direct naar inhoud van 5.1 Bodem
Plan: Stationsgebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128026001-VG01

5.1 Bodem

Bij een nieuwe ontwikkeling dienen mogelijk verontreinigde plekken in het plangebied te worden gesignaleerd. Waar nodig moeten saneringsmaatregelen worden aangegeven. Bij nieuwbouw waarborgt de Wet bodembescherming dat er geen risico's voor de volksgezondheid zijn. Er dient op basis van een uitgevoerde bodemonderzoek of historische bodemonderzoeksgegevens een beschrijving te worden gegeven van de bodemkwaliteit in het plangebied.

Binnen het plangebied is een variatie aan gebruiken aanwezig, waaronder wonen, werken, wegen, etc. Het gebied dat met name vanaf de jaren vijftig/zestig is ontwikkeld tot onder meer woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren, had daarvoor vooral een agrarisch gebruik. Het aanwezige spoorwegstation dateert al van 1870. Het spoorwegstation met voormalig rangeerterrein wordt omsloten door het huidige spoor, Stationsstraat en Crerarstraat. Binnen deze zone lagen verder voormalige oliehandel Lenten, het voormalige ALHO-terrein (aluminiumfabriek) en het spoorgat.

Vanaf circa 1920 is het spoorgat in diverse fasen gedempt, de laatste fase is rond 1965 uitgevoerd. Ten zuidwesten van deze zone lag de voormalige zwaaikom. De zwaaikom, het doodlopende uiteinde van het voormalig Griendtsveenkanaal, is eind jaren zestig van de vorige eeuw gedempt. Binnen het gehele plangebied waren destijds diverse watergangen aanwezig. Als gevolg van herontwikkeling zijn deze watergangen gedempt. Gedempte watergangen krijgen standaard een aanduiding potentieel ernstig verontreinigd. Gemeente Hoogeveen heeft de ervaring dat de gedempte watergangen in Hoogeveen zelf over het algemeen gedempt zijn met grond uit de directe omgeving en voornamelijk geen ernstige verontreinigingen bevat. Dit laatste geldt in ieder geval niet voor de dempingen (zoals het voormalige spoorgat en de zwaaikom) binnen het terreindeel van het spoorwegstation en voormalig rangeerterrein.

In een dossieronderzoek is een inventarisatie gemaakt van alle potentiële bodemverontreinigende activiteiten (=PBVA). Hierbij zijn de volgende archieven geraadpleegd :
- Kamer van koophandelregister;
- Ondergrondse tankenbestand (op basis van actie tankslag I en II);
- Archief van Stichting Bodem Sanering in gebruik zijnde Bedrijfsterreinen;
- Hinderwetarchief;
- Archief van de vigerende Wet Milieubeheer vergunningen.
In verband met de aanwezigheid van dempingen van watergangen, (voormalige) erfverhardingen, stortplaatsen en dergelijke is tevens een luchtfoto-onderzoek uitgevoerd.

Een onderscheid in potentie (spoedeisend of ernst (niet spoedeisend)) is aan te brengen op basis van de activiteiten en/of gebruikte producten. Als voorbeeld kan worden gegeven dat een benzineservicestation sneller tot een bodemverontreiniging leidt dan een autodetailhandel zonder reparatie. De activiteiten zijn landelijk in vier categorieën ingedeeld: Potentieel spoedeisend, Potentieel Ernstig (niet spoedeisend), Potentieel Verontreinigd en Niet Verontreinigd.

Grafisch zijn de posities van de locaties in afbeeldingen 5 en 6 opgenomen. Zoals voorgaand al opgemerkt zijn de potentieel verontreinigde locaties afkomstig uit historische gegevens en bestaan vooral uit (voormalige) bedrijfsactiviteiten, situering van (voormalige) huisbrand-olie- /brandstoftanks en/of gedempte watergangen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20128026001-VG01_0006.png"

Afbeelding 5: Overzicht bodemgegevens noordelijk deel plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20128026001-VG01_0007.png"

Afbeelding 6: Overzicht bodemgegevens zuidelijk deel plangebied

Diverse percelen binnen het plangebied zijn in het verleden milieuhygiënisch onderzocht. Deze onderzochte locaties zijn eveneens in de afbeeldingen opgenomen. Het gaat hier om onderzoeken die bij de gemeente bekend zijn. Binnen het gebied dat wordt omsloten door het spoor, Stationsplein en Crerarstraat zijn in de periode van 2003 tot 2011 diverse bodemsaneringen uitgevoerd. Voor enkele terreindelen binnen deze zone is sprake van nazorg, grondwatermonitoring en zijn gebruiksbeperkingen van toepassing, vanwege achtergebleven restverontreinigingen.

De gebruiksbeperkingen bestaan uit beperkingen ten aanzien van grondwateronttrekkingen, het beschouwen van risico's bij functieverandering en het beschouwen van de verontreiniging bij graafwerkzaamheden, de noodzaak om arbeidshygiënische maatregelen te treffen en de noodzaak om een saneringsplan op te stellen. Ter plaatse van het chauffeursonderkomen ter hoogte van het Stationsplein is een restverontreiniging aanwezig, die gesaneerd moet worden op het moment van herinrichtingswerkzaamheden.

Algemeen wordt vermeld dat voor de houdbaarheid van bodemonderzoeksgegevens een termijn van maximaal 5 jaar wordt aangehouden mits er in de tussentijd geen verdachte activiteiten op de locatie hebben plaatsgevonden. Het is gebruikelijk dat bij bouwactiviteiten de kwaliteit van de bodem wordt onderzocht. In een aantal gevallen is al onderzoek voorhanden. Voor de omgevingsvergunningaanvraag zal de beschikbare informatie worden meegewogen of er voldoende bodemkwaliteitsgegevens aanwezig zijn of eventuele verontreinigingen voldoende in beeld zijn gebracht en of een sanering dient te worden uitgevoerd. Te allen tijde dient verontreinigde bodem op een verantwoorde wijze te worden afgevoerd.

Op basis van de huidige situatie, gebruik en historische informatie, kan geconcludeerd worden dat er potentieel bodemverontreinigingen te verwachten zijn, die een belemmering kunnen gaan vormen voor een eventuele herontwikkeling van (een deel van) het gebied. Alvorens (een deel van) het gebied ontwikkeld gaat worden, dient hier bodemonderzoek plaats te vinden ter plaatse van alle geconstateerde potentiële bodemverontreinigende activiteiten.

Gezien het feit dat de herziening van dit bestemmingsplan conserverend van aard is, is onderzoek naar de bodemkwaliteit in dit geval achterwege gebleven.

Diffuse bodemkwaliteit
Het plangebied maakt deel uit van het bodembeheerplan van de gemeente Hoogeveen. Volgens deze kaart zijn in het gebied ten hoogste licht verhoogde achtergrondwaarden voor zware metalen, PAK en minerale olie te verwachten.

Grondverzet
Bij grondverzet dient men te streven naar een gesloten grondbalans. In situaties, waar grond vrij gaat komen, wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van de vrijkomende bodem chemisch analytisch vast te stellen. Uiteraard dient het onderzoek representatief te zijn voor de hele vrijkomende partij.

Voor het toepassen van grond gelden de regels voor grondverzet die zijn vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit. Informatie over het toepassen van grond kunnen worden verkregen bij de afdeling Advies van de gemeente Hoogeveen en het ministerie van Infrastructuur & Milieu/Agentschap.NL.