6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. aan distributie en transport verwante bedrijven;
-
b. praktijkopleiding ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - praktijkopleiding';
met de daarbijbehorende:
-
c. bedrijfsgebouwen;
-
d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
e. wegen en paden;
-
f. verhardingen;
-
g. groenvoorzieningen;
-
h. parkeervoorzieningen;
-
i. nutsvoorzieningen;
-
j. geluidwerende voorzieningen;
-
k. water;
-
l. opslag van goederen op open terrein ter plaatse van de aanduiding 'opslag' op de verbeelding, met dien verstande dat opslag op deze gronden uitsluitend achter en ter weerszijden van het bedrijfsgebouw mag plaatsvinden en de maximale stapelhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
met inachtneming van het volgende:
-
m. inrichtingen en installaties die vallen onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) d.d. 27 oktober 2004 zijn niet toegestaan;
-
n. detailhandelbedrijven zijn niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel in motorbrandstoffen;
-
o. vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan;
-
p. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
q. kantoren zijn niet toegestaan;
-
r. leisureactiviteiten zijn niet toegestaan;
een en ander met dien verstande dat gebruik van de gronden voor opslag uitsluitend is toegestaan indien binnen de bestemming 'Bedrijventerrein - 1' een strook heesterbeplanting wordt aangelegd van tenminste 5 meter en in stand gehouden zodanig dat de opslag van goederen aan het zicht ontrokken wordt, waarbij het behoud en versterking van de kwaliteit van het bedrijventerrein voldoende wordt gewaarborgd.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bebouwing
Voor het bouwen van bebouwing geldt per bouwperceel een maximaal bebouwingspercentage van 80%, met dien verstande dat:
6.2.2 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijven, (bedrijfsgebouwen) de volgende bepalingen gelden:
-
a. een bedrijfsgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de bedrijfsgebouwen dienen qua bouwaanduiding zoals weergegeven op de verbeelding en welke overeenkomt met de bouwaanduiding zoals genoemd in onderstaande matrix, en de daarbij behorende aantal bouwlagen en maatvoering te voldoen aan de eisen die in de volgende matrix zijn gesteld:
bouw-
aanduiding
|
Goothoogte (m)
|
Bouwhoogte (m)
|
|
min
|
max
|
min
|
max
|
sba-1
|
|
|
|
12,5
|
sba-2
|
|
|
|
15,0
|
-
c. de afstand tot de onderlinge perceelgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen;
-
d. de afstand van een gebouw tot een weg mag niet minder dan 15 meter bedragen;
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bepalingen gelden:
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
-
b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 30 meter bedragen;
-
c. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 10 meter bedragen;
-
d. de hoogte van zend-/ontvangstinstallaties ten behoeve van de openbare orde mag niet meer dan 20 meter bedragen.
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.1 jo artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van bouwwerken voor bewoning, tenzij ter plaatse de aanduiding 'bedrijfswoning' is opgenomen;
-
b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
-
c. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden voor opslag zonder het aanbrengen en in stand houden van heesterbeplanting in een strook van tenminste 5 meter, zodanig dat de opslag van goederen aan het zicht ontrokken wordt, waarbij het behoud en versterking van de kwaliteit van het bedrijventerrein voldoende is gewaarborgd.