Plan: | Buitenvaart I, 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20128022001-VG01 |
Voor het open gebied is een bestemming "Agrarisch" opgenomen die het open en landelijke karakter waarborgt. Binnen de bestemming is bebouwing uitgesloten en wordt via een aanlegvergunningenstelsel het open karakter gewaarborgd.
Deze bestemming heeft betrekking op de gebouwen ten behoeve van de openbare nutsvoorzieningen met een oppervlakte groter dan 25 m2. Nutsgebouwen met een kleinere oppervlakte zijn binnen bijna alle bestemmingen toegestaan.
In grote lijnen wordt de ruimtelijke scheiding tussen de verschillende categorieën bedrijfsactiviteiten aangebracht door in het plangebied vier bestemmingen bedrijventerrein op te nemen, waar de volgende bedrijfsactiviteiten (uit de bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten) zijn toegestaan:
Voor de bedrijfsruimten in de bestemming bedrijventerrein – 1 is een minimaal te bebouwen oppervlakte van 150 m² opgenomen. Voor de bedrijfswoningen op dit terrein geldt een maximaal te bebouwen oppervlakte van 150 m² . Tevens is bepaald dat de bedrijfswoning gekoppeld moet zijn aan het bedrijfsgebouw of daarvan deel moet uitmaken. Dit om te voorkomen dat op het terrein woningen worden gebouwd zonder dat daarbij een reëel bedrijf wordt gevoerd. Hiermee wordt tevens gesplitste verkoop van bedrijfswoning en bedrijfsgebouw tegengegaan.
Omdat in zijn algemeenheid kleinschalige detailhandel is uitgesloten, is met een functieaanduiding de reeds aanwezige detailhandel op de verbeelding aangegeven.
Er is een bouwvlak opgenomen met een maximale bouwhoogte en een bebouwingspercentage, afgestemd op zowel de huidige als de toekomstige bouwmassa.
Onder deze bestemming zijn de voornamelijk vrijstaande woningen met aan huis verbonden bedrijvigheid en/of kleine bedrijfjes met bedrijfswoning langs de Langedijk en het Hollandscheveldse Opgaande gebracht.
Overeenkomstig de grotendeels bestaande situatie zijn de structuurbepalende elementen zoals beschreven in hoofdstuk 2, bestemd tot 'Groen'. Het zogenoemde snipper-groen valt binnen de bestemming 'Verkeer', waaraan het groen ondergeschikt is.
Onder deze bestemming vallen alle wegen, een gedeelte van een vrijliggend fietspad en een gedeelte van de voetpaden binnen het plangebied. Ook de parkeervoorzieningen, eventuele uitbreiding van de parkeervoorzieningen en ondergeschikte groenvoorzieningen zijn hierbij opgenomen.
Het water gelegen rondom het plangebied en belangrijk zowel vanuit het oogpunt van beeldkwaliteit als vanuit de waterhuishouding met de bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals bruggen en duikers vallen onder deze bestemming. Gebouwen zijn niet toegestaan.
De algemene aanduidingsregels geven de mogelijkheid voor algemene aanduidingen, die als een extra laag over meerdere bestemmingen liggen. Binnen dit bestemmingsplan is de gebiedsaanduiding Geluidszone - industrie opgenomen.
Het noordelijke gedeelte van het plangebied valt binnen de geluidszone van het bedrijventerrein 'Buitenvaart II', waarvoor een gebiedsaanduiding op de verbeelding is aangegeven. Binnen deze zone is het niet toegestaan om geluidsgevoelige bebouwing op te richten, tenzij aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan of een hogere grenswaarde is verkregen.
In dit bestemmingsplan worden de gronden in het plangebied voor verschillende doeleinden bestemd. Daarbij worden regels gegeven voor het gebruik van de gronden en van de gebouwen, voor zover dat in het belang van een goede ruimtelijke ordening nodig is.
Een bestemmingsplan bevat dus niet alle regels die het bouwen op en het gebruik van de grond regelen. Zo zijn er bijvoorbeeld nog andere gemeentelijke verordeningen, de milieuwetten en de waterschapskeur, waarin eisen en beperkingen kunnen voorkomen, waarover het bestemmingsplan zich niet uitspreekt. Bij een procedure waarbij vergunningen (bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor het bouwen) worden verleend, kunnen die andere regels beperkingen opleggen op andere gronden dan planologische.
Het betreft een grotendeels flexibel plan, waarbinnen nieuwe ontwikkelingen worden gestimuleerd. Mochten zich gedurende de looptijd van het plan nieuwe wensen openbaren, dan kunnen deze binnen de grenzen die in het plan zijn aangegeven door middel van het afwijken van de bouwregels en/of de specifieke gebruiksregels bij een omgevingsvergunning of een wijzigingsbevoegdheid nader gestalte krijgen.