'. Ook de historische kern van Meppel is aangeduid, namelijk als 'Waarde - Archeologie 1'.

Voor de gronden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geldt, dat een afwijking bij een omgevingsvergunning alleen nodig is indien de te verrichten (bouw)werkzaamheden een oppervlak beslaan van meer dan 50 m2 en dieper reiken dan 30 centimeter beneden maaiveld. Indien voldoende duidelijkheid heerst over de bescherming van eventueel aanwezige archeologische waarden, kan bij een omgevingsvergunning van dit bouwverbod worden afgeweken.

Voor de gronden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geldt, dat een afwijking bij een omgevingsvergunning alleen nodig is indien de te verrichten (bouw)werkzaamheden een oppervlak beslaan van meer dan 500 m2 en dieper reiken dan 30 centimeter beneden maaiveld. Voor de gronden binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geldt, dat dit alleen nodig is indien de te verrichten (bouw)werkzaamheden een oppervlak beslaan van meer dan 1.000 m2 en dieper reiken dan 30 centimeter beneden maaiveld (zie ook § 4.2). Deze afwijking bij een omgevingsvergunning kan pas worden verleend, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat het bouwen dan wel het verrichten van werkzaamheden geen aantasting van de archeologische waarden van de gronden met zich mee brengt.

Waarde - Beschermd stadsgezicht (artikel 25)
Deze dubbelbestemming geldt voor het aangewezen beschermd stadsgezicht. Dit artikel fungeert als een bestemming, geldend naast de overige in het te beschermen gebied aangewezen bestemmingen. Tevens bevat dit artikel een aantal naast de andere bestemmingsbepalingen geldende beschermende regels, die ervoor zorgen dat de karakteristiek/kenmerken van het stadsgezicht niet onevenredig worden aangetast. In de bestemmingsomschrijving van deze dubbelbestemming zijn voor de structuurdragers de waarden aangegeven die kunnen worden afgeleid uit het aanwijzingsbesluit van het beschermd stadsgezicht:

voor het Stationsweg:

  • lineair karakter;
  • symmetrische profielindeling;
  • voortuinen die de overgang vormen naar de openbare ruimte;

voor het Zuideinde:

  • lineair karakter;
  • met uitzondering van het gedeelte ten noorden van de Weerdstraat, een overwegend a-symmetrische profielindeling, waarbij in zuidelijke richting de rooilijn onregelmatiger wordt;
  • verdichting in de richting van de Binnenstad, door aanengesloten bebouwing en smallere parcellering;

voor het Wilhelminapark:

  • een centrale vijver met in noordelijke richting een centrale en symmetrische as, waaromheen een padenstructuur in gebogen vormen;
  • de Parklaan vormt (in het verlengde van de noord-zuidas) het verbindende element tussen het park en de Stationsweg;
  • de wegenstructuur rond het park heeft een kenmerkende profielindeling met een smalle rijbaan en groene bermen zonder trottoir, die de zichtrelatie tussen park en bebouwing ondersteunt.

Bij de besluitvorming voor diverse omgevingsvergunningen (bouwen, sloop werken en werkzaamheden) dienen deze waarden in acht te worden genomen.

5.2.2 Algemene regels

Naast de bestemmingen bevat het plan een aantal algemene regels over bijvoorbeeld algemene afwijkingen en het overgangsrecht. Deze min of meer standaardregels in het bestemmingsplan worden hier verder niet toegelicht.

In hoofdstuk 4 is aangegeven dat voor het plangebied een cultuurhistorische verkenning is opgesteld, deze heeft een vertaling gekregen in de algemene aanduidingsregels van het bestemmingsplan (artikel 29.5) omdat het werkzaam is binnen meerdere bestemmingen in het bestemmingsplan.

Voor alle gebieden die in de cultuurhistorische verkenning zijn gewaardeerd als “topkwaliteit” en “hoog” is een regel (29.5.1) opgenomen die bepaalt dat, in afwijking van, c.q. aanvulling op, het bepaalde in de bouwregels van de afzonderlijke bestemmingen, ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorisch gebied - topklasse en hoog” rekening dient te worden gehouden met de historische stadsstructuur, zoals deze tot uitdrukking komt in:

  • profielen van de openbare ruimten en in zichtlijnen;
  • kleinschaligheid en bebouwingskarakteristieken zoals gevelindeling, detaillering en materiaalgebruik.

Voor het noordelijkste deel van het Zuideinde (tussen Herengracht en Weerdstraat), de Herengracht, de Gasgracht, de Molenstraat en delen van Grote/Kleine Oever geldt een cultuurhistorische kwaliteit “topkwaliteit”. Voor deze historische wegenstructuur die nog intact is, is een gevellijn aangegeven. Ter plaatse gelden de algemene bouwregels uit artikel 29.5.2. In afwijking van, c.q. aanvulling op, het bepaalde in de bouwregels van de afzonderlijke bestemmingen geldt dat ter plaatse van de aanduiding “gevellijn” de plaats en de karakteristieken van de historische bebouwing dienen te worden gefixeerd. Deze gebieden zijn van belang voor het instandhouden van de historische stedenbouwkundige structuur van de binnenstad van Meppel.

Bij het bouwen van hoofdgebouwen dient aan de volgende regels te worden voldaan:

  • er dient in de aangegeven gevellijn te worden gebouwd;
  • bij het samenvoegen van bestaande panden dient de parcellering in stand te blijven, dan wel niet meer dan 7 meter te bedragen;
  • bestaande kapvormen en kaprichtingen dienen in stand te blijven;
  • de bebouwing mag uit niet meer dan twee bouwlagen plus een kap bestaan.

Met betrekking tot dit laatste criterium kan worden opgemerkt dat er een beperkt aantal gebouwen aan het Zuideinde staan waar op de bovenverdieping in twee lagen wordt gewoond. De bestaande situatie (qua aantal bouwlagen) mag hier worden gehandhaafd.

Omdat niet alle rooilijnen nog intact zijn (en dus ook niet overal konden worden aangegeven als 'gevellijn'), is een nadere eisen regel opgenomen die het mogelijk maakt om de cultuurhistorische belangen ook op andere plekken (derhalve buiten de gebieden met “topkwaliteit” en “hoog”) te kunnen beschermen (29.5.3).

Voorts zijn algemene aanduidingsregels opgenomen. Zo is de aanduiding 'Geluidszone - industrie' opgenomen, om te regelen dat binnen de geluidszone van het bedrijventerrein geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt. De aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' regelt, dat binnen deze veiligheidszone geen (beperkt) kwetsbare objecten opgericht kunnen worden ter plaatse van het kampeerterrein. Voorts is er nog een molenbiotoop voor de bescherming van de belevingswaarde en het functioneren van de in het plangebied voorkomende molens. Daarnaast is nog een aantal algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Eén daarvan regelt, dat de opgenomen dubbelbestemmingen voor archeologie kunnen worden verwijderd, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat geen archeologische waarden meer aanwezig zijn. De laatste algemene wijzigingsbevoegdheid ziet erop toe, dat de opgenomen gebiedsaanduiding (geluidszone - industrie,) verkleind of verwijderd kan worden.

Tot slot is een regeling voor het houden van evenementen in de algemene aanduidingsregels opgenomen. Een evenement is een georganiseerde publieke activiteit die gedurende een korte periode relatief veel bezoekers trekt.

Onder evenementen wordt in het kader van dit bestemmingsplan verstaan: "Een voor publiek toegankelijke gebeurtenis op of aan de weg, binnen gebouwen of op het openbare water, met uitzondering van betogingen, samenkomsten en vergaderingen, jaar- en weekmarkten, bioscoop- en theatervoorstellingen".

Voor de incidentele evenementen, die niet passen binnen het bestemmingsplan, kan in beginsel een beroep worden gedaan op de ontheffingsmogelijkheid uit het Besluit omgevingsrecht. In het Besluit omgevingsrecht (Bor) staat in artikel 4, lid 8 bijlage II dat er een ontheffing van de geldende bestemming verleend kan worden voor evenementen met een maximum van drie per jaar en met een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van de voorzieningen is hierbij inbegrepen.

Indien evenementen "terugkerend" zijn dient er volgens de Raad van State een regeling te worden opgenomen in het bestemmingsplan. In het voorliggende bestemmingsplan zijn de plekken waar evenementen kunnen worden gehouden aangewezen door middel van een gebiedsaanduiding "evenemententerreinen". Het aantal en het soort evenementen is in het sectorale beleid geregeld en zal bij de vergunningverlening worden nageleefd. In dit plangebied zijn het Wilhelminapark, de Woldstraat (tot aan de Marktstraat) en de Kleine/Grote Oever aangewezen als evenemententerrein. In 29.4 is bepaald dat evenementen in de categorieën B en C (als bedoeld in het gemeentelijke evenementenbeleid) zijn toegestaan met dien verstande dat:

  • per kalenderjaar maximaal 20 evenementen uit categorie B mogen worden gehouden;
  • per kalenderjaar maximaal 10 evenementen uit categorie C mogen worden gehouden.

Evenementen in de categorie A zijn in het gehele plangebied toegestaan, mits hiervoor een vergunning dan wel toestemming op grond van andere regelgeving is verleend.