Plan: | Buitenvaart I, 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20128022001-VG01 |
Het gemeentelijk beleid met betrekking tot bedrijvigheid haakt aan bij het provinciaal beleid. Dit betekent dat de gemeente streeft naar het aantrekken van (boven)regionale bedrijvigheid. Daarnaast is het beleid gericht op voldoende ruimte voor bedrijven die lokaal of regionaal gebonden zijn en relatief klein zijn.
Hoogeveen kent een aantal onderscheidende voordelen ten opzichte van haar collega-gemeenten zoals Zwolle, Heerenveen, Drachten, Assen, Emmen, Coevorden en Meppel:
Het bouwrijpmaken van bedrijventerrein Buitenvaart I (totaal circa 48 hectare) is in 2001 gestart, circa 2,5 jaar later dan oorspronkelijk gepland. Op dit moment zijn vrijwel alle woon-werk kavels en iets meer dan de helft van de bedrijfskavels uitgegeven. Er is nog circa 19 hectare beschikbaar, waarbij het grootste gedeelte nog beschikbaar bedrijventerrein als zichtlocatie langs Rijksweg A37 en de Mr. Cramerweg (ruim 11 hectare) is gelegen.
Bij de vraag naar grote kavels doen zich nog extra belemmeringen voor. Bedrijventerreinen, en dat geldt ook voor Buitenvaart I, zijn opgedeeld in gebieden met verschillende milieucategorieën en zijn veelal van tevoren verkaveld. Theoretisch kan er nog uitgeefbaar terrein beschikbaar zijn, terwijl door combinatie van beschikbare (verspreide) kavels en milieuzonering er onvoldoende aaneengesloten gebied is te vinden met name voor grote ruimtevragers.
Beeldkwaliteit algemeen
De kwaliteit van bedrijventerreinen wordt steeds belangrijker. Niet alleen de overheid hecht steeds meer waarde aan de uitstraling van een bedrijventerrein, ook de ondernemer hecht steeds meer waarde aan het uiterlijk van een bedrijfspand en de omgeving waarin dit pand is gesitueerd. De kwaliteit van een bedrijventerrein wordt voor een groot deel bepaald door de omgeving waarin het terrein is gesitueerd, door de gebouwen die op het terrein zijn en worden gerealiseerd en door de uitstraling van de bedrijven op het bedrijventerrein. In de beheerfase wordt de kwaliteit van het bedrijventerrein gewaarborgd door het parkmanagement.
De kwaliteit van het bedrijventerrein wordt vanaf Rijksweg A37 bepaald door de kwaliteit van de gebouwen en de uitstraling van de bedrijven die zichtbaar vanaf de rijksweg langs deze snelweg nog worden gerealiseerd. De kwaliteit van de bedrijven is beeldbepalend voor de wijze waarop buitenstaanders het bedrijventerrein beoordelen en waarderen.
Buitenvaart kent een verdeling in milieuzones. In het bestemmingsplan zijn aan deze verschillende milieuzones bestemmingsregels gekoppeld die onder andere betrekking hebben op bouwhoogtes, bebouwingspercentages en afstanden tot perceelgrenzen. Naast deze eisen is er nog sprake van een gebiedsindeling met daaraan kwaliteitseisen gekoppeld. Deze kwaliteitseisen zijn vastgelegd in een beeldkwaliteitsplan (zie Bijlage 3 Beeldkwaliteitplan Buitenvaart I).
Zichtlocatie Rijksweg A37
De waterpartij aan de zijde van de rijksweg vormt een essentieel kwaliteitselement voor Buitenvaart. De waterpartij is afgescheiden door middel van een zachte kadewand, met op enkele punten verharde bastions als extra kwaliteitselement.
Bedrijven die zich langs de rijksweg vestigen zijn beeldbepalend voor de uitstraling van Buitenvaart en daarmee beeldbepalend voor de uitstraling van Hoogeveen als regionale vestigingsplaats voor bedrijven. Langs deze zichtlocatie wordt gestreefd naar een gedifferentieerd beeld van Hoogeveen als vestigingsplaats. Bedrijven met een stuwende werking voor de industriële, groothandel en logistieke ontwikkeling van Hoogeveen kunnen zich hier vestigen. Hoogeveen moet zich op deze zichtlocatie profileren en dat kan alleen maar door niet alleen naar de kwaliteit van de gebouwen en de omgeving te kijken, maar tevens te kijken naar de uitstraling van de bedrijven als representatieve functie voor Hoogeveen als bovenregionale vestigingsplaats.
De kwaliteit van de bebouwing wordt gerealiseerd door het kantoordeel van het gebouw, met een minimale bouwhoogte van zes meter, te situeren aan de zichtzijde van Rijksweg A37. Niet alleen het parkeren van het personeel moet gerealiseerd worden aan de zij- of de achterkant van het pand, met ook de laad en losruimte en de stalling van de handelsvoorraad. Een goede architectonische beeldkwaliteit van de gebouwen met een samenhangende visie tussen vormgeving en materialisering. De massaopbouw moet beeldbepalend zijn voor de uitstraling van Hoogeveen als bovenregionale vestigingsplaats voor bedrijven.
Zichtlocatie Mr. Cramerweg
De Mr. Cramerweg is de belangrijkste verkeersader naar Buitenvaart en naar Hollandscheveld en het landelijk gebied ten zuidoosten van Hoogeveen. Daarnaast is de strook groen met de parallelweg en een zware boombeplanting langs de Mr. Cramerweg de entree van Buitenvaart. Daarnaast is de waterpartij vanaf Rijksweg A37 in een kleinere vorm voortgezet.
Bedrijven die zich langs de Mr. Cramerweg vestigen zijn beeldbepalend voor de overige bedrijven op Buitenvaart, de passanten langs Buitenvaart en voor alle bezoekers van het bedrijventerrein. Daarom wordt er veel waarde gehecht aan de kwaliteit van de gebouwen en de omgeving. Met name autodealers hebben zich hier gevestigd.
De kwaliteit van de bebouwing wordt gerealiseerd door het kantoordeel van het gebouw, met een minimale bouwhoogte van vier meter, te situeren aan de zichtzijde van de Mr. Cramerweg. Dit betekent een representatieve uitstraling van het pand naar de Mr. Cramerweg met een samenhangende visie tussen vormgeving en materialisering. Niet alleen het parkeren van het personeel moet gerealiseerd worden aan de zij- of de achterkant van het pand, maar ook de laad- en losruimte en de stalling van de handelsvoorraad.
Hoofdontsluiting Buitenvaart
Langs deze weg moet de representatieve bebouwing gericht zijn op de hoofdontsluiting.
Het parkeren zoveel mogelijk realiseren aan de achterkant of aan de zijkant van het perceel. Het kantoordeel, indien aanwezig, te realiseren aan de zichtzijde van het perceel. Laden en lossen is toegestaan aan de zichtzijde van het pand en buitenopslag is toegestaan aan de achterzijde van het pand.
De massaopbouw van de individuele bedrijven betekent het realiseren van gebouwen met een duidelijke hoofdvorm of een herkenbare compositie van hoofdvormen.
Parkeerterreinen en overige niet bebouwde terreinen zo inrichten en vormgeven dat het gewenste ruimtelijke beeld wordt versterkt.