31.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in díe zin dat:
-
a. de dubbelbestemming voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden en verwachting vervalt, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
-
b. de gebiedsaanduidingen (Artikel 29) worden verkleind, dan wel geheel worden verwijderd, indien blijkt dat de inrichting ter plaatse is beëindigd/ingeperkt met een milieuvergunning.